Toren van Babel: reclame

De torenrij aan de linkse kant van de gevel is klaar. Enfin toch voor wat verdiepingen 1 en 2 betreft. Op de 2e verdieping staan trouwens 2 torens erg dicht bij mekaar. Door de gevel zie je zo de trap “in” de toren.

Weet je wat ik grappig vind? De achterste toren op de 2e verdieping heeft bovenaan een constructie. Het deed me spontaan denken aan de Cola-reclame die ik me herinner uit mijn jeugd. Het grote bord stond op het De Brouckèreplein te Brussel. Het bord is vandaag vervangen door een LED-scherm. Mist een beetje charme… Maar wie weet stond er op de Toren van Babel wel reclame voor Bruegelbier? 🙂

Nog net voor ze het hoekje omdraaien moeten de wandelaars, zowel op het gelijkvloers als op het verdiep door een boog. Beneden is de boog geflankeerd door een huis en een boerderij (links). Ze zijn nu de eerste aanzetten om de kijker te sturen naar het ontdekken van de achtergrond. Al vind ik dat, nu het in mijn tekening nog niet is uitgewerkt, extra diepte te geven aan het werk en de toren nog meer op de voorgrond te brengen. Je kan immers niet focussen op de voorgevel van de toren en tegelijk de achtergrond zo scherp zien als het in het schilderij wordt voorgesteld.

Om toch nog extra diepte in het schilderij te steken, schildert Bruegel dikwijls in “laagjes”. Zoals een toneeldecor bestaan zijn schilderijen uit een voorgrond, een centrale scene en een achtergrondscene. We herkennen dit hier, op de andere versie van de toren, op de val van Icarus,… Op de voorgrond breng ik de eerste schetsen van 2 steenkappers aan. Ze stralen kracht en devotie uit. Alsof ze onuitputtelijk kunnen blijven hakken. De toewijding wordt nog benadrukt door de stapel stenen die rechts van hen ligt (is nu geschetst, wordt later wel duidelijker).

 

Toren van Babel: appartement te koop

Regelmatig zie je mensen over het muurtje kijken naar de activiteiten die zich beneden afspelen. Aangezien het niet regent doen ze dat in open lucht of onder het dak van een kraan. Ik verras u allicht niet meer door deze open deur in te stampen: in dit vakje is er alweer iets unieks te zien. De constructie aan de rand van de rondgang op de tweede verdieping is niet van hout – zoals dat gebruikelijk was in die tijd – maar wel in steen. Een hoog stenen huis(?) met een rare inplanting van de vensters. Het is alsof er een verdiep ontbreekt of er een soort “donker verdiep” is gemaakt. En dan de merkwaardige aanbouw op de rechter zijvleugel. Kan het zijn dat er nog aan gewerkt wordt? Is het een tijdelijke werkplaats (zie vorige blog) of is het toch een vaste constructie die een rechtstreekse toegang in de toren voorziet. Een beetje zoals de Corridoio Vasariano in Firenze? In Firenze zie je nog regelmatig gelijkaardige gevelaanhangsels en die zijn doorgaans uit dezelfde bouwperiode dan deze Bruegel (1565).

Misschien was dat huis wel het toeristisch informatiebureau..stel je voor…Of de vastgoedmakelaar 🙂

Toren van Babel: het goede handje

Ik heb er een lap op gegeven: de 3e verdieping staat er volledig op en er is verder gewerkt aan de 2e verdieping. In zwart-wit ga ik meer en meer op in het beeld. Het fijne potlood (2tiende millimeter dik) laat me toe heel precies te gaan werken. Zalig.

Meer en meer wordt de “baan” van de pleisterwerf duidelijk en komt ook het linkse einde van de gevel in beeld. Als referentie – omdat ik op den duur wel eens de richting zou kunnen verliezen – (her)teken ik ook wat zaken op het gelijkvloers of in de tuin.

Links zie je de eerste aanzet van een kolom aan torentjes. Behalve onderaan de grote haven (rechts onderaan) komt dit niet voor in de gevel. Het is een beetje een merkwaardige inplanting van de torenreeks. Toren worden normaal gezien gebouwd om gebouwen, terreinen te beschermen. Als er dus gevaar dreigt, komt dat niet van over zee of van over de rivier (achtergrond links) maar wel vanuit de linkerhoek vooraan. Voelt u zich nog veilig wanneer u naar de toren kijkt? Weet dat het kwaad van linksachter u komt! Het is daarom niet te verwonderen dat uw rechterhand uw “goed handje” is…

Toren van Babel: de plakker

Ik blijf gefascineerd door de hijskranen maar daarover later meer. Dit beeld vraagt even andere aandacht. Want dit plaatje toont iets wat ik tot nu nog niet eerder ben tegen gekomen: man aan het werk. Misschien denk je nu wel dat er wel al eerder werkende mensen in beeld zijn gekomen en dat is waar. Maar dat waren meestal boeren, sjouwers, handelaars,…De meeste mensen op het beeld zijn nog steeds gewone passanten. Ze lopen ergens in beeld maar in wezen doen ze niets.

In deze blog neem ik u mee naar dit geel gemarkeerde vakje…

In zwart-wit is het allemaal een beetje duidelijker. Hier zien we een man die met een zak op zijn rug een ladder op kruipt. Hij gaat naar een werkplaats toe. De werkplaats is tegen de muur gemonteerd. Gelet op de inplanting van de werkplaats moet het wel om een plakker gaan. De witte streep over de hele gevel van de toren duidt op pleisterwerk dat wordt “gemorst”. Wat meteen het bij deze eeuwenoude bewijs levert dat plakkers de “vuilaards” zijn van de werf. Al blijft er achteraf wel een mooie witte laag op onze muren plakken. Ik vermoed daarom dat deze man dus een stukadoor of “plakker” moet geweest zijn.

De scene in het aanpalende vak, met eveneens een constructie tegen de muur, is me niet duidelijk. Aan de kleuren te zien is ze gerelateerd aan de plakkers maar wat er precies wordt gedaan blijft onduidelijk. Er staan een paar hijstonnen maar de vloer is veel te netjes om opslagplaats te zijn.

 

Toren van Babel: einde van de zomerstop

Ervaring telt, zeker in het maken van kunst. Je mag geweldige ideeën hebben, als je ze niet kan realiseren blijf je er mee zitten. In tegenstelling tot hoe ik het tot nu toe aanpakte dacht ik er aan om de toren verder eerst tot in detail af te tekenen om hem daarna te gaan inkleuren.

Vooral omdat het tekenen het meest concentratie vraagt, moet het ook vooruit gaan. Tot nu maakte ik mijn tekening onmiddellijk in kleurpotlood (zie eerdere blogs). Dat vraagt om de zoveel lijntjes het aanscherpen van de punt. Maar kleurpotloden zijn niet echt gemaakt om erg fijn gescherpt te worden. Daarom kocht ik mij een teken-vul-potlood aan van 0.2mm. Het fijnste dat er is. En dat volstaat om de tekening met gemak en detail verder te zetten.

Bij het tekenen (zonder kleur bedoel ik) kan je de taferelen in de toren veel beter zien. Door de kleur, en zeker de donkere kleuren, gaan vele figuurtjes verloren. Voor deze blog koos ik er een tafereel op het 3e platform. Daar staat een van de vele hijskranen. Achter de constructie zie je er nog eentje. Een soort werfkeet die tegen de muur is aangebracht. Een man klimt er op een ladder naartoe met een zak cement of pleisterwerk op zijn rug. Rechts van hem, op dezelfde hoogte zie je een kuip met pleisterwerk naar boven getrokken worden. In het huis met de hijskranen zijn 5 mannen bezig met materiaal naar boven te trekken. De scene is al bij al 3x5cm groot. Je zou er haast over kijken 🙂

Ik vind de tekening op zichzelf mooi genoeg dat ik begin te twijfelen of verder inkleuren nog wel een goede gedachte is.

De hijskraan met 2 draaimolens

De vierde verdieping is bijna klaar. Op een paar vensters na die nu eerst wit/grijs zijn (door het witte stof van de stenen) en daarna baksteenrood worden zijn we klaar met de 4e verdieping. “Klaar” is een groot woord want door de wrijvingen is het deel tot aan de kervensters een beetje flou geworden en moet ik daar de contouren voor de 4e keer hertekenen. Maar die stap – die ik zelf het “schminken” van de tekening noem – komt pas op het einde. Eerlijk gezegd vind ik de niet ingekleurde tekening van het gelijkvloers best interessant omdat je er zo goed alle details kan in zien. Veel detailwerk gaat verloren door het inkleuren.

Wat is er nu bijzonder aan deze laatste stapjes? Wel de hijskraan aan het einde is een flink stuk. Ze dient om zware blokken naar boven te trekken. Dat het niet zomaar een bouwkraan is zie ik aan de 2 raderen onder het dak van de hijskraan. Ze zijn een man groot en vermoedelijk liepen er dus ook mannen of kinderen in om het hijsmechanisme te laten draaien. Later daarover meer.

We zijn samen onderweg

Het is al een tijdje geleden dat ik nog iets schreef over de fameuze toren. Niet dat ik het project in de diepvriezer heb gestopt, hooguit in de koelkast. Enfin, voor de Nederlanders; in Vlaanderen is een koelkast een kast waar je (letterlijk) zaken koel houdt zonder in te vriezen. Maar er wordt zeker nog aan gewerkt. Toch vragen de details zoveel tijd en concentratie dat ik niet meer tot andere tekeningen zou kunnen komen. En dat is niet zo goed voor mijn psyché. Als ideeën er niet uit kunnen, dan is dat als een wasmachine die van bij het begin van het programma aan zwiersnelheid draait. Die geraakt oververhit.

De toren dus….In de vorige blog had ik het al over een processie op weg naar de kerk. Althans, de kerkachtige “blok” bijna in de center van het schilderij. Maar dat de processie dwars door het midden loopt kan geen toeval zijn. Met fel gekleurde vaandels en een soort tent (voor een relikwie?) marcheert een grote colonne mensen door het decor. Er zijn nu 2 “kotten” bij en ze zijn nog bezig. Mensen kijken vanuit de bovenste ramen naar  het gebeuren. Wordt vervolgd in het komende prentje 🙂

Toren: 4 hoog in de wolken

Nog eens een Babel-blog. Na een paar tussentekeningen ben ik er weer aan begonnen. Dit detail situeert zich op de 4e vloer, ongeveer in het midden en heb ik meteen ook in kleur uitgewerkt. Daar ontdekte ik vandaag een kerk/kapel in de toren. Aan de ramen kan je zien dat het een gotische kerk is. Verticaal, in de hoogte gerichte ramen wijzen naar God. Maar die God staat dus al zeker niet op het bovenste schap. Er zijn verdiepingen die belangrijker zijn.

De vensteropeningen zijn dus ingevuld met glas in lood (bovenaan) en onderaan met een raamwerk met glas en deuren/poort. Op de vloer zie je de eerste mensen (links) verschijnen. Ze dragen 2 grote vaandels en worden gevolgd door nog wel 100 mensen. Een hele processie dus. Ik gebruik hier voor het eerst een fijne paintmarker om dekkend wit aan te brengen op de kappen(?) van de processiegangers. Het is niet echt te zien, ook niet op het originele werk, of het om bvb nonnen(kappen) gaat of om andere kledij. Het is wel duidelijk dat de mensen in de processie allemaal gelijkaardige kledij dragen.

Op het gelijkvloers van de 4e vloer zie je tussen de 2 ingangen het beeld van de vermoedelijke patroonheilige van deze kerk/kapel.

Wistjedatje…

En toen kwam dit plots in me op…Als zo’n persoon in de inkom ongeveer 3 a 4 mm hoog is…En de toren (natuurlijk niet af, want hij geraakt niet af) meet in dezelfde verhouding 52cm ofte 520mm…

Als ik daarop de regel van 3 toepas en de lengte van de persoon vastleg op ongeveer 170cm (gemiddeld gezien en rekening gehouden met de tijd van toen), dan (let op, nu wordt het technisch-wiskundig) is de toren in verhouding:

170cm = 1700 mm; die 1700mm is op schaal 4mm. Als de toren 52cm = 520mm meet; dan zou de toren in deze toestand (1700 /4) x 520 = 221.000mm. Gedeeld door 1000 (om te komen tot meter), 3 nullen schrappen, is dus 221meter. Neem ik aan dat een persoon 3mm ipv 4mm hoog is, dan is de toren 295meter. Of dat hoog is? Ik geef u een paar ideetjes:

Witte huis: 21m
Colosseum Rome: 48m
Notre-Dame Parijs: 69m
Stadhuis Brussel: 96m
Atomium: 102m
KBC toren Gent: 118m
Sint-Pieters basiliek: 137m
Piramide van Cheops: 139m
Zuidertoren Brussel: 150m (is trouwens het hoogste gebouw van België)
Time Square Tower (NY): 221m

Hebt ge’t begrepen? Dat is dus, in zijn tijd, ca 1568 een enorm groot gebouw. Ik geef maar mee dat de Eiffeltoren (1889) het eerste gebouw was hoger dan 300meter. We hebben er dus wat moeten op wachten om zulke hoge gebouwen gerealiseerd te zien. Vandaag gaan we al boven de 500meter hoogte (One World Trade Center NY).

 

 

het café is open

Soms is het een beetje gokken naar wat je te zien krijgt. Het zijn soms taferelen die we vandaag niet meer kennen. Het is voor mij dan erg verleidelijk om te gaan fantaseren wat het wel zou kunnen zijn (zie ook vorige blog rond de smidse). Bij het schetsen van deze strook van 6 bij 6 cm was het me niet zo duidelijk of de mannen op de eerste verdieping strobalen of tonnen aan het verzetten zijn. Maar aangezien we al een vissers en boeren hebben gehad moet er ook gedronken worden. Dus gok ik dat het een opslagplaats is voor tonnen. Ze ligt meteen ook boven de centrale (hoofd?)ingang van de toren. Als je een groot station of een winkelcentrum binnen stapt zie je toch regelmatig rond de ingang wel een drankgelegenheid.

Ik ben nog wat verder gegaan met tekenen (niet met inkleuren) en het is alweer een drukke scene met 52 personages! Nemen we de man rechts van de ton die dichtbij de borstwering ligt (de ton is maar half te zien). Dan schijnt die een beweging met de arm te maken naar een andere man alsof hij zegt “hé, waar moet deze ton naartoe?”. De andere wijst met de arm de richting aan waar de ton heen moet. In die richting zijn ook al 2 andere mannen een ton aan het verrollen. In de hoek van de steunbeer staat een andere man. Hij staat voorover gebogen met zijn handen rond zijn navel. Is hij het geld aan het tellen van de verkoop van zijn ton of is hij aan het wildplassen? Ook binnen in de toren is er bedrijvigheid maar de zichtbaarheid ervan wordt aan het daglicht onttrokken. Hmmm…zouden er nog andere redenen zijn om naar deze plek te komen?

In ieder geval staat boven de inkom de zoveelste hijskraan gemonteerd. Toch heeft deze een iets anders dan de andere kranen/stellingen. Onderaan zijn 3 schuine balken te zien. De balken hellen over de rand. Dienen ze om meer steun te geven aan de ton wanneer deze wordt opgetild en naar binnen gebracht? Aan de andere steunbeer liggen in ieder geval al een paar tonnen klaar voor verder transport.

 

Bruegel in detail

Dit detail wil ik jullie niet onthouden. Ik toon het origineel omdat ik vrees dat ik dit echt niet kan evenaren laat staan overtreffen.

De scene is ongeveer 4,5x2cm afgaande op mijn tekening. Ik ben dit stukje nu aan het schetsen maar het grijpt me zo aan dat ik gestopt ben met tekenen en dit moét neerschrijven. We staan – denk ik – voor een smidse. Er liggen balken (boomstammen? metalen liggers?) op de grond, links van de schuur staan planken tegen de muur en karren komen langs. Op het eerste zicht niets zo bijzonder. We zitten immers op een bouwwerf en in die tijd werd, voor dit soort constructies, veel meer gebruik gemaakt van hout van de metaal zoals dat vandaag wel het geval zou zijn. Het is er wel erg druk, ook toen was het druk in “den bouw”.

Bekijk deze pracht even en weet dat dit stukje dus amper zo groot is dan 3 postzegels. Ziet u het paard in het midden? Het trekt de longen uit zijn lijf. De poten staan helemaal schuin omdat het beest de kar vooruit moet krijgen. De man op de kar port het dier aan maar schijnt er niet over te denken van de kar te stappen. Uit de werkplaats stapt een man naar buiten. Eén voet staat al over de deurdorpel terwijl zijn ander been aangeeft dat hij duidelijk naar buiten komt. Ook in zijn kledij zien we kleurschakeringen die de beweging van de benen suggereert. In het andere deurgat staat ook nog iemand, het lijkt wel iemand met een mantel en kap aan. Door een ingenieus tilsysteem worden materialen door het dak naar boven gehesen. Op het dak zelf liggen (vermoed ik) gewichten opdat het niet zou opwaaien bij slecht weer of zijn het verluchtingskapjes, het kan ook. Op de grond voor de werkplaats nog een anker dat zoals bij die andere bouwkraan wordt gebruikt als tegengewicht.

Wat de rode vlekken binnen zijn (vuur? bezoekers?), is mij niet duidelijk maar de details gaan wel zo ver als dat de Y-vorm die het dank ondersteunt niet is vergeten.

Let ook even op de kar links onder. Die is zo goed als transparant. Kan er een verkleuring opgetreden zijn? Een beetje dieper in het schilderij staat een transparante schuur die doet denken aan een serre al lijkt me dat voor die tijd wel erg vooruitstrevend

Foodtrucks onder de toren

Ik heb jullie geduld wat op de proef gesteld. Eerst was er een week ziekte, dan waren het feestdagen en daarna moest ik nog die tekening van De Campagne voornemen. Het was ook voor mij er terug in komen. We waren gebleven bij de schaapjes die in grote getale over de weide beneden aan de toren lopen. Dat er, naast vissers, ook boeren op de vlakte te zien zijn is al evenmin verwonderlijk met zoveel volk op de werf. De boeren waren de foodtrucks van de tijd.

Ik had ook al eerder laten weten dat ik terug naar het “gelijkvloers” zou gaan om daar verder te werken en zodoende daarna weer op te klimmen. Vandaag tekende ik het vervolg van de akkers. Ondanks dat het op het eerste zicht een ordinaire vlakte lijkt die snel afgewerkt is, zitten er veel kleurschakeringen in. Deze geven diepte en reliëf aan het landschap. Ik ontdekte dat er naast de 2 runderen nog een derde staat, helemaal verscholen in de schaduw van de boom. In het midden staat ook nog een kapel (die ik nog moet uitwerken) en er zijn 2 vrouwen op het land aan het werken. Van de 2 personen die rechtsboven op het pad aan het wandelen zijn vermoed ik dat de linkse een non is. Het is niet goed te zien op het schilderij maar afgaande op de kledij vermoed ik van wel.

Dit kleine stukje is eigenlijk al een schilderij op zich. Je ziet hier 3 uur werk…Met een overzicht van de zone waar is aan gewerkt, de start, een tussenstop en het einde. De floue foto’s komen door het inzoomen, sorry daarvoor.

 

Schaapjes tellen

Omdat ik met de schaduwzijde tot aan de wolken ben gekomen, ben ik terug naar beneden gegaan om daar verder te werken aan het landschap. Het is eens een afwisseling van decor, dat wakkert de concentratie terug aan, maar het kan ook geen kwaad omdat de kleurpartij in de schaduw feitelijk helemaal getekend is. Ik hou er mij niet altijd aan maar het is wel het beste om kleurpartijen in een opeenvolgende fase uit te werken. Zo ben ik zeker dat ik hetzelfde kleurenpalet consequent blijf gebruiken. Voila, nu dat is gedaan, kan ik dus terug naar de grond. Daar zie ik een stier en wat schapen, schuren, mensen die een akker aan het bewerken zijn en een boerin die vanuit haar venster de schaapjes in het oog houdt. Er is ook een man die een stapel hooi in brand steekt. Waarom hij dat precies doet is me niet echt duidelijk.

Het is niet te zien op mijn foto’s maar op het detail van het schilderij dat ik toevoeg kan je’t goed zien. Rechts van de boerderij is een soort afgrond waar een aantal mannen aan het graven zijn (of hakken ze stenen?). Ook hier weer sublieme details op het schilderij waarbij je zelfs kan zien dat die mannen een mand of rugzak aan hebben waar ze wat ze de oogst kunnen in opbergen…

De Toren cfr Jeroen Olyslaegers

bron: Facebook Jeroen Olyslaegers – met dank aan Ann Mogensen & Suzy De Swert

Bruegel schilderde de Toren van Babel twee keer. Het schilderij bovenaan is uit 1562 (hangt in Wenen), het andere is allicht twee jaar later gemaakt (hangt bij Boymans, Rotterdam).

Bruegel en satire, wat een bijzonder fascinerend onderwerp. het waren gevaarlijke, gepolariseerde tijden in het Antwerpen van die periode. katholieken en gereformeerden zaten op elkaars lip, de gereformeerden vielen uiteen in lutheranen, calvinisten, anabaptisten en nog meer tisten. zoals een Engelse spion uit die tijd getuigde: ‘iedereen lijkt hier zijn eigen religie te belijden.’ maar religie werd ook politiek. het verklikken werd aangemoedigd. mensen werden gemarteld en gechanteerd indien ze gereformeerd waren (en geen bescherming genoten vanwege geld of status). iedereen moest op zijn tellen passen. en dan schildert Bruegel dit, in opdracht van de rijke koopman Niclaes Jonghelinck.

indien het bedoeld was als satire, kon iedereen er zijn gading in vinden.
de katholieken beschouwden het in hun ogen al te lakse Antwerpen als ‘Babylon’.
de reformeerden zagen dat de eerste versie van Bruegel’s Toren gebouwd was op een rots, net zoals Rome dus.
en de humanisten die vooral bezorgd waren dat er absoluut een kant moest worden gekozen zagen het onheil en het onvermogen naar elkaar te luisteren van beide kanten aangeklaagd.

dit vind ik zo knap van die sluwe Bruegel die goed genoeg wist hoe gevaarlijk openlijke kritiek kon zijn. hier is zijn satire tegelijk scherp én algemeen. hij liet het over aan de kijker, aan wat de ander er op projecteerde…
is dat niet de ultieme satire? een waarbij uw eigen mening onzichtbaar wordt onder al die meningen van al die anderen die menen hun groot gelijk in uw werk terug te vinden?
wist zijn opdrachtgever Jonghelinck dat? was he in on the game? dat komen we allicht nooit meer te weten.

eerste pittige detail: toen Bruegel dit schilderde was Antwerpen een grote bouwwerf.
(check nu de versie van twee jaar later: het lijkt wel een of ander bouwwerk uit een fantasyfilm als Lord of the Rings, duister en dreigend, Mordor. de eerste versie is een onmogelijk gebouw, met een ingebouwde surrealiteit midden bovenaan, de droom van hoogmoed tot in de zoveelste, onbestaande macht.)

tweede pittige detail: de stad Antwerpen kwam in het bezit van het eerste schilderij tijdens het jaar 1566, het jaar van de Beeldenstorm waarbij het geweld tussen religies haar eerste uitbarsting beleefde, het begin van het einde, de polarisering die verwoestend werd.

Museum Boijmans – Van Beuningen

Omdat ik – naar mijn normen- teveel kleurverschil zie op de foto’s die ik ter beschikking heb om de toren te tekenen (de foto is veel geler op de tablet dan op de laptop) ben ik maar naar het museum Boijmans – Van Beuningen getrokken om zelf naar het originele schilderij te kunnen kijken.

Natuurlijk rij je dan niet zo ver om enkel naar dat ene schilderij te gaan kijken. Alhoewel…Toen ik voor de 2e keer naar het kasteel van Chantilly ging was dat duidelijk om het portret van Simonette Vespucci te bestuderen. Toch neem ik bij zo’n bezoeken altijd wel de tijd om ook naar de rest van collectie te kijken. Museum Boijmans heeft een verrassend ruime collectie. Voor elk wat wils! MBVB lijkt wel de som van het SMAK, MSK en desingmuseum samen. En dan moet je nog weten er bijna recht tegenover het instituut voor actuele kunst zelf staat. En mocht deze blog je aanzetten om er ook naartoe te gaan, bezoek dan ook het Sonneveldhuis.

Het museum an sich is een erg boeiend gegeven. Je ziet er echt kunst van alle tijden en van alle soorten. Voor mij in een ongewone opstelling maar dat belet niet dat het een interessante collectie blijft. En met een beetje chauvinisme ben ik wel blij dat er heel wat Belgen tussen die werken zitten. En je kan er tussendoor wat kletsen met Nederlanders rond de wasmachine of gewoon naast de Toren van Babel 😉

 

 

Met Bruegel onder de wolken

De 9e verdieping is aangeraakt. Een werfhuis en een paar kranen staan er al op. Dat maakt dat de hele schaduwzijde tot onder de wolken er nu volledig op staat. Ik ga daarom even veranderen van decor. Het zal niet alleen leuker zijn om de vorderingen te volgen, ik hoop er ook mijn concentratie mee te verhogen.  In de volgende fase zak ik terug af naar het gelijkvloers om de grondpartij af te werken. Allez “af”…dat lijkt wel alsof het er allemaal al op staat. Niets is minder waar. Ik denk van daar uit terug op te klimmen in een zone tussen de schaduwpartij en de “witte streep” die zich over de gevel bevindt. Over die streep later meer.

Tijdens het tekenen dwalen gedachten regelmatig af. Wie graag jogt kent het fenomeen wel. Ik moet zeggen dat de verleiding om er wat hedendaagse accenten tussen te zetten wel verleidelijk wordt. Een bouwvakker met een GSM? Een frituur? Wie zou het zien? Ook de Gentse KBC-toren flitst regelmatig door de gedachten als hedendaagse vorm van (letterlijke)hoogheidswaanzin. Maar dan las ik deze week dat waanzin en genie erg dicht bij mekaar liggen. Tijdens het tekenen zie ik nog steeds veel details. Eentje daarvan is deze venster waar ik twijfel of deze wel correct is. Het is de enige venster met 3 openingen boven het raam. Als ik naar alle andere vensters kijk, ook die die nog niet getekend zijn, zie ik er geen andere. In de regel zijn deze vensters, onder de opening voorzien van een stijl. Die staat er hier niet op. Een Bruegelfoutje gevonden? Nog 2 en hij trakteert!

Change the system

Succes is een combinatie van passie, gedrevenheid, kennis en doorzettingsvermogen. De Bruegel-toren zit nu in een fase waar ik zeker moet zijn van de kleuren die worden gekozen. Voor een schaduwkant valt dat nog mee. De meeste kleurschakeringen verdwijnen in grijs-bruine tinten. Dat is helemaal anders wanneer de zon de toren treft. Dan moet ik wel zeker zijn dat het palet goed zit. De laptop en de tablet geven al een andere kleurtint. Er zit dus niets anders op dan naar het origineel te gaan kijken. En dat doe ik morgen. Nog even gebruik makend van de schoolvakantie hoop ik niet al te veel problemen op te baan te ondervinden. Hopelijk is er geen fritvet of siliconen of een ander glijmiddel op de ring rond Antwerpen te bespeuren en zijn er dus ook geen of weinig files. We zien het wel. Google weet alles 🙂

Museum Boijmans – Van Beuningen – Rotterdam.

Bosch vs Bruegel

Gisteren stond ik oog in oog met een replica van De tuin der lusten van Jeroen Bosch. Natuurlijk is dat likkebaarden. Kijken, kijken en nog ’s kijken. De vele miniatuurtaferelen samen geplakt tot een groot geheel. Ergens zwevend tussen goed en kwaad. Indrukwekkend en groot. Ik pas zelf zeker 4 of 5 keer in het schilderij.

Tot voor kort zou ik Bosch opgehemeld hebben, boven Bruegel. Bruegel (1525-1569) is tenslotte een nakomeling van Bosch (1450 – 1516). Ze hebben mekaar nooit gekend maar Pieter Bruegel de Oude kende duidelijk wel het werk van Bosch. Kleine rechtzetting over eerdere blog; Pieter Bruegel kende Rubens (1577-1640) niet! Ook deze twee monumenten hebben mekaar “gekruist”. Dus het schilderij uit het Mauritshuis is niet van Pieter Bruegel de Oude maar wel van Jan Bruegel de Oude (zoon van Pieter) en broer van Pieter Bruegel de Jonge (zie stamboom).

Maar goed, dat Pieter Bruegel het werk van Bosch kende daar twijfel ik niet aan. Wat mij – bij nadere studie – wel opvalt is dat Bruegel veel fijner werkte dan Bosch. Nederlanders noemen het graag “virtuoos”. Het is hoe je’t wil benoemen maar als ik in details kijk, dan zie ik in Bruegel’s werk zaken die zo fijn geschilderd zijn dat ik ze met mijn fijne potloodpunt niet aankan. Stel u maar al de ergernis voor wanneer ik aan mijn tekentafel zit…Die details herken ik niet bij Bosch. Of anders gezegd, Bosch schildert erg kleine figuren maar ze zijn grof, suggestief uitgewerkt…Virtuoos geschilderd. Bruegel is daarentegen één en al controle. Tot in de kleinste, zelfs onzichtbare (overschilderde) details.

In de top 100 van de beste kunstenaars allertijden stijgt Brugel daarom met minstens 1 plaats en kopt Bosch.

 

Klaar om uit te varen

Tijd voor kerst. Tijd voor eindejaar. Tijd voor flashbacks en vooruitblikken.

2017 was een druk en succesvol jaar. De verkoop bleef uit maar ik heb er mij over gezet. Er zijn belangrijkere dingen in het leven.
2017 was het jaar van de trips naar Brasschaat, de vriendschappen, expo’s Sehnsucht en de samenwerking met Carlo en Christine,…De vereniging ter promotie van de tekeningen van Max Van Hemel werd een feit. Het was kunstlevel+

Het was een jaar vol uitdagingen: de triptiek werd gerealiseerd, de vele kleinere tekeningen (om te proberen) en op de valreep De Toren (is nog niet af maar goed, de uitdaging was er wel). Het was een jaar vol waardering! Meer dan tevoren werd mijn website bekeken, gevolgd, gedeeld,…En dat koppel ik toch wel met enige fierheid aan mijn tekeningen én aan u. Van mijn teksten moet de blog het niet echt hebben. Uit de reacties onthou ik vooral dat ik mij minder en minder moet aantrekken van trends, van commerciële formaten, van hippe dingen. Dat ik voortaan vooral ga voor wat ik graag zelf wil gaan doen. En het ziet er naar uit dat dat vooral gedetailleerde, complexe, theatrale werken zullen worden waar het formaat van ondergeschikt belang is geworden aan het resultaat. Ik besef dat ik daarmee veel verkoop over de haag gooi but I don’t care. Ik ga voor passie, voor vuur, voor kunst. Voor kunst+

Ik hoop dat ik al wie mijn tekeningen mooi vindt daarmee nog steeds zal kunnen verwonderen, verbazen, vertellen. Want het wordt allicht ook een druk 2018. De haven ligt vol boten klaar om te kiezen voor het volle sop! Ga je mee? Dan gaan we samen voor 2018!