Elke ochtend kom ik haar tegen op de Bevrijdingslaan. Zij met de fiets, ik soms. Elke dag is ze goed voor een oefening nekspieren en een kleine verborgen glimlach. Want ik weet wie ze is, zij is het meisje van de Carrefour.
Op weekdagen fietst ze de longen uit haar lijf, op weg naar de Acaciaschool. Met haar bruine krullen in de wind had ze evengoed een architect kunnen zijn. Ik zal het eens aan Ellen moeten vragen.
Zij kent me niet, kijkt niet naar me om. Zaterdag zie ik haar weer. Dan vind ik haar vast weer ergens tussen de rekken.
Mijn meisje van de Carrefour.