Bruegel 3: de imkers (2)

We gaan nog een beetje verder met streepjes trekken op de tekening. Allez, ’t is niet alleen streepjes trekken, het is ook de schets verder uittekenen en in-inkten.

Misschien zoek je naar het verschil met de vorige tussenstap en valt het niet zo meteen op omdat het vlak rechtsboven zo overheersend is. Bij deze is de voorgrond rechts onder uitgewerkt. De bijenkorf die op de grond ligt, de hoge grassen errond en de opvallende plant met grote bladeren centraal vooraan. Ik vraag me af welke plant dit wel zou kunnen zijn. Het doet mij denken aan een calla of een lepelplant maar daarvoor zijn de stengels van de bladeren te kort op de tekening. En het is ook niet echt een plant die je in het wild ziet. Laat staan in die tijd (de lepelplant komt oorspronkelijk uit het Amazonegebied). Strikt theoretisch is het wel mogelijk maar praktisch lijkt me dat onrealistisch. Tips zijn welkom 🙂

Naast het uitwerken van de voorgrond is ook de rechtse imker uitgewerkt. Het rieten masker en de pij (zie blog “0”) zijn nu wel duidelijk in beeld. Ik denk dat hij de bodem van de bijenkorf opent. Dat moest ik toch maar eens opzoeken: wat weten we eigenlijk over bijenkorven van rond 1500?

Vanaf de middeleeuwen begonnen de bijenkorven hun intrede te doen in Europa.

Veelal hadden gebieden in de lage landen hun eigen specifieke traditionele bijenkorf. De meeste bijenkorven werden uit (rogge)stro of buntgras vervaardigd. Maar ook werden wilgentenen gebruikt zoals in Brabant en in Limburg. Korven werden ook wel besmeerd met koemest of leem. Aan de binnenkant werden ze gespijld. De spijlen boven in de korf gaven richting aan de raatbouw, en de spijlen dwars door de korf gaven stevigheid aan de door de bijen te bouwen raten (en aan de korf).

De spijlen werden vaak gemaakt van eenjarige takken van de Hondskers. Ze kregen aan één kant een punt om ze goed door het stro te kunnen duwen. De stompe achterkant van de spijl moest niet geheel in het stro verdwijnen, want dat maakt het later weer verwijderen van de spijlen (als de raten weer moesten worden uitgebroken) een stuk lastiger.

Het nadeel van bijenkorven was dat het verwijderen van de honing gepaard ging met schade aan het broed en aan de bijen. Vaak werden de korven beschadigd met het oogsten en moesten de bijenkorven regelmatig gerepareerd of vervangen worden.

Een bijenkorf werd vroeger altijd gemaakt door een speciale ambachtsman: de bijenkorfvlechter.

Het geeft toch enige uitleg over hoe het er moet aan toegegaan zijn destijds. Bijen zijn geen agressieve beestjes maar die korf efkes onderste boven keren om er de honing uit te halen, dat zullen ze zeker niet leuk vinden. Laat staan dat er geen gevaar voor de imker bestaat.

Bron cursieve tekst: Wikipedia

Een gedachte over “Bruegel 3: de imkers (2)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.