De laatste weken heb ik verder nagedacht welke richting ik uit moet/wil met de 3e triptiek. Na lang nadenken, twijfelen, meten, opnieuw meten en beseffen dat het toch wel erg veel tijd vraag om een centraal paneel te maken van dat formaat, heb ik beslist om de #stadswacht NIET als buitenpaneel voor de volgende triptiek te houden.
Het formaat per paneel (ongeveer 120cmx190cm) zou ik 4x moeten vullen en dat is me te veel. Vooral in tijd is dat te veel. Het legt andere ideeën en projecten te lang stil om goed te blijven. Vandaag twijfel ik of ik toch terug zou grijpen naar het originele idee om de 3e triptiek evengroot te maken dan de eerste, de triptiek van de dood. Die meet gesloten “slechts” 140x100cm en dus open 280cmx100cm. Dat is op zich al geen kleintje voor een tekening. Meer nieuws over deze twijfelaar volgt dus 😉
Intussen werk ik aan een nieuw project(je). Je zou het mijn tekenstijl misschien niet geven maar ik ben, naast de renaissance en de Vlaams-Belgische klassiekers, ook wel geboeid door werken van mijnheer Vincent Van Gogh. Oooh, ik herinner me nog goed toen we met het humaniora op reis gingen naar Amsterdam en het Van Gogh-museum bezochten. Ik kon echt niet begrijpen dat zo’n kliederaar een eigen museum kon krijgen. De dorpsgek. Zonde van de verf. Dat moeten zowat mijn gedachten van toen geweest zijn. “Het lijkt er zelfs niet eens op. Kijk nu naar die bloemen, dat perspectief van die stoel of die portretten. Wie ziet daar toch iets in?”, vroeg ik me af. Mezelf kennende zal ik dat ook niet onder stoelen of banken hebben gestoken en allicht was ik veel liever naar het Rijksmuseum gegaan.



Met de jaren – eigenlijk bijna gelijk het leren waarderen van wijn – heb ik Vincent door een andere bril leren bekijken. Als een mens. Als iemand die het anders zag, emotie en vooral getormenteerde gedachten in zijn schilderijen kwijt wou. Symbolen zocht voor de woorden die hij misschien niet kon vinden. Ik onthou me van verdere diagnoses die specialisten misschien wel willen maken. Het is niet aan mij. Samen de studies rond Rembrandt en Rubens ben ik “het sculpteren met verf” leren waarderen. Dat je aan de hand van de dikte van de verflaag ook een bijkomende sfeer, een laag expressie boven op een beeld kan leggen. Tot zelfs de humor in sommige werken gaan zien.
Alweer brengt reizen de mens tot ruimere inzichten: plaatsen waar Vincent is geweest als het Place du Forum (Arles) of zonnige steden als Saint-Rémy-de-Provence, Saint Paul of Parijs geven een beter inzicht in het leven en de maatschappij. Tijden en ontwikkelingen gaan heel snel in de 2e helft van de 19e eeuw en misschien was Vincent niet meer dan op zoek naar rust en traagheid. Een beetje zoals we dat nu al eens ervaren bij een burn-out.
Dit dus om te zeggen dat mijn nieuwe werk mede geïnspireerd is door Van Gogh. Het zal eerder een (duidelijke) referentie zijn. Maar veel meer in mijn stijl dan in zijn stijl. Dus niet iets zoals mijn portret van een treinbegeleider (geïnspireerd op het portret van Joseph Roulin)


Mooi om te lezen hoe smaak en waardering in de loop van de tijd kunnen veranderen.