Lid van de werkgroep Kunst in het Dorp WZC St Felix – Herne – org. Herne Kunsttelt (doorlopend) – Wandeling door Herne met kunstbeelden – hier meer info
In planning
Meikermis-expo – Wondelgem (6-7 mei) Kunstsalon – Drongen (18-21 mei) Kunst in Leiestraat – De Leeuw – Zulte (juli) Kunst in het Dorp – Bellingen ( 9-17 september)
Helaas voorbij
KMSKA – kerst 2022 (22 december 2022 tot en met 22 januari 2023)
Zeemzoet maar toch…vandaag mag het. (hahaha…neen, ’t is geen Lennon 😉 )
Voor wie nog niet eerder héél goed naar de tekst heeft geluisterd… Nobody does it better Makes me feel sad for the rest Nobody does it half as good as you Baby, you’re the best I wasn’t lookin’ but somehow you found me I tried to hide from your love light But like heaven above me The spy who loved me Is keepin’ all my secrets safe tonight And nobody does it better Though sometimes I wish someone could Nobody does it quite the way you do Why’d you have to be so good? The way that you hold me Whenever you hold me There’s some kind of magic inside you That keeps me from runnin’ But just keep it comin’ How’d you learn to do the things you do? And nobody does it better Makes me feel sad for the rest Nobody does it half as good as you Baby, baby Darlin’, you’re the best Baby, you’re the best Baby, you’re the best Sweet baby, you’re the best Darlin’, you’re the best Darlin’, you’re the best Sweet baby, you’re the best Baby, you’re the best Sweet baby
We naderen de zone van het “sluitstuk”, de brioche zoals ons grootmoeder het zou zeggen, van de mantel van God. Als een appeltaart vol brokjes sierraden bevindt deze zich in centraal op de borst. Ook hier de optische illusie van soorten edelstenen, parels “op een bedje van” goud.
En laat dat nu net alweer het genie, de kunst, van Van Eyck tonen. Het goud dat je ziet is helemaal geen goud. In tegenstelling tot wat men al eens in middeleeuwse schilderijen kon zien of bvb een paar eeuwen later, gebruikte Van Eyck geen goud!
Goud (of bladgoud) geeft altijd wel een uitstraling. In de middeleeuwen zag men goud niet alleen als een soort reflectie door de zon maar ook als iets goddelijks. Of nog liever: iets/iemand die graag dichtbij de goderijen zou geraken, vooral na de dood 😉 Klimt zijn benadering is lichtjes anders maar geef toe, het valt wel op en voor Klimt is het duidelijk “een merk”.
Veel vroege schilderijen vanaf de Oudheid tot 1500 hebben een gouden achtergrond. Vaak gaat het om religieuze onderwerpen. Deze gouden panelen moeten overkomen als puur goud. Omdat het bladgoud kwetsbaar is moeten de oppervlakken van de panelen glad zijn. Onder de laagjes bladgoud wordt een oranje of roodbruine zachte, vette klei aangebracht om het bladgoud te laten hechten aan het paneel. De kleur van de klei geeft het goud een warme gloed. Als bladgoud direct op een witte ondergrond wordt aangebracht, krijgt het een koude, groene kleur.
Volgens Cennini kunnen er 145 blaadjes bladgoud uit één gouden munt geslagen worden. Hij raadt echter aan om niet meer dan honderd blaadjes uit een munt te slaan, zodat het bladgoud wat dikker is.
Maar dus voor de duidelijkheid: “ceci n’est pas de l’or” dus 😉 Je denkt het alleen maar. Het is een illusie! Van Eyck combineert geel, rood, wit, bruin,…op zo’n wijze dat we het helemaal aanvaarden alsof we goud zien. Door verder te perfectioneren in de toepassing van olieverf en vooral de transluminescente eigenschap uit te buiten, kan je nog meer de uitstraling en de reflectie van echt goud gaan benaderen.
Ik probeer in mijn tekening dit te benaderen. Potloden zijn hiervoor geen ideaal medium. Ik zou eerder de combinatie van was/oliegebonden potloden met aquarelpotloden moeten maken. Daarbij de aquarellen oplossen met water waardoor er een transparante film ontstaat. Niet zeker of het werkt maar het zou wel eens “resultaat” kunnen hebben. Maar eerlijk gezegd, ik wil het risico niet lopen en om proeven te doen heb ik helaas geen tijd. Ik zet het op mijn bucketlist 😉
Het gaat natuurlijk allemaal over licht en kleur. En ik mis binnen de potloden “loodwit” heel hard. Dat mooie stralende wit. OK, het was geen zuiver spul maar het resultaat is toch wel verbluffend (net als loodgeel trouwens).
Merk op dat ik, naast de appeltaart ook een aanzet naar de stelen van de zonnebloemen heb gemaakt 🙂
In de naweeën van een soort griepachtige toestand heb ik de laatste week niet getekend. Dat na het KMSKA-avontuur is het al bijna een maand geleden dat ik nog echt bezig was om die God-figuur in de kleuren. Het heeft niet echt belet om mij te verdiepen in de bijbelse figuur, apocriefe evangeliën en andere randverhalen. Ondanks dat ik niet geloof in leven na de dood, vind ik het hele ontstaan van de cultus rond een geloof altijd best boeiend. Wetenschappen die parallellen aantonen, historische vermenging of zelfs het overnemen van het gedachtengoed van een ander om toch maar tot een vergelijk te komen. Allemaal boeiende materie. Het gonst dan in mijn gedachten aan andere parallellen zoals het Vlaams Belang de 1 mei viering aangrijpt als eigen “feestdag”. Er zit wel wat in aan strategie als je maar effe de tijd neemt om de ballon van de agressor te doorprikken.
En terwijl wordt in Gent keihard bespaard en gesnoeid in activiteiten, middelen en personeel. Zolang het “grootse centrum” niet betreft. De invloed van de schaalvergroting wordt alsmaar meer duidelijk. Het landelijke dorpsgevoel van de deelgemeenten verdwijnt…of beter het wordt vernietigd. De deelgemeenten dragen bij aan de grote stad, ze maken nu eenmaal gebruik van de schaalvergroting. Echter een stad is maar groots wanneer ze (internationaal) kan uitstralen. En geef nu toe, welke toerist heeft interesse in de randstad? Je gaat ook niet naar Parijs om een banlieue te bezoeken? De uitstraling van de stad ligt in een historische kern, grote toeristische trekpleisters en de omzet van de horeca.
Mariakerke blijft zeker niet gespaard van deze inkrimpende (of was het toch bekrompen) visie. Het is sowieso al een door waterstromen een opgedeelde deelgemeente waardoor de cohesie onder bewoners onderhouden niet altijd evident is. Het valt tegelijk ook op dat investeringen in andere deelgemeenten als Wondelgem en Drongen veel hoger ligt. Het is hun gegund al ben ik er van overtuigd dat het wel eens een “verdeel en heers“-politiek van het centrale bestuur betreft. De ontbrekende werking van de wijkregisseur spreekt boekdelen. Een nieuwe wijkregisseur probeert nog wat stukken brandend hout uit het vuur te redden maar het zal moeten beginnen bij het heropbouwen van de gemeenschap.
Ach ja…choose your battles, Max. ’t Is dat God het zo gewild heeft. En God in Gent is dat meestal een West-Vlaming LOL Ik geef “SABAWT” intussen wel wat kleur.
Deze week geen blog over “God en Van Gogh”. Door de expo in het KMSKA was ik 4 weekenddagen aanwezig in de expozaal. Ik heb daar getekend aan nieuwe ontwerpen. Ja hoor, onderstaande tekeningen zijn “ontwerpen”. Je zal ze dus over een tijd zien in een andere versie. Ik ga nog niet verklappen welke, je mag wel al beginnen raden naar wat de inspiratie is. Allemaal binnen mijn project waarbij ik nieuwe werken maak geïnspireerd op bestaande kunstwerken.
Bij deze blogs zit je dus in de VIP-stoel, “the golden circle”, op de eerste rij om mee in mijn atelier te kijken naar wat er leeft en wat er groeit. Waar en wanneer er geëxposeerd zal worden is nog niet zeker. Ik heb me voorgenomen om in 2023 in te zetten op productie maar dan weer zijn er die aanstekelijke vrienden die me ook inspireren en aanzetten om toch ergens nog aan een expo deel te nemen. De eerste in rij is waarschijnlijk het Kunstsalon te Drongen. Ook een expo te Deinze (met tekendemo’s) staat op het programma. En er worden toch weer zaadjes gepland om mee te doen aan Kunst in het Dorp (Bellingen). Ben je trouwens zelf kunstenaar en wil je exposeren; stel je dan zeker kandidaat-deelnemer voor Kunst in het Dorp via de website.
Over Van Eyck weten we niet veel maar er is wel al veel geschreven over zijn/hun kunnen. Eén van die dikke kloefers van boeken is de catalogus van de expo “Van Eyck – Een optische revolutie“. Heb je de expo gemist of had je net een ticket in de coronaperiode dan heb je toch wel wat gemist. Maar anderzijds is het een goede reden om eens naar Gent, Brugge of Antwerpen af te zakken. De werken (het totaal aan werken dan) is zo wat verspreid over de hele wereld maar dit is toch al iets dichter bij huis 😉 Kijk hier naar een paar clips over de voorbije expo.
In die expo/catalogus leer je al snel dat Van Eyck niet de uitvinder was van de olieverf. Dat was iemand anders. Wat Jan Van Eyck zeker wel op zijn naam mag zetten is het verder uitdiepen van licht- en kleurinvloeden door reflectie. Niet dat hij de enige was die er mee bezig was maar vanuit onze tijd gezien was hij zeker een ambassadeur van de toepassing.
In de tekening van God zijn vele parels te zien. Allen hebben een invloed van licht/donker, van de richting van de lichtinval en van de kleuren die hen omgeven. Maar vergis je niet, het zijn niet alles parels wat de klok slaat. In de onderstaande reeks zie je enkel parels. Licht komende van rechtsboven (vanuit ons perspectief gezien). Telkens een sikkel aan donkergroene reflectie. Echter in het beeld rechts (een detail net onder de SABAWT-tekst) zie je een mengeling van parels met duidelijk erg doorzichtige glazen bollen. Die vallen op het eerste zicht en in de overdaad aan versieringen niet op maar ze zijn er wel en maken degelijk een verschil.
De inkleuring van de glazen parels ten opzichte van de echte is helemaal anders. De reflectie van het licht is anders maar ook de kleur. De glazen parels laten het daglicht door en hebben daardoor een meer gele sikkel door het zonlicht. De echte parels hebben eerder een zacht, gebroken witte/licht groene sikkel.
Net zoals in mijn foto van glasparels boven is Van Eyck gekend voor het correct weergeven van de lichtinval in functie van waar het schilderij finaal zou komen te hangen. Het summum van die praktijk vinden we terug in “het portret van het echtpaar Arnolfini” alwaar Van Eyck zichzelf schildert in de reflectie van de spiegel op de achtergrond. Dezelfde reflecties vinden we terug in het schilderij “Madonna met kannunik Van der Paele” of in het paneel van de musicerende engelen (onderdeel van het retabel van het Lam Gods). Hieronder enkele details van de reflecties.
zelfportret in de spiegelmusicerende engelendetail musicerende engelenzelfportret in de reflectie soldaat naast kannunik Van der Paele
En hieronder de tussentijdse vorderingen. Ik word haast knettergek van het inkleuren van al die bolletjes 😉 Weet je aan wat die centrale juwelenplaat mij soms doet denken? Klik dan hier…
Terwijl we naar het laatste weekend van de Nationale Expo in het KMSKA toe gaan, wil ik je bij deze toch nog enkele goede redenen geven om naar dat museum af te zakken. Niet alleen krijg je er deze unieke expo bovenop, je kan er uren genieten van oude en recentere meesters. Ik ben er zaterdag om u te verblijden met een woordje uitleg als je dat wil.
Ik deed dit weekend nog ’s een stukje de ronde en geef je hieronder een andere blik op de collectie. Met enkele details die je misschien niet direct ziet (of maak er ineens een eigen persoonlijke zoektocht van om deze te vinden 😉 ) Al meteen een eigen kwisvraag (voor wie mij al lang volgt kan het geen probleem zijn): welk schilderij uit deze reeks heb ik ooit ’s nagetekend?
O ja, voor de kinderen is er ook een zoektocht doorheen het museum en hier en daar nog een leuke attractie.
Nog ’s pro memorie: de inkom is “gratis” voor houders van een museumpass. Heb je geen museumpass dan koop je die best al op voorhand want ter plekke kan je geen museumpass kopen.
Voor wie de blogs via de website volgt heb ik een aparte, rechtstreekse link naar deze reeks in het menu geplaatst. Je ziet ‘m links op het scherm onderaan het keuzemenu 🙂
Bij de vorige blog had ik het over de kwestie of deze figuur nu dan wel God is, dan wel Jezus. Ik ben tegelijk ook bezig met het tekenen van de geborduurde band over de borst van…jah…van wie hé 😉 De mystieke figuur. Maar misschien kan ik met de woorden van John Lennon het hele probleem oplossen: “God is a concept” en dan zijn we er meteen uit. HijHet is een DJ!
Terug focus op de tekening/het schilderij. Er staat eigenlijk veel tekst op de kledij maar de meeste tekst valt buiten het beeld dat ik teken. Onderaan het rode kleed valt bijna een hele gazet te lezen. Op de borst staat echter een rare tekst. Op het eerste zicht lijkt het SABAWT te zijn.
Quid dixis? SABAWT? Dat vroeg toch wel wat opzoekingswerk. In het dikke naslagwerk “Van Eyck een optische illusie” vind ik dat Van Eyck naar “sabaΩt” verwijst. Dat is toch al helemaal iets anders van Sabawt. Hoe zet je een “omega” om tot een “w”? Enfin…verder zoeken is de boodschap. Na veel vijven en zessen bots ik op “Sabaoth” wat dan toch wel iets dichter bij de “ohm” ligt dan een “w”. Maar misschien had ik daarvoor Grieks of langer Latijn moeten studeren. Al durf ik toe te geven dat de jaren Latijn en “studeren” beter niet in 1 zin worden gebruikt. Pater Theo draait zich allicht nog ’s om in zijn graf.
Sabaoth dus. De naam Sabaoth komt in het Oude Testament voor als verwijzing naar een leger. In het eerste boek van Samuël wordt de naam gebruikt als een naam van God . In gnostische teksten zou de naam duidelijk moeten worden weergegeven als “over alle krachten (van chaos)”. Voila. Dat weten we dan ook weer. Tjah…dat brengt ons toch wel iets dichter bij God dan bij Jezus. Al kan met het opschrift ook verwezen worden naar de ridders op het paneel links onder.
Wil je er toch nog meer over te weten komen, dan kan je best deze Wikipediapagina lezen. Ik kleur gezapig verder aan de groene stola rond de nek en probeer de vele pareltjes zo helder mogelijk te maken (voor wie nu pas inspringt: de drager is een grijs karton, wit moet dus worden gemaakt, het is niet het wit van het blad).
Deze week kreeg ik in een reactie op Facebook de terechte opmerking van Dany Hendrickx of ik nu dan wel God of Jezus aan het tekenen ben. Dany is bekend stadsgids in Gent. Onder andere reïncarneert hij tijdens de Gentse FeestenLieven Bauwens of Edward Anseele. Dany brengt nog vele Gentse figuren tot leven en zodoende kent hij de Gentse geschiedenis op zijn duimpje.
Toevallig was ik vorige week nog in mijn archieven gedoken en ergens gekneld tussen 2 dikke boeken zat nog het boekje van Alfons Lieven Dierick “Het Lam Gods” verborgen. Ik kocht het boekje ook al in mijn illusie het verdwenen paneel ooit terug te vinden. Het boekje geeft op zich wel een snel en goed overzicht waarom je – als je in Gent bent – zeker ’s naar dat retabel moet gaan kijken. Het is gelijk Manneke Pis, het Atomium of Historium bezoeken maar dan beter 😉 Het boekje heeft het ook over de kwestie die Dany aankaart…
De godsfiguur boven de aanbidding van het Lam stelt de kunst-historici voor een moeilijke vraag: is ze een voorstelling van Christus in majesteit, of een afbeelding van de Vader? Voor de eerste opvatting pleiten ongetwijfeld de gelijkenis met de “Deësis“-compositie en het wijzend gebaar van Sint-Jan dat, vooral in deze retabel, de zinvolle begeleiding kan zijn van zijn uitspraak: ziedaar het Lam Gods. De herhalingsmotieven op het rugtapijt van de troon – druiventrossen en wijnranken, een pelikaan die zijn jongen voedt – vormen duidelijke symbolen: de naam Jezus Christus staat er trouwens bij vermeld. Opmerkenswaardig is nog dat de kruisvaarders op het linker zijpaneel, volgens een origineel onderschrift*, strijders voor Christus genoemd.
* het volledige opschrift is pas na de restauratie volledig zichtbaar geworden
Voor de Vader-hypothes argumenteert men met de teksten op de mantel en in de bogen van de troonhemel, met iconografisch belangrijke details zoals het schoeisel aan de voeten en vooral met de vertoning door de rederijkers, vijfentwintig jaar na de inhuldiging van het veelluik, waarbij de centrale figuur onbetwistbaar als de Vader werd voorgesteld.
Uit het voorgaande moeten we wellicht besluiten dat zowel de inspirator als de schilder iconografische elementen voor beide personen heeft samengebracht.
God verschijnt ons in een dieprood, hogepriesterlijk gewaad. Hij draagt een tiara met drie gouden banden die rijkelijk met amethist, topaas en saffier zijn opgesmukt. Ook de scepter van rotskristal is een werkstuk van juwelierskunst, zowel als de agraaf op de mantel. De vlammende rode kleur is door Van Eyck in het centrum van zijn schilderij geplaatst, tussen het blauw van de Madonna en het groen bij Sint-Jan. Toch zijn de drie hoofdkleuren op elk van die panelen aanwezig: het groen in de tiaraslippen en het diepblauw in het rugtapijt. De strakke frontale houding waarin God is voorgesteld, wordt verzacht door de lichtval uit de rechtsliggende venster: het licht geeft ronding en ruimte aan de tiara, aan de warme mantelplooien en aan de harde edelstenen.
Nadat we eindelijk terug eens konden exposeren gingen de materiaalprijzen door het dak waardoor dan weer de productie of stil viel of veel duurder werd.
En dat viel keihard op: het wordt weer spannend (financieel dan) de komende maanden. Maar we zien wel.
Het was desalniettemin een druk expojaar: 10 expo’s met als climax de expo in het KMSKA en blogwerk over dat grote werk: #stadswacht.
Met #stadswacht startte ik officieel de nieuwe lijn in mijn tekenwerk: nieuwe werken met een knipoog naar een bestaand werk of kunstenaar. En ik moet zeggen dat ik het erg leuk vind om te doen. Dus daar volgen zeker nog wel tekeningen in die richting.
Omdat ik ook in 2022 strategische keuzes moest maken viel het mij des te meer op hoe moeilijk het is om de combinatie kunstmaker-organisator/curator-werk/gezin recht te houden. De vraag “doet u dit als beroep” (= de elegante versie van “en wat doe je voor werk?”) blijft immer beantwoord als “niet voltijds” want helaas “onstabiel inkomen”. En dan heb ik het niet eens over dat N-VA-k*lf die ik zelfs niet bij naam ga noemen maar die wel betaald wordt met Vlaams belastinggeld.
Maar het is niet langer geld wat de doodsteek van de Vlaamse Cultuur zal zijn. In mijn idee zal het gebrek aan opvolging zijn. Gebrek aan continuïteit. Verenigingen (waar het meestal allemaal ergens start) vergrijzen en ik merk bij de jeugd weinig enthousiasme om aan te sluiten in de organisatie. Waarom blijft me een mysterie (want dan zouden we er ook iets kunnen aan doen) en of dat in andere landen ook zo is, ik heb er het raden naar. Hebben we de beeldende kunsten gezien? Is het “passé composé” of volgt er toch nog een revival?
Naast het organisatorische probeer ik me te blijven inzetten om tot een samenwerking te komen. Ik geloof nog steeds sterk dat een kunstwerk kan worden gemaakt binnen een samenwerking van creatievelingen. Net als bij muziek moet er ergens een rond punt te vinden zijn waar de ideeënmakers, de technisch uitvoerders en presentators mekaar vinden. Al wordt dat een hele uitdaging 🙂
Dus 2023 wordt een uitdagend jaar. Voor mij vooral met de focus op productie. Als het er van komt, dan zien we ergens eind 2023 op zijn minst een aanzet voor triptiek 3 en in tussentijd nog heel wat #rippingtheclassics werken. Het wordt fun! Ik garandeer het u! En expo’s die volgen wel, zoals ze komen en gaan 🙂 Meanwhile doen we gewoon een Elviske (op1:32) om ons bezig te houden want in 2023 zijn we ALLEMAAL dé MAX 😉
De schets voor de tekening “Over God & Van Gogh”, ofte een optische illusie op het punt waar Van Eyck en Van Gogh mekaar spiritueel hadden kunnen ontmoeten is in de maak.
Van Gogh is zonder twijfel de man die voor altijd zal verbonden blijven met de zonnebloemen. Opvallend is dat die zonnebloemen feitelijk maar voor een korte periode in zijn carrière te zien zijn. Van Gogh schilderde jaren aan een stuk mensen. Mensen in hun dagelijkse doen (denk maar bvb aan de aardappeleters). Het is pas nadat hij Nederland, Vlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk achter zich liet dat hij ergens in de Provence aan die zonnebloemen begon.
Vermoedelijk gefascineerd door het zonlicht, de felle kleuren die we in het zuiden herkennen en dat in contrast met de donkerste nachten, toen nog zonder al te veel lichtvervuiling. Het moet hem wel aangesproken hebben.
Van Gogh maakte de zonnebloemen in Arles, in Zuid-Frankrijk, in 1888 en 1889. In totaal schilderde hij vijf grote doeken van zonnebloemen in een vaas, met drie tinten geel ‘en anders niets’. Zo liet hij zien dat het mogelijk was een voorstelling te maken met veel varianten van één kleur zonder aan zeggingskracht in te boeten.
Voor Van Gogh hadden zijn schilderijen van zonnebloemen speciale betekenis. Ze drukten ‘dankbaarheid’ uit, schreef hij. De eerste twee hing hij in de kamer van zijn vriend Paul Gauguin, de schilder die een tijdje bij hem kwam wonen in het Gele Huis. Gauguin was onder de indruk van de zonnebloemen, die volgens hem ‘helemaal Vincent’ waren. Van Gogh had tijdens het verblijf van zijn vriend al een nieuwe versie geschilderd en later vroeg Gauguin er een cadeau. Daar voelde Van Gogh niet veel voor. Wel maakte hij nog twee vrije herhalingen, waarvan er één in het Van Gogh Museum hangt. (bron)
Opvallend is dat Vincent geen gedroogde zonnebloemen schilderde, iets wat ik bij deze tekening wél zal doen. Al schilder ik niet, maar goed, dat is geen nieuws 😉
De schets toont het portret van God met daarop 2 gedroogde zonnebloemen als centraal beeld. Hieronder de evolutie van de schets. Tussen start en einde schets 15uur werken…
Er zijn monumenten en er zijn Monumenten. Die waar je bij een verbouwing niet enkel de gevel laat staan maar het ten strengste verboden is de hele constructie af te breken. Ook al dacht men daar in het verleden anders over, vandaag dragen we zorg voor ons patrimonium en de schilderijen van Jan Van Eyck maken daar zeker deel van uit.
Ondanks dat ik altijd stel dat mijn kopies altijd kunstwerken betreffen die NIET in je top 10 staan van jouw meest favoriete werken, ondanks dat ik stel dat er monumenten zijn waar ge naar kijkt maar niet aankomt, ondanks dat ga ik mij (nog eens) wagen aan een Van Eyck. Een stukje maar en dat binnen het geheel van een totaal nieuw werk.
Vele jaren geleden (moet minstens zo’n 25 jaar geleden zijn) maakte ik een 1/1 kopie van de grisaille van Johannes de Doper. Ik was toen helemaal in de ban van de diefstal van dit paneel. Het toen uitgebrachte boek van Karel Mortier bracht me bij momenten bijna in trance. Al goed dat er andere amateurdetectives waren die elk hun spoor verder gingen onderzoeken en uiteindelijk nergens uitkwamen.
Ik was toen zeker nog niet zo getraind in kijken en tekenen als vandaag. De technieken van destijds waren ook die van vandaag niet. Vandaag is Google je beste vriend en krijg je mega-hoge resolutiebeelden te zien. Destijds moest ik het doen met een flauwe afdruk en een kaartje. Dan gaan wel heel veel details verloren. Ik ben er ook zeker van dat – mocht ik die kopie vandaag maken – ze nu veel lichtvaster zou zijn dan de versie van toen. Dat is ervaring hé…helaas…of net niet 😉
Ik maakte een tijdje terug nog een eigen versie van een bestaand schilderij van Van Eyck. In mijn nieuwe stijl: geen kopie maar een aantal geplukte elementen en een aantal nieuwe. Zo werd mijne maat Kris Van der Stiggel model voor deze nieuwe versie. Lees hier het hele verloop van dat avontuur.
In de nieuwe versie waag ik me aan een detail van het retabel van het Lam Gods aangezien ik toch het echte niet volledig kan/mag namaken op ware grootte 😉
Ik ben ook niet van plan het portret van God op ware grootte te maken. Neen, ik ga het combineren met iets van Van Gogh en zodoende wil ik een cross-over maken tussen extreem realisme en stevig expressionisme. #rippingtheclassics pur sang!
Als Gentenaar is een basiskennis rond dat retabel een must. Daarom zal ik zo nu en dan wel eens een weetje over het retabel of over de Van Eycks lanceren. Hier al eentje om op te warmen:
De Gentse schepen Joos Vijd en zijn vrouw Elisabeth Borluut geven de opdracht aan Jan en Hubert om Het Lam Gods te schilderen. Ze laten een extra kapel bouwen in de Sint-Baafskathedraal, speciaal voor het werk. De kapel wordt de Vijdkapel gedoopt. Wat je waarschijnlijk niet weet, is dat vooral Jan Van Eyck Het Lam Gods schildert. Hubert Van Eyck geeft de aanzet voor het schilderij, maar niemand weet exact wat zijn bijdrage is. Hij sterft namelijk in de beginfase van het meesterwerk. Jan maakt Het Lam Gods af in 1432.
Vanaf donderdag 22 december 19u opent “De Nationale Expo” zijn deuren voor het grote publiek. Iedereen mag binnen in De Nationale Expozalen, in geval van grote drukte zal er aan crowd control moeten gedaan worden om de veiligheid van werken en bezoekers te garanderen. Misschien is dit hét uitgelezen moment om ook de rest van het museum te gaan bewonderen?
Van 20u-21u30 gaat de veiling van werken uit De Nationale Expo, ten voordele van De Warmste Week door. Dit is een selectie aan werken, niet elk werk wordt aangeboden voor veiling. Mijn inzending “Leven!” is niet te koop. De veiling opent al online op vrijdag 16 december, op de website van veilinghuis Bernaerts (https://www.bernaerts.eu/veilingen.php). Laat het weten aan je netwerk! Vooraf kan je online bieden, tijdens de veiling zelf kan je live, online of telefonisch bieden.
Hieronder al een preview van de werken voor De Nationale Expo tijdens de opstelling… Wil je mij in het KMSKA ontmoeten? Stuur me zeker een bericht. Ik zal er niet dikwijls zijn maar op vraag probeer ik me zeker vrij te maken voor een babbel met jou 🙂
De laatste weken heb ik verder nagedacht welke richting ik uit moet/wil met de 3e triptiek. Na lang nadenken, twijfelen, meten, opnieuw meten en beseffen dat het toch wel erg veel tijd vraag om een centraal paneel te maken van dat formaat, heb ik beslist om de #stadswacht NIET als buitenpaneel voor de volgende triptiek te houden.
Het formaat per paneel (ongeveer 120cmx190cm) zou ik 4x moeten vullen en dat is me te veel. Vooral in tijd is dat te veel. Het legt andere ideeën en projecten te lang stil om goed te blijven. Vandaag twijfel ik of ik toch terug zou grijpen naar het originele idee om de 3e triptiek evengroot te maken dan de eerste, de triptiek van de dood. Die meet gesloten “slechts” 140x100cm en dus open 280cmx100cm. Dat is op zich al geen kleintje voor een tekening. Meer nieuws over deze twijfelaar volgt dus 😉
Intussen werk ik aan een nieuw project(je). Je zou het mijn tekenstijl misschien niet geven maar ik ben, naast de renaissance en de Vlaams-Belgische klassiekers, ook wel geboeid door werken van mijnheer Vincent Van Gogh. Oooh, ik herinner me nog goed toen we met het humaniora op reis gingen naar Amsterdam en het Van Gogh-museum bezochten. Ik kon echt niet begrijpen dat zo’n kliederaar een eigen museum kon krijgen. De dorpsgek. Zonde van de verf. Dat moeten zowat mijn gedachten van toen geweest zijn. “Het lijkt er zelfs niet eens op. Kijk nu naar die bloemen, dat perspectief van die stoel of die portretten. Wie ziet daar toch iets in?”, vroeg ik me af. Mezelf kennende zal ik dat ook niet onder stoelen of banken hebben gestoken en allicht was ik veel liever naar het Rijksmuseum gegaan.
Met de jaren – eigenlijk bijna gelijk het leren waarderen van wijn – heb ik Vincent door een andere bril leren bekijken. Als een mens. Als iemand die het anders zag, emotie en vooral getormenteerde gedachten in zijn schilderijen kwijt wou. Symbolen zocht voor de woorden die hij misschien niet kon vinden. Ik onthou me van verdere diagnoses die specialisten misschien wel willen maken. Het is niet aan mij. Samen de studies rond Rembrandt en Rubens ben ik “het sculpteren met verf” leren waarderen. Dat je aan de hand van de dikte van de verflaag ook een bijkomende sfeer, een laag expressie boven op een beeld kan leggen. Tot zelfs de humor in sommige werken gaan zien.
Alweer brengt reizen de mens tot ruimere inzichten: plaatsen waar Vincent is geweest als het Place du Forum (Arles) of zonnige steden als Saint-Rémy-de-Provence, Saint Paul of Parijs geven een beter inzicht in het leven en de maatschappij. Tijden en ontwikkelingen gaan heel snel in de 2e helft van de 19e eeuw en misschien was Vincent niet meer dan op zoek naar rust en traagheid. Een beetje zoals we dat nu al eens ervaren bij een burn-out.
Dit dus om te zeggen dat mijn nieuwe werk mede geïnspireerd is door Van Gogh. Het zal eerder een (duidelijke) referentie zijn. Maar veel meer in mijn stijl dan in zijn stijl. Dus niet iets zoals mijn portret van een treinbegeleider (geïnspireerd op het portret van Joseph Roulin)
December: de maand van donkerte, speelgoed en nachtelijke familie- & vriendenfeestjes. Daarom scoort december eigenlijk niet zo goed bij mij. Niet dat ik geen familie of vrienden wil zien, het gaat ‘m om die donkerte waar ik niet mee omkan. Korte dagen, weinig zonlicht,…grrr…En moe dat ik daar van loop…
En het parallelle probleem is: die (creatieve) gedachten in mijn kop staan dus niet stil. Kon ik die parkeren, dan had ik allicht meer rust 😉 Nu voelt het continu of ik in een soort hybernatieve toestand zit: ik wil vanalles doen maar ik krijg het niet in de praktijk omgezet. Enfin, mijn hoofd zit dus weer vol projecten: een expo (neen, geen grote expo, een kleintje), tekenprojecten,…zelfs ideeën tot samenwerking met kunstenaarsvrienden flitsen door het hoofd. Het is me wat. Tijd dat het lente wordt…Nog euh…hoeveel dagen? Ah ja, maar ’t moet zelfs eerst nog winter worden.
Maar hey…is Max nu een prefecte lamzak geworden? Neejeuuuu…(wat had je gedacht)! Waar heb ik het nog niet over gehad bijvoorbeeld? Mijn bezoekje aan het MOCO Museum Amsterdam. En hangt daar een sappig verhaal aan? You bet ya!
Ik was dus met mijne maat Brecht – ge weet wel…diene van Coffee.beez – op trip in Amsterdam. Euh…oei…ah ja, g’hebt gelijk…”op trip” en “Amsterdam” in één zin schrijven kan je op het verkeerde been zetten. “Op stap” dus. En omdat Brecht meer verstand heeft van koffie en honing dan van kunst, neem ik voor één keer de leiding. Dus wijle naar het Van Gogh-museum. Daar loopt de tentoonstelling “Golden Boy” met werken van Gustav Klimt. Wij met de taxi van ’t station naar het museum.
Amaai die taxi’s rijden voor zot in Amsterdam! #norules da’s duidelijk. Komen we aan voor ’t Van Gogh-museum…Staat het daar vol flikken. De taxichauffeur zijn gulden valt en zegt iets als “ah ja, ’t is just. De premier van Italië is op bezoek en de koning is naar ’t museum getrokken met hem. Het museum is gesloten.”. Tjah…daar stonden we dus. Voor de deur van het museum zonder de mogelijkheid om binnen te gaan. De taxichauffeur liet nog een gulden vallen (en dat voor nen Hollander, echtig) en raadde ons aan om naar het aanpalende Moco-museum binnen te stappen. Of het onze dada zou zijn, dat zouden we nog wel eens zien…
Met een beetje sjans (euh..sorry, geluk in ’t Vlaams) toch kaartjes kunnen boeken voor het gepaste tijdslot en naar binnen. Geen vestiaire, rugzakken op de buik dragen aub en alles in Engelse spoken.
Als je Klimt verwacht is Moco wel effe wennen maar na een paar werken ben ik mee in de sfeer: streetart en popart. Nice. Enkele stevige stukken gezien en ook originele werken o.a. Banksy, Haring of Warhol. Toffe werken die ik nog niet eerder had gezien. Het was “een accidentje” maar ’t was toch de moeite. Moco kan je doen op een uur of wat langer als ge alles wilt zien.
PS: in NL is “betalen met de kaart” gelijk aan “pinnen maar wist je dat “contactloos betalen” gelijk is aan “tikken”?
Een paar minuten geleden werd bekend gemaakt wie geselecteerd is voor de Nationale Expo en dus een plekje krijgt in het KMSKA. Ik ben er nu met zekerheid bij!
Met alle stemmen geteld beland ik finaal op plaats 39 (40-1 te groot werk) met 409 stemmen. Dat op 2541 inzendingen! Nog eens aan iedereen die op me stemde, die steunde, deelde en vooral aan alle apostelen die de inzending ook bij hun kennissen bekend hebben gemaakt. Het wordt zeer zeker gewaardeerd. Ik ben nu zelf wel erg benieuwd hoe men deze mix aan kunstwerken tot een mooi geheel zal opstellen…spannend spannend spannend…
Van 22 december 2022 tot en met 22 januari 2023 kan je de werken gaan bewonderen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Met de museumpas kan je gratis binnen. Reserveer alvast je tijdslot, zodat je zeker bent van je plek.
Ik kan je ook aanraden om een Museumpass aan te schaffen. Niet omdat ik nu toevallig deelneem aan deze wedstrijd maar wel omdat je het bedrag er snel mee terugverdient + je stapt ook sneller eens een “twijfelmuseum” binnen. Zo ontdek je een hele wereld aan geschiedenis, kunst, cultuur, speciale momenten in de tijd.
Op 11 november herdenken we het einde van WO 1. Voor ons – Belgen – vooral gekend voor die oorlog in West-Vlaanderen daar… Officieel was de aanleiding van WO 1 de moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk. Frans was zowaar evenzeer pech- als geluksvogel als je even de moeite neemt om na te lezen hoeveel pogingen er nodig waren om hem klein te krijgen wordt het bijna een klucht. En dan vooral over hoe die pogingen afgelopen zijn. Gavrilo Princip vermoordde Frans Ferdinand en zijn vrouw maar om u een inzicht te geven op de “kansen” dat deze aanslag gelukt is, citeer ik hier een lijntje Wikipedia:
Door het toeval dat Frans Ferdinand besloot de officieren in het ziekenhuis te bezoeken, dat de chauffeur de verkeerde afslag nam en stilstond, en dat Princip toevallig door de voordeur van de delicatessenzaak naar buiten stapte, kon Princip de kroonprins van zijn leven beroven.
Gelukkig hebben we vandaag een R op de snelheidspook van de auto staan. Het kan mensenlevens redden…
Maar ik blog niet om deze gebeurtenis onder de aandacht te brengen. Ik blog vooral om de absurditeit van extreem rechts, extreme gedachten en oorlog voeren aan te kaarten. Als kind van de koude oorlog, vind ik (zacht gezegd) de Poetin-idiotismen iets om aan te pakken. Dat zo iemand aan het hoofd komt van zo’n grootmacht en dat er geen mogelijkheid is om die op een zijspoor te zetten is niet echt geruststellend.
Onze media staan momenteel bol van de verhalen van gedemotiveerde Russische soldaten. Mijn advies: gasten, stopt ermee, het is de moeite niet en het brengt u ook geen enkele eer. Maar tsaar Poetin is moeilijk van zijn kolonisatiedrang af te brengen. En legeraanvoerders die hebben doorgaans een hoog EQ. Hoe oorlog (WO 1 in casu) vanuit het standpunt van een Duitse soldaat eruit ziet, zonder veel grote triomfmuziek, zie je in de film “All Quiet on the Western Front”. Een interessante blik waar eens niet vanuit de kant van de geallieerden wordt gefilmd met veel heroïsme. Eigenlijk zou iedere laatstejaars dit minstens moeten gezien hebben. En ook die Waalse aap die de legerdienst terug wil instellen…
Op aanraden van collega blogger Patricia naar het museum De Reede te Antwerpen geweest. De foto’s na het bezoek van Patricia waren zo boeiend dat ik deze expo niet kon laten liggen.
Eerlijk gezegd, ik kende het museum helemaal niet. Wat weer bewijst dat nationale zenders veel meer inspanning moeten doen om (ook) de eigen culturele activiteiten sexy te maken. Inspiratie kunnen ze daar zeker vinden bij NPO. Maar goed, ik blog niet om te janken over de VRT, ik blog over een keitoffe expo.
Museum De Reede exposeert werk van Eugeen Van Mieghem, Francisco Goya, Felicien Rops en Edvard Munch. Wie graag tekeningen ziet of zelf graag tekent zal hier absoluut aan zijn trekken komen. Dit museum (van “normaal” formaat) toont een hele collectie aan werken. Sommige komen bekend over maar andere zijn totaal nieuw, zelfs vernieuwend.
Door de voornamelijk zwart-witte tekeningen krijgt de expo een heel apart sfeertje. Dit in de mix met thema’s als erotiek, prostitutie, angst, oorlog, ziekte en dood klinkt het ineens erg zwaar beladen. Maar die indruk had ik tijdens het bezoek helemaal niet. Dat het geen feel-good-expo is, dat is dan ook weer duidelijk maar ’t is niet dat ge’r depressief buiten komt. Ik vond het eerder regelmatig hoopgevende beelden. De tekeningen stralen allemaal heel veel kracht uit, dynamiek. Enfin, ik had mijn fototoestel mee en heb bijna de hele expo vastgelegd omdat ik er maar niet genoeg kon van krijgen.
En mijn jongste spruit die heeft zich bezig gehouden met de bundel opdrachten voor kinderen. Kleurprenten, zoekopdrachten,…en basisuitleg over de kunstenaars, het zit er allemaal in.
Als alles goed loopt zijn we er bij! Maar we gaan het vel van de beer niet schieten voor het verkocht is (een verkoop met gaten in dat vel oogt ook niet echt hé). De eerste 50 op aantal stemmen gaan al met zekerheid door naar de expo.
Momenteel hou ik plaats 44. Vanochtend was dat nog 43. Er komen allicht nog enkele te verwerken stemmen binnen. Het zal velen opgevallen zijn dat het netwerk van de Nationale Expo niet echt van de rapste is 😉
Maar in ieder geval: IEDEREEN bedankt om te stemmen! En sorry dat ik zoveel heb gezaagd maar ziet, ’t heeft toch geholpen! 🙂
Voor je begint te lezen: heb je al gestemd? Ja –> lees dan in alle rust verder.
Neen? –> wil dan eerst stemmen voor mijn tekening. Ik steek er veel moeite in (in de tekeningen en de blogs), het is een kleine retour die je geen cent kost maar wel van grote betekenis is voor mij (als motivator om verder te doen). Klik hier https://nationaleexpo.museumpas.be/project/36907
Dit is dus de laatste blog van de #stadswacht. Nét binnen de termijn van “eind oktober klaar” heb ik ‘m vandaag (30/10/2022) afgewerkt. Tussen de vorige blog en deze zitten ongeveer 15uren werk aan domweg inkleuren van de achtergrond. Gelukkig was die al helemaal uitgetekend en ging het “snel”.
Voor de zekerheid was ik vorige zaterdag nog naar Lucas Arts geweest om wat extra potloden voor de achtergrondkleur. Een tussentijds trouwfeest kwam goed van pas om nog ’s naar de gevels van het Gentse stadhuis te kijken voor ik er aan begon. Ik heb de gevel niet helemaal correct weergegeven, eerder een suggestie ervan (zie eerdere blog). Dat is met opzet gedaan om de focus op de voorgrond te houden.
Gewapend met potloden, lat, tekendriehoek en de tablet kan ik er helemaal tegenaan. Ik vergroot de tafel in de lengte door er de strijkplank achter te zetten. Dat is verdekke nog handig zo’n strijkplank. Die kunt ge perfect op de hoogte van de tafel zetten. Super gemakkelijk. De potloden vliegen er door alsof ze van boter zijn. Continu bijscherpen en aan die prijs (ongeveer 3,5euro/stuk) zie je veel centjes in de asbak verdwijnen. Wanneer mijn punt afbreekt, werk ik met de punt alleen tot zolang het mogelijk is…
Maar finaal geraken we er. Met zwarte middenvinger (of kakabruin hé Brecht) en vervloekt veel geduld ben ik er geraakt. Hij is af en ik kan hem bij deze officieel voorstellen: de #STADSWACHT. In lage resolutie hieronder, wil je’m graag in detail bekijken: KLIK HIER voor de hoge resolutiefoto.
Bedankt voor het volgen van deze reeks gedurende 4 maanden. Ik neem nu even een break en dan zien we wel wat er voor nieuws op papier verschijnt 🙂 Hopelijk tot in het KMSKA.
En de living…die staat weer klaar voor ander verhaal 🙂