Max kunst de zomer in…

Terwijl de blogs lopen wordt achter de schermen hard gewerkt. OK, daar ben je als lezer niet veel verder mee, maar helaas. Veel kan ik niet tonen omdat het allemaal in mijn hoofd zit, soms in mijn schetsboek.

Ik kan wel al meerdere tipjes van die vele sluiers lichten. Er is namelijk wel een goede reden waarom de tekening van God & Van Gogh niet verder geraakt. Natuurlijk was er tussentijds de tekening van professor Kerre. Die komt er niet vanzelf. Maar er loopt, terwijl ik dit blog, ook nog de expo van het Kunstsalon. Bij de publicatie van deze blog is dat Kunstsalon al achter de rug en staat er al een nieuwe expo in Zulte te popelen. Die start begin juli.

tijdens het Kunstsalon ging de #stadswacht in première voor groot publiek. Eindelijk een degelijke foto kunnen maken.

Op deze expo zal ik een reeks tekeningen uit het “nieuwe” gamma #rippingtheclassics tonen én ik zal er ook weer ter plekke tekenen. De organisator van deze expo, José Sintobin, had mij vorig jaar zien werken aan de #stadswacht en was danig onder de indruk dat hij mij graag in zijn organisatie had en dit liefst terwijl ik werk aan een nieuw werk. Na de expo in Zulte (bij Deinze) volgt nog een kunstwandeling in het Brabantse Herne.

Dat nieuwe werk zal één van de 3 tekeningen zijn die ik plan op Kunst in het Dorp 2023 te tonen. Dus dit jaar wordt veel nieuw werk getoond en dat was helemaal mijn bedoeling. Een beetje minder exposeren en organiseren, meer tekenen. De 3 tekeningen vertellen opnieuw over LILITH. Ken je ze nog? Onze rebelse juffrouw uit het aards paradijs. Het is een ander verhaal dan dat wat ik bracht tussen 2008-2016. Deze keer gaat het verhaal van de tekeningen samen met de voorstelling van een Lilith-juweel door Bieke Caluwier. De rebelse Lilith blijft centraal maar bij deze komen Adam en Eva ook mee(r) in beeld + een prominente rol voor Dooie Pol, mijn schedelgezelschap. Enfin, je leest, ziet of hoort het wel als het zo ver is. Deze tekeningen worden de zomertekening(en) 2023.

En parallel werk ik aan de nieuwe triptiek. Ik zou ze deze zomer tekenen maar dat was wat te hoog gegrepen. Daarom verschoof ik het project naar het najaar en zal ze gepresenteerd worden in 2024. Dat is ook prima. Er staan meer dan 50 personen op de set. Dat vraagt heel wat coördinatie en voorbereiding. Ik ben al meer dan 2 jaar bezig met dit project uit te werken. Het is pas nu dat de ijsberg boven water komt en het allemaal wat concreter en meer zichtbaar wordt. Hieronder al enig grof schetswerk waarvan een aantal ontwerpen de uitvoeringsfase niet hebben gehaald…

OVER GOD &VAN GOGH: vingerdingen (09)

Deze blog schrijf ik op zondag, zoals meerdere blogs, ze worden “gepland” en op een gepast tijdstip uitgezonden. Het is nu 10u57 en ik heb er al 2 documentaires op zitten, een schets, een agenda-organisatie voor een tekening die ik deze winter plan te maken,…terwijl probeer ik wat streepjes Depré-historie op Radio 2 mee te pikken. Normaal is dit zo het uur waarop mijn moeder eens belt. Beetje updaten en deze jongen uit zijn cultuurpatroon trekken. Al combineer ik de laatste tijd dikwijls beide. Terwijl ik aan het werk ben, verbind ik mijn hoofdtelefoon met de GSM en zodoende kan ik bellen en tegelijk tekenen.

Ik keer effe terug naar de tekening Over God & Van Gogh. Wat mij al een tijdje bezighoudt tijdens het tekenen is de handbeweging die de figuur maakt. Ik zie het als een symbool van zegening maar misschien is dat helemaal niet zo. Een goede reden om dat uit te spitten en na te gaan wat dat gebaar precies wil zeggen en welke gebaren we zo nogal kennen… Google geeft me al wat opties, ein bisschen Fingerspitzengefühl… Ik sla die fameuze handbeweging van God naar Adam (zie Michelangelo) over, ge hebt die al genoeg gezien.

Die laatste is best grappig want gebruiken we die vandaag niet bij heavy-rockconcerten? God is ne metalfan ofwa? Het wordt met de minuut interessanter…

Maar tijdens de mis open de priester al eens beide handen, naar de hemel gericht…Het is vergelijkbaar met wat de moslims doen maar de katholieken doen het iets breder. Dat gebaar staat universeel voor “biddend”. OK, zo ver zijn we dan al. Nog andere geloofsovertuigingen zoals de Orthodoxen doen dit.

Dit symbool, ik moest me toch effe concentreren, toont 2 opstaande vingers (wijs en middenvinger) en verbindt de ringvinger, pink en duim.

Dit gebaar staat symbool voor spreker.

Maar als ik eerlijk ben, de vraag rond de uitleg van de symbolen staat zo vast als een lucifer in ’t midden van een berg jelly pudding.

Van een andere site (Aleteia) pluk ik deze uitleg voor een andere vingerhouding: In Greek Orthodox iconography, as also in early Christian iconography, the gesture of the blessing hand actually shapes the letters IC XC, an abbreviation for the Greek words Jesus (IHCOYC) Christ (XPICTOC) which includes the first and last letter of each word. The hand that blesses reproduces, with gestures, the Name of Jesus, the “Name above every name.”

En idd met een beetje fantasie zie je de letters in de vingers van de hand verschijnen. Met wat licht erop kan het misschien wel een konijn met lange oren worden, wie weet…

Maar terug serieus: de 3 opgerichte vingers kunnen ook symbool staan voor de goddelijke drie-eenheid en moet nu toch lukken dat we die discussie al bij eerdere blogs hebben gevoerd.

Het symbool dat “onze” God toont: 2 vingers opwaards, 2 vingers ontspannen en een duim zonder veel waarde komen meer voor. Je ziet deze beweging ook regelmatig als handbeweging voor de kindversie van Jezus. Het is de meeste voor de hand liggende betekenis: een zegening, wat zich in het Latijn vertaalt als “spreek goed”. Het wordt door de priester ook bij het einde van de mis gebruikt bij het maken van het kruis ter zegening van iedereen die de plechtigheid heeft gevolgd.

We weten intussen dat Katholieken niet vies waren/zijn om zich heidense gebruiken eigen te maken om zodoende zieltjes te winnen. Kerstmis en carnaval zijn daar schone voorbeelden van. In de handlijnkunde vinden we een associatie van de planeten met vingers.

Zoals we in dit diagram kunnen zien, staat de duim bekend als Venus, de wijsvinger – Jupiter, de middelvinger – Saturnus, de ringvinger – Apollo, de pink – Mercurius. We kunnen ons begrip van de Romeinse goden gebruiken om te begrijpen waarom christenen dit specifieke handgebaar gebruiken. Ik veronderstel dat de ironie hier is dat we heidendom gebruiken om het christendom uit te leggen, deze interpretatie is correct als deze handkaart ouder is dan toen het christendom het teken van zegening begon te gebruiken. Let op de vingers die voor dit handgebaar worden gebruikt en let op de hand die wordt gebruikt. De rechterhand, het is altijd de rechterhand. Waarom? hoor ik je vragen. De oude Grieken waren bijzonder bijgelovig met betrekking tot de linkerhand en in het algemeen alles wat aan de linkerkant was. Dit verspreidde zich door het hele Romeinse rijk, aangezien de Romeinen zwaar leenden van de Grieken voor hun cultuur. Daarbij kwam de linkshandige vooringenomenheid. daarom ‘recht’, van links naar rechts, als we gelijk hebben hebben we ‘het recht’.

Ons gevoel van lijntijd is van links naar rechts. Het recht is in de toekomst, het maakt deel uit van ons cultureel erfgoed als een teken van vooruitgang. Links is het verleden, het is achterlijk en onderontwikkeld. Dit is waarom de rechterhand wordt gebruikt en waarom bij het zegenen van links naar rechts met de rechterhand.

Bron tekst

En wat met dat hardrock-symbool? Dit symbool werd gebruikt door klassieke sprekers om te wijzen op een specifiek stuk tekst. Het gebaar wordt daarom bij schilderijen meestal gebruikt in combinatie met een open boek waarbij het de bedoeling is aandacht te vestigen op de tekst. In Italië wordt het symbool gebruikt om mannen wier vrouw ontrouw is geweest mee te bespotten. Het is ook wel als het symbool van de duivel voorgesteld omdat je er een duivelsgezicht kan in zien.

Misschien het meest leuke en nuttige symbool (wat de meeste mensen niet zullen kennen) is dit… 🙂 Niet te verwarren met bovenstaand gebaar 😉

Wil je nog meer over gebaren met de handen? Dan vind je hieronder nog enkele leuke links:

De betekenis van handgebaren in de Orthodoxe iconografie in 9 slides

Hand- en vingersymbolen – van ‘Oké’ tot ‘Grijze Wolven’

Gekruiste vingers

Expo Galerij De Leeuw (Zulte)

Dit jaar neem ik voor de 3e keer deel aan de Kunstzomer Leiestreek. Kunstzomer Leiestreek is een reeks expo’s doorheen de hele zomer en op verschillende locaties langs de Leie.

Met een expo in galerij “Huis De Leeuw” (Zulte) pakken 8 kunstenaars uit met hun werken. Een ideaal moment voor een kennismakingsrondje waarna je jouw favoriet(en) verder kan volgen.

Een expo is voor mij geen expo als ik er niet zelf aan het werk ben of kan vertellen. En bij deze zal ik zeker beide gaan doen. Ten eerste is er alweer een première: het portret van professor Kerre zal er voor het eerst te zien zijn voor publiek. Ik presenteer er de #stadswacht nog een keertje en allicht ook het portret van de treinbegeleider. MAAR ik werk er ter plekke ook aan mijn nieuw project “Lilith 23”. Daarover later meer.

Wie, wat en wanneer vind je hieronder. Tekst en beeldbron: streekgenoot.be Tip: je kan deze uitstap combineren met een bezoekje aan Huis Meheus (3,7km) en het Raveelmuseum dat er op 50m van ligt. Huis De Leeuw vind je aan Machelen Dorp 7, 9870 Zulte. Parkeren kan gratis in de directe omgeving van de galerij. Parkeerplaatsen zijn onder meer te vinden in de Kloosterstraat, de parkeerpleinen aan Emmaüs en verderop de Leihoekstraat en de Petegemstraat.

Van 2 tot 16 juli kan je met Kunstzomer de streek van Zulte verkennen. In Huis De Leeuw stellen Linda Lacombe, Brigitte Goethals, Nico Sabbe, Petra Vandekerckhove, Max Van Hemel, Rita Bracke en Katleen Van Huffel tentoon. De expo in Huis De Leeuw is te bezichtigen op zondagen 2,9,16 juli en (extra dagen) zaterdagen 8,15 juli telkens van 14u-18u.

Portret van professor dr.Kerre (2)

Deel 2 van mijn explosieve zin om dit portret af te maken. Explosief is een understatement. Een Van Gogh-stijl kan je niet maken met een rustig gemoed. Je moet er in zekere zin “onrustig” bij worden, jezelf smijten zoals we dat in ’t Vlaams zeggen. En dat smijten dat moet zowel emotioneel als tekentechnisch. Het moet “rocken”. Geen gemakkelijke zaak voor wie mij (“is’t iets met gitaren?”) of Etienne (de meest rustige mens ter wereld) een beetje kent.

Spotify doet weer zijn best om mij op party-niveau te krijgen. De tekening swingt, pastels gaan snel en zijn vol van kleur. Toch wil ik het gezicht à la Max houden. Geen slordige afwerking voor wat een portret betreft. Alweer een Max-mix die je hopelijk nog niet eerder had gezien.

En dat maakt dat mijn tekentafel VOL ligt met alles wat ik in huis heb! De doos softpastels, de pastelpotloden, de aquarelpotloden én mijn (klassieke) kleurpotloden liggen op de tafel. Ik heb ze allemaal nodig om te komen tot het effect dat ik wil bereiken. Ik zet mijn Kuifjeraket mee op de tafel (alsof ze nog niet vol genoeg stond) om de focus op de felle, warme kleuren te houden.

Om finaal te komen tot dit werk 🙂 Ik ben er zelf erg blij mee, het straalt gewoon alles wat ik in de laatste blogs vertelde. Geslaagd project!

Dan heb je toch wel wat gemist…

Na het Hemelvaartweekend vol kunst zit ook het Pinksterweekend vol kunsttentoonstellingen. In tegenstelling tot de 4-daagse van Hemelvaart had ik dit weekend vrij gehouden (zie eerdere blogs, ik ga er niet opnieuw over beginnen 😉 ) En dus werd de agenda weer lekker vol gepland.

Zondag 28.5 naar Nerdland. Zalig kuieren onder nerdies waarbij een gepaste T-shirt een must is. Wij kozen voor een paar voorstellingen maar gingen vooral voor de spellen en puzzels. De tenten met meer uitleg over archeologie, natuur & bos (met dierenexpo) en alles rond ruimtevaart hebben we niet overgeslaan. Te veel om goed te zijn en in de diepte te kunnen gaan. Daar moeten we ons nog ’s over bezinnen. Dat we volgend jaar gaan, dat staat nu al vast.

Toch is Nerdland geen kunst, wél cultuur en “a way of life” 🙂 Je bent ’t of je bent ’t niet…

Op een mooie Pinksterdag is vader er niet alleen voor het geld maar kruipt hij ook vroeg uit de veren om naar 2 expo’s te gaan. Een lokale in het centrum van Gent in een organisatie van de vrienden van het Cultuurplatform van Wondelgem, een andere al een stuk verder. Danny O., Dieter Verspeelt en Anneke Vincke konden er op de meikermis niet bij zijn. Nogal wiedes, organiseren én tegelijk nog ’s aanwezig zijn op de expo…dat is zeer moeilijk. Dus organiseerden ze zelf iets. Abstract, conceptueel 2D-werk in combinatie met de bronzen beelden van Danny telkens opgebouwd rond een ei.

Daarna terug naar huis om snel te lunchen en terug de baan op richting Gaasbeek. AAAAH zalig thuiskomen. Met de auto door Vlezenbeek zo naar de parking van het kasteel. Het kasteel is nog in finale fase van renovatie. Het gaat pas open op 1 juli, maar de tuin van het kasteel (niet te verwarren met het park/bos) is wel open. Daar had ART VALLEY zijn laatste dag openluchtexpo met Belgische en Nederlandse kunstenaars van hoog niveau geprogrammeerd. Enkele kunstenaars kende ik al (persoonlijk) en dus ging ik ’s kijken naar nieuw of ander werk van de vrienden. Anderzijds kwam ik toch ’s “prospecteren” want een aantal kunstenaars zullen ook te zien zijn op “Kunst in het dorp” te Bellingen. Een grote diversiteit aan beelden superknap opgezet tussen de vele bloemen, struiken en fruitbomen. Perfect!

Deelnemers aan de expo te Gaasbeek hieronder: Ahmet Akay – Mia America (NL) – Jean Pierre Belaen – Martine Bossuyt – Christophe Cayla (FR) – Jan Clement –  Patricia Coenraets – Isabelle de Bellefroid – Raphäel De Bois – Kris Demuelenaere – Lebuïn D’Haese – Christien Dutoit – Francis Geeroms – Kaatje Grauls – Nathalie Hendrickx – Patrick Jacquemijns -Dirk Lamote – Joachim Louis – Ina Marcus (NL) –  Francis Méan – Morgan (FR) – Stacy Ons – Els Pleysier – Véronique Roland – William Roobrouck – Jeannine Rosseel – Chris Rul –  Geert van Acker – Patrick Van Craenenbroeck – Liliane Van der Elst – Jan van Strien (NL) – Marnik Vander Heyden – Veerle Verhoeven – Jenny Verplanke – Jehan Versluys – ​Maité Wagemans – Martha Waijop (NL) – Bea Willems

Portret van professor dr.Kerre (1)

Helemaal opgeladen binnen de sfeer van Van Gogh denk ik na hoe het verder moet met mijn project “Over God en Van Gogh” dat ik tijdelijk gepauzeerd heb. In de roes en de gedachten van de felle kleuren, de expressie, het grote rock-en-roll niveau wil ik tussendoor een ander project oprapen.

In de dagen dat ik in het KMSKA exposeerde maakte ik ter plekke tekeningen die als voorbereiding zouden dienen voor komende tekeningen. Eén van die tekeningen was deze:

Binnen mijn project “Ripping the classics” poseerde Etienne voor mijn eigen – nieuwe – versie van “Portrait du dr. Gachet” door Van Gogh. Het doel van Ripping the classics is dat het telkens een totaal nieuwe tekening wordt maar wanneer ik je laat zien waar de mosterd staat, dan zijn de verbanden duidelijk. Misschien goed voor wie een kwis organiseert, die kan mijn tekeningen tonen en dan vragen welk beeld het origineel is 😉 Van het portret bestaan 2 versies. Het rechtse is te zien in Musée d’Orsay (Parijs), het linkse is privébezit. Of het linkse nog bestaat is een mysterie. Het werd voor schandalig veel geld gekocht en de eigenaar wou samen met het schilderij gecremeerd worden. De eigenaar overleed in 1996 en sindsdien is het schilderij niet meer gezien.

Ik vroeg Etienne om een gelijkaardige pose aan te nemen maar hij moest wel eerst effe in zijn kleerkast duiken: een pet zoeken en een losse jas, liefst een blauwe. Het voordeel van Etienne mee aan boord te hebben is dat de gele boeken kunnen vervangen worden door een boek dat Etienne zelf heeft geschreven. Hoe cool is da ni?!?

Dus haal ik alle pastels uit de kast om aan de grote broer van bovenstaande ZW-tekening te beginnen…Behoorlijk onzeker, uit mijn comfortzone, maar met ook het portret van de treinbegeleider (ook al zo eentje dat ik naar Van Gogh heb gemaakt) in het achterhoofd pep ik mezelf op. “METALLICA” denk ik de hele tijd en Spotify helpt daarbij. Ik ben er van overtuigd dat Vincent ook fan van Metallica zou zijn mocht hij vandaag naar hun muziek luisteren.

Massieve kleuren

Als laatste deel van de roadtrip door de Provence stop ik nog in 2 steden: Montpellier en Les Baux de Provence. Montpellier heeft niks met Van Gogh. Montpellier dat is eerder “het Parijs van het zuiden”. Grote majestueze lanen, grote gebouwen,…kortom een stadsarchitectuur die richting Georges-Eugène Haussman gaat. In mijn verbeelding gaat er wel altijd ergens een “bal du moulin de la Galette” achter een gevel door.

Wandelen in Montpellier (nog zo’n Romeinse stad) is dan ook helemaal mijn ding. Beetje thuiskomen. En Montpellier heeft zelfs een eigen musée des beaux arts dat “Musée Fabre” heet. Allez, Van Hemel, ’t is genoeg, komaan maat, ’t is erover…Genoeg musea voor deze reis.

Ja, ge hebt gelijk maar intussen is het beginnen regenen en dan is wandelen, zelfs in deze prachtige stad, niet meer plezant. Dus duiken we toch maar het museum binnen. Op een drafje, als voorproefje voor een volgend bezoek.

Is het je opgevallen dat de 10e foto in de reeks hierboven een trompe l’oeil is? Het grootste deel van de gevel die je daar ziet is gewoonweg geschilderd! Er zijn maar een paar echte ramen in, de rest is niet echt. Dat is waar je mij mee boeit wanneer ik door een stad wandel.

Dan het Musée Fabre met knappe kunstwerken uit de 15e tot 18e eeuw. Het Musée Fabre is het belangrijkste kunstmuseum in Montpellier en een van de grootste musea in het zuiden van Frankrijk. Het museum is opgericht door baron, schilder en kunstverzamelaar François-Xavier Fabre in 1825. Het kreeg de status musée de France op 04 januari 2002. Begin 2003 onderging het museum een grote renovatie, die werd voltooid in januari 2007. En die renovatie komt de kunst wel ten goede. Zonder de vloeken in de kerk werden zalen opgefrist maar werd de oorspronkelijke sfeer wel bewaard.

Maar geen Van Gogh in Montpellier. Waar wél nog Nederlandse meesters levendig aanwezig zijn, is Les Baux-de-Provence. Deze commerciële middeleeuws aandoende gemeente (het is niet echt een stad), ligt bovenop een heuvel en bruist van het leven. Meestal op toeristen gericht maar er zijn nog interessante dingen te zien/te beleven die niet persé dat commerciële circuit volgen. Het kasteel is er zo eentje, de paar kerkjes op de site zijn alles behalve commercieel. Ik kom voor de Carrières de Lumières. Een lichtspektakel in een oude steengroeve met 360° projecties. Wanneer ik Parijs bezoek mis ik de Ateliers de Lumières niet en ook hier mis ik de projectie niet! En ’t is happy hour: in de voormiddag zijn er films over Mondriaan en over de Nederlandse meesters. Natuurlijk zit Van Gogh daarbij. In de namiddag is er een immersive film rond Kuifje.

Buiten de projectie met megagrote beelden beleef je in Les Baux-de-Provence ten volle de ruimte, het landelijke karakter, de felle kleuren, het gele, het paarse, het blauwe van het zuiden. Hier voel je geen eenzaamheid maar geniet je helemaal de “massieve” kleuren die je in de schilderijen van de noordeling terugvindt.

Avignon: de échte Van Gogh

Nog zo eentje waar je, als je’t goed aanpakt, weg van de klassiekers kan blijven: Avignon! Wie Avignon voor het eerst bezoekt moet zeker Le Palais des Papes bezoeken. Of herbezoeken als ’t lang geleden is. Een stuk interessante geschiedenis speelde zich hier af, een kwestie van pausen (lees: machtcentrum), waar je toch wel wat moet van weten.

Maar wie dat allemaal niet veel zegt, die gaat geocachen op zoek naar leuke icoontjes die worden gemaakt bij passende straatnamen. Of je stapt, zoals ik, tot vervelens toe weer eens een museum binnen. Musée du petit palais en Musée Angladon. Merkwaardig genoeg staat Angladon niet tussen het museumoverzicht op de site van de stad **unk??? hoekandana?**

Het museum “La petit palais” ligt zelfs niet op een boogscheut van Le palais des papes. Er is vooral veel middeleeuwse en renaissancekunst te zien. Een zaal met Botticellis is de grootste eyecatcher. Bij mijn bezoek was er nog een expo door studenten van de plaatselijke kunstacademie.

En dus dat éne museum dat niet op de officiële lijst van musea staat. En waarom is dat de moeite waard om te bezoeken en te vermelden in mijn blog? OMDAT HET DE MOEITE IS! En nu serieus: Musée Angaladon huisvest niet alleen het énige echte Van Gogh-schilderij in hele Provence (de treinen hieronder), er zijn heel wat bekende namen te ontdekken: Degas, Picasso, Cézanne, Mondigliani,… Te ontdekken? Die schilders kennen we al, toch? Jup, dat is waar. Toch vind ik het een ontdekking omdat van sommigen het onbekende werken zijn of werken in opbouw waardoor je een unieke inkijk ‘achter de schermen’ krijgt…

Als uitsmijter nog wat stadszichten op weg naar koffie en de auto 😛

De eerste sporen van Vincent…

Maar Nimes en Lyon hebben weinig met Van Gogh…Dé stad bij uitstek is Arles. Mochten de Fransen eerlijk zijn (maar dat zijn ze nooit, daar zijn ze veel te fier voor 😉 ): Arles zou Arles niet zijn mocht Van Gogh er niet hebben gewoond. Arles heeft ook een arena maar zoals ik zei, die van Nimes is toch iets mooier 😉

Maar Arles heeft nogal wat te bieden. Voor de liefhebbers: er vertrekt achter het toeristisch informatiebureau een jeepsafari door de Camargue. 4 uur schudden en daarna 2uur in de file staan. Nope. This boy goes for culture!

Ik meteen richting de “Fondation Van Gogh“. Een hypermodern gebouw gewijd aan Vincent, moet ik gezien hebben. Driewerf helaas! De lieve Fransen hebben beslist collectief verlof te nemen deze week, dus sta ik voor een gesloten museum. Beuaark! Beetje dolen door Arles dan maar? Ah! Idee! Er zijn geocaches, daarmee kom ik nog wel eens op onverwachte plekken…

Leuke wandeling gedaan maar na een 45 minuten zijn alle caches gedaan en sta ik weer bij het startvak. Na een stripwinkel te zijn binnen/buitengestapt (strips kopen verzacht de zeden en blijkbaar is het ook goed tegen hoofdpijn), beslis ik toch maar naar het Museon Arlaten te gaan. Arlaten is een soort heemkundig museum over Arles maar betrekt er ook de Provence bij. Niet iets waar ik anders zou binnen stappen, maar dit toeval was toch een goeie zet! Het museum is gezellig opgebouwd, brengt een interessant verhaal en er loopt geen kat! Was je op de “espace Van Gogh” blijven hangen, dan weet je (1) wat “veel volk” wil zeggen en (2) hoezeer het fenomeen Van Gogh hier wordt uitgebuit. Het Café de Nuit, vandaag Café Van Gogh, was nog niet goed wakker, dat was een meevaller.

Maar voor het eerst leef ik me in in de gevoelens van Van Gogh. Ik wil dat gevoel capteren om het in mijn tekening God en Van Gogh over te brengen. Het gevoel van anoniem rond te kunnen lopen in een grote stad (als ik vandaag nog anoniem kan rondlopen moet dat 200 jaar geleden zeker zo geweest zijn). Verdwijnen in de massa, mensen observeren van op afstand zonder zelf gezien te worden, het kan in Arles.

Hieronder dus wat streetart, foto’s uit Museon Arlaten, de inkompoort van de instelling waar Vincent verbleef,… O ja, toch nog even meegeven dat in Arles en nergens anders in de Provence nog één origineel schilderij van Van Gogh te vinden is, behalve in het Musée Angladon (Avignon), daarover later meer.

In mei legt iedereen een ei

De dagen van Atelier in Beeld in Wondelgem zijn nog maar net achter de rug en ik werk al aan de volgende expo. Dat is meimaand: druk druk druk. Niet alleen de expo’s maar ook moederdag, moeder-verjaardag en junoir²-verjaardag passeren de revue in mei. Gelukkig zijn er nog wat verlengde weekends om het haalbaar te houden.

Maar al die events vragen toch wel wat planning. Al staan een aantal zaken wel vast in de agenda. Een lekker ontbijt of etentje voor de moeder(s)dag wat altijd een leuk samenzijn is. Want moeders zijn belangrijk. Of althans alle mensen die bemoederen maar – zoals de kapitein het zingt – vooral de mijne. Ik heb zo’n moeder die mij pusht naar “altijd beter”, tegelijk mijn grootste apostel is naast mijn schoonmoeder maar van wie ge zelf nooit hoort dat er iets fout loopt. Dat wordt gedragen in de stilte van de spreuk die misschien ooit in Delfts blauw op het witte bord boven de stoof stond.

Toch ligt een stuk van de dagelijkse focus in mei ook op de expo in Drongen. Het Kunstsalon in De Campagne, mijn thuisbasis, wordt weer een spetterende editie. Hier geen demo’s maar wel veel kunst met enkele namen die je nu al bekend in de oren zouden moeten klinken.

Azeddine Bennemer – Baeke Geert – Bijl Rita – Brygida Niewiadomska – Caluwier Carlos – Camps Peter – Catrie Chris – De Boever Yolande – De Dapper Liliane – De Graeve Sara – De Pourcq Stijn – De Puydt Anne-Marie – De Wolf Martine – Depeyper Magda – Everaerd Annie – Fassin Nadine – Festjens Tine – Lallana Miguel – Lenssens Raf-RAFA – Maes Anne-Marie – Maes Jean-Marie – màri – Meyer Jan M. – Mestdag Chantal – Micon Jacques – Moens Alex & Max – Molema Andra – Noens Gertrude – Putman Vera – Roggeman Marilou – Schilderskwastet – Sergeant Evelien – Sonck Hadewych – Stevesyns Armin – Suttels Sarah – Sweeck Sien – Tollenaere Annie – Van de Velde Mieke – Van Den Berghe Ann – Van Hecke Frank – Van Hecke Nele – Van Hemel MaxVan Huffel Katleen – Van Kerrebroeck Bernadette – Van Ooteghem Jeanine – Van Ooteghem Karin – Vanderstraeten Ar-mand – Vangansbeke Julien – Vangansbeke Nicolas – Verlinden Yves – Vermeiren Mag – Voncke Jacques

En daar moest ik nog iets kleins voor voorbereiden. De #Stadswacht gaat er in première, de megatekening waar ik maanden aan werkte en een groep medewerkers van Stad Gent en aanverwanten toont klaar om de handen uit de mouwen te steken, op stap naar de burger toe. Het werk is gelamineerd maar er hingen nog geen ophangsleuven aan. Die heb er deze ochtend aan gekleefd. Ziet het er slordig uit? Kan zijn maar, om het met andermans woorden te zeggen, het is “een ingenieursoplossing”. En deze werkt! Mijn ervaring met zo van die kleefplaten op de rug van een dibond zijn niet positief. Ze durven al eens te lossen, de beloofde kleefkracht wordt niet gehaald. En dan valt de boel de grond op. Dat risico kan ik niet nemen. Dus de ingenieur (ofte de kwak TEC7) bepaalt hoe het moet HAHAHAHA… Voor mocht je de link hierboven gemist hebben, je kan nu al meer lezen over de #stadswacht via deze link.

Voor wie mij daar graag wil zien; ik ben op De Campagne op donderdag, zaterdag en zondagnamiddag.

En dus…

En zodoende zijn we meer dan 2000 blogs verder en komen we aan in de Provence met een gevulde to do-lijst. De eerste dag al meteen naar Nimes, nog zo’n Romeinse stad. Daar vlakbij Pont du Gard, de indrukwekkende aquaduct en daarmee heb je het dan ook gezegd. We waren nog iets te vroeg op het seizoen om al op de constructie te mogen wandelen, dus liepen we er maar gezellig naast 🙂 Dat was ook al best groots. Zotjes dat deze constructie Nimes destijds van water kon voorzien. Water over water, al was er beneden niet zoveel water meer in de stroom…nu al niet meer…

Dan verder naar Nimes. Prachtige glasramen in een kerk (waarvan de naam bij ontsnapt) bekijken en na een kleine wandeling door de stad de arena in. Zeg nu eerlijk, de Provence bezoeken en geen arena ingaan…dat is not done 😉 De arena van Nimes vind ik de beste voor de tiener; ze is goed bewaard + er staan uitlegborden over de gladiatoren én je kan zelf vrij in de arena lopen. Arena dat is Latijn voor zand, wist ge dat al?

La maison carrée heb ik nog eens links laten liggen. Ik weet nooit waarom en achteraf heb ik er meestal wel een beetje spijt van maar dan weer is het een goed excuus om nog ’s terug te gaan, niet?

Lyon: onderweg naar de Provence

Nergens beter om Van Gogh en zijn gemoed te leren kennen dan in de Provence. OK, OK, ik hoor je al zeggen “héla, en de vele plekken in Nederland, Wallonië of bvb Parijs dan?”…Je hebt gelijk, maar we moeten ook toegeven dat zijn commercieel succes in de Provence ligt. Daarmee doe ik geen afbreuk aan ander werk.

Op weg naar die prachtige streek, maken we een tussenstop in Lyon. Ondanks dat ik al ontelbaar aantal keren naar de Provence trok is Lyon in mijn geheugen gebleven als “de stad waar het filerijden eindelijk gedaan is”. De snelweg tussen Dijon en Lyon is in de zomermaanden een ware hel.

Strategisch gekozen om tijdens de paasvakantie af te zakken. En bijkomend voordeel: de Nederlanders en nu ook de Walen en de Fransen hun vakantie valt niet gelijk met dat van de Vlamingen. Komt dat goed uit voor ons en ook wel wat voor de horeca die nu een veel langere de flow aan bezoekers aankan 🙂

Lyon bestaat feitelijk uit 2 grote stadsdelen: een heel modern deel (beetje à la Rotterdam) en een klassiek, Romeins deel. Lyon pakt regelmatig graag uit met de Latijnse naam Lugdunum.

Bij momenten zou je jezelf zelfs in Rome wanen: majestueuze gebouwen met monumentale fonteinen.

Maar ik ga naar Lyon voornamelijk voor het museum van Schone Kunsten. Musee des Beaux-Arts is een gemeentelijk museum voor schone kunsten in Lyon en is een van de grootste kunstmusea in Frankrijk. Het museum is gehuisvest in een voormalig benedictijnenklooster uit de 17e en 18e eeuw. Ongelooflijk veel kunst! Maar…mijn god, overgestructureerd museum! Het is zodanig sterk opgedeeld dat ik, toch wel ervaren museumslet, er het noorden bij verlies. Het museum is zowel opgedeeld in tijd, strekking, geografie, grote en kleine items. Kunt u al voorstellen: je krijgt dus Rubensschilderijen zowel in de Barok, in de sectie 16e eeuw, Vlaamse schilders,… “Gij zult het hele museum door lopen” dus 😉

Maar is het museum de moeite waard? ABSOLUUT! Ondanks het teveel aan structuur is dit museum een kleine (maar daarom niet kleine) kopie van het Louvre. Reizen door de eeuwen heen langs artefacten die je nog niet eerder had gezien, of toch nog eens wou terug zien (want er staan ook kopies/afgietsels van bekende beelden). Van de Egyptische kunst naar de Grieken, de Romeinen, islamieten, middeleeuwen, barok, expressionisme,… enfin, ge hebt het allemaal gezien daar in Lyon!

6 & 7 mei: Atelier in beeld (Wondelgem)

Volgend weekend is er de grote Vlaamse kunstactie “Atelier in beeld”. De extrapolatie van “Buren bij kunstenaars”, de West-Vlaamse succesformule overgenomen door Kunstwerkt.

Duizenden mensen zetten hun eigen ateliers open of verzamelen op een plek waar ze hun aanpak kunnen tonen. Dat zijn soms hobbyisten, soms semi-professionelen, bij uitzondering professionelen (al zijn deze laatsten niet in scoop). Je kan er echt allerhande dingen zien. Wil je het jezelf gemakkelijk maken, dan kan je filteren op “technieken” op de website.

En ver hoef je ook al niet te gaan. Heel Vlaanderen doet mee. Mocht iedereen 1 euro geven aan De Warmste Week, het zou een pak geld opbrengen 😉 Meer dan 1400 inschrijvingen en allicht zijn er nog wel enkelen die gewoon zelfstandig, zonder aan te melden, deelnemen.

Wie “tekenkunst” en “Wondelgem” selecteert, komt op deze prachtige pagina uit waar al meteen een correctie op zijn plaats is: niet alleen 6 maar ook 7 mei zijn de kunstenaars aanwezig. Ik hoop iedereen uit de buurt er te mogen ontmoeten en vraag maar raak, dat is het gehele opzet van dit weekend 🙂

Overal Cultuur!

Daar waar het “traditionele” kunstseizoen opstart rond 1 mei dacht ik, na de roadtrip door de Provence, een weekend toch al te vullen met cultuur. Dat doet deugd! Het laadt me op alsof ik net getroffen ben door een bliksemschicht 🙂

Dus nam ik de trein naar Brussel om een rondleiding in het gebouw van Senaat en Parlement te volgen. Voorzitter (of moet ik bij deze “voorzitster” zeggen?) van de Senaat Stephanie D’Hose houdt regelmatig rondleidingen in de gebouwen waar ze werkt. Zo kon ik al eerder met haar door het Vlaams Parlement wandelen. Dat zijn toch gebouwen waar je als “gewone sterveling” niet binnen komt. Dus een gelegenheid die ik graag grijp met beide handen.

Massieve brokken kunst, cultuur, geschiedenis te zien! Zo werd beloofd. Maar eerst door de hedendaagse Brusselse cultuur. Breaks my heart wanneer ik dit zie.

Massieve brokken kunst, cultuur, geschiedenis te zien! Zo werd beloofd. Maar eerst door de hedendaagse Brusselse cultuur. Breaks my heart wanneer ik dit zie.

De Brusselse straten waar ik deels als tiener doorliep liggen er slordig bij. En dat komt niet alleen door de werken (die finaal voor verbetering of verfraaiing zorgen) maar vooral door het gebrek aan “ownership” om het met een duur woord te zeggen. Het gebrek aan verbondenheid met de stad en het zorgen voor wat je aangeboden krijgt, of dat nu door de overheid, een bedrijf of je gebuur is…

Maar goed, ik ben er niet om te zeuren over Brussel. Gent is op bepaalde vlakken, niet alle, niet beter. Ik kom voor Cultuur naar Brussel. Dus doorstappen Van Hemel! Hup met de beetjes de Kunstberg op naar de Leuvenseweg 13. Want…de gangbare ingang ligt blijkbaar achter het gebouw 😉 En meteen *boenk* een beeld van George Minne. Zijn bekende “fontein der geknielden” staat centraal in de tuin, net zoals dat het geval is op “the green” in Gent. Ik zou bijna zeggen dat je er niet omheen kan, maar in dit geval is dat nu precies wél de bedoeling 😛

Enfin, ik sluit aan bij de groep Open VLD, afdeling Sint-Niklaas die ook ingeschreven hebben voor de rondgang. Leuk. De zéér sympathieke gidse staat al te wachten en plak me een sticker op de borst. GOEDGEKEURD! Ik mag binnen in het gebouw van de volksvertegenwoordigers.

Al meteen een eerste groot kunstwerk van Emile Wauters waar ik naar kijk. Knap. En dan al eerste “weetje” van de gids. We staan in de inkomhall, de officiële, langs de kant van het Warandepark. En wat valt op? Er zijn 2 grote trappen maar de ene heeft een groen tapijt, de andere een rood. Het rode tapijt leidt naar de Senaat. Het groene naar het Parlement. En dan volgt een stukje typisch Belgische geschiedenis…

Het gebouw is gebouwd onder bewind van de Oostenrijkers (1713-1794). De eerste steen werd in 1779 gelegd. Na de Oostenrijkers, kwam Napoleon (1792-1815), daarna de Nederlanders (1815-1830), daarna werd België écht België en werd finaal het hele gebouw heringericht om er Senaat en Parlement in te richten. Tussentijds kwamen de Duitsers ook nog wel een paar keer op bezoek. Enfin, het toont ook hoe wisselvallig België en Vlaanderen is geweest doorheen de tijd. En dat heeft zo zijn invloeden nagelaten op meerdere vlakken en op zodanige wijze dat het vandaag nog steeds voelbaar/zichtbaar is. (meer over de geschiedenis van België)

De indeling van Senaat en Parlement is te zien doorheen het gehele gebouw. De kant Senaat is de kant met de rode tapijten. De Senaat bestond vroeger uit de adel en dus werden de ruimten waar de Senaat thuis was, ook rijk ingericht. Rood was in de textiel een dure kleur om te maken, dus werd de Senaat voorzien van rode tapijten.

Anderzijds: het Parlement werd, bij inrichting, gebaseerd op het Engelse model. En dat parlement zat niet in een gebouw maar in de tuin. Om dit karakter over te brengen werden voor het parlement groene tapijten voorzien.

Van de Senaat stap je zo door naar het parlement. De kunst is er nog steeds aanwezig maar op een heel andere manier. Ze streelt meer het voorzitterschap, de premiers,…Ze blijft dus wel de Belgische geschiedenis en haar belangrijke personen uitdragen 🙂 Met portretten o.a. geschilderd door Theo Van Rysselberghe en Gustave Van de Woestyne

Nog zo’n leuk wistjedatje: alle Belgische koningen worden uitgeroepen als staatshoofd in het Parlement, behalve de eerste koning Leopold I. Die legde zijn eed af in de tuin van het gebouw.

Wat ik me tijdens de rondgang afvroeg was of Hergé hier ook nog heeft rondgelopen. Geef toe dat deze vaas die ik op een schouw in een vertrek van het parlement heb gefotografeerd verdacht sterk lijkt op die cover van het Kuifjealbum…

Slow Art Day

Omdat ik er een weekje op uit was in Frankrijk heb ik de “slow art day” gemist. Dat maak ik dan bij deze wel goed met een niet eerder gepubliceerde tekening.

WAAROM SLOW ART DAY?

Vandaag zijn we gewoon van de swipen, te scrollen, te zappen, te velen… Ik hoor het regelmatig wanneer ik ergens in de buurt van een groepje fotografen ben: iedereen noemt zich tegenwoordig fotograaf. Met de nieuwere mobiele toestellen wordt het verschil in aantal pixels ed idd in vergelijking tot een klassiek fototoestel alsmaar kleiner. Ook de multiple choice aan lenzen maakt het mobieltje meer en meer een degelijk toestel. Maar dat maakt je nog geen (goede) fotograaf. Zeker geen kunstfotograaf.

Dali 2 stelt zich voor als de doodsteek voor de kunst. “Maak mij een strandzicht zoals Mondriaan dat zou doen”. Dali 2 maakt het voor je. Op scherm (zeg niet langer “op papier”). Want mijn kennismaking met Dali 2 ligt het programma allicht nog zwaar op de maag. “Maak mij het God uit het retabel van het Lam Gods van Van Eyck op de manier van Van Gogh”. Dat kan het programma niet aan. Er zijn te veel variabelen, te veel uitwegen. En een programma kan geen context inschatten. Dito met emoties en creativiteit.

Maar we leven in een overkill aan beelden, muziek, video’s. Naast het feit dat de kunst (keihard) gestuurd worden door “het algoritme” (zie maar eens hoe het aantal artistieke naakten slinkt), wordt ook de kijker (dodelijk) gestuurd door “het algoritme”. Of dacht je dat je zelf kon kiezen wat je in je scrolllijsten ziet? No way.

Al die factoren maakt dat het voor de analoge handwerker ook een permanente keuze blijft tussen snel werken (want de kijker neemt toch maar weinig kijktijd) en fragiel, gedetailleerd werken. Kortom de keuze of liever het evenwicht tussen Van Gogh en Van Eyck 😉 Omdat de productietijd, van “idee” tot afgewerkt product, behoorlijk lang is, vind ik dat er ook wat meer aandacht mag komen voor de Slow Art Movement. Ik ben al zeker blij dat jij tot hier hebt gelezen want dat maakt jou nu nét iemand die tijd neemt voor de meerwaarde. Waarvoor mijn eindeloze dank 🙂

Net als kunst groeit, is de ontwikkeling van een kind iets waar tijd moet worden voor genomen en waar je moet van genieten.

OVER GOD &VAN GOGH: DIAMONDS & PEARLS (08)

We naderen de zone van het “sluitstuk”, de brioche zoals ons grootmoeder het zou zeggen, van de mantel van God. Als een appeltaart vol brokjes sierraden bevindt deze zich in centraal op de borst. Ook hier de optische illusie van soorten edelstenen, parels “op een bedje van” goud.

En laat dat nu net alweer het genie, de kunst, van Van Eyck tonen. Het goud dat je ziet is helemaal geen goud. In tegenstelling tot wat men al eens in middeleeuwse schilderijen kon zien of bvb een paar eeuwen later, gebruikte Van Eyck geen goud!

Goud (of bladgoud) geeft altijd wel een uitstraling. In de middeleeuwen zag men goud niet alleen als een soort reflectie door de zon maar ook als iets goddelijks. Of nog liever: iets/iemand die graag dichtbij de goderijen zou geraken, vooral na de dood 😉 Klimt zijn benadering is lichtjes anders maar geef toe, het valt wel op en voor Klimt is het duidelijk “een merk”.

Nog effe deze bijkomende duiding die ik pluk van de website van het museum Booijmans van Beuningen:

Veel vroege schilderijen vanaf de Oudheid tot 1500 hebben een gouden achtergrond. Vaak gaat het om religieuze onderwerpen. Deze gouden panelen moeten overkomen als puur goud. Omdat het bladgoud kwetsbaar is moeten de oppervlakken van de panelen glad zijn. Onder de laagjes bladgoud wordt een oranje of roodbruine zachte, vette klei aangebracht om het bladgoud te laten hechten aan het paneel. De kleur van de klei geeft het goud een warme gloed. Als bladgoud direct op een witte ondergrond wordt aangebracht, krijgt het een koude, groene kleur.

Volgens Cennini kunnen er 145 blaadjes bladgoud uit één gouden munt geslagen worden. Hij raadt echter aan om niet meer dan honderd blaadjes uit een munt te slaan, zodat het bladgoud wat dikker is.

Maar dus voor de duidelijkheid: “ceci n’est pas de l’or” dus 😉 Je denkt het alleen maar. Het is een illusie! Van Eyck combineert geel, rood, wit, bruin,…op zo’n wijze dat we het helemaal aanvaarden alsof we goud zien. Door verder te perfectioneren in de toepassing van olieverf en vooral de transluminescente eigenschap uit te buiten, kan je nog meer de uitstraling en de reflectie van echt goud gaan benaderen.

Ik probeer in mijn tekening dit te benaderen. Potloden zijn hiervoor geen ideaal medium. Ik zou eerder de combinatie van was/oliegebonden potloden met aquarelpotloden moeten maken. Daarbij de aquarellen oplossen met water waardoor er een transparante film ontstaat. Niet zeker of het werkt maar het zou wel eens “resultaat” kunnen hebben. Maar eerlijk gezegd, ik wil het risico niet lopen en om proeven te doen heb ik helaas geen tijd. Ik zet het op mijn bucketlist 😉

Het gaat natuurlijk allemaal over licht en kleur. En ik mis binnen de potloden “loodwit” heel hard. Dat mooie stralende wit. OK, het was geen zuiver spul maar het resultaat is toch wel verbluffend (net als loodgeel trouwens).

Merk op dat ik, naast de appeltaart ook een aanzet naar de stelen van de zonnebloemen heb gemaakt 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: God is een West-Vlaming (07)

In de naweeën van een soort griepachtige toestand heb ik de laatste week niet getekend. Dat na het KMSKA-avontuur is het al bijna een maand geleden dat ik nog echt bezig was om die God-figuur in de kleuren. Het heeft niet echt belet om mij te verdiepen in de bijbelse figuur, apocriefe evangeliën en andere randverhalen. Ondanks dat ik niet geloof in leven na de dood, vind ik het hele ontstaan van de cultus rond een geloof altijd best boeiend. Wetenschappen die parallellen aantonen, historische vermenging of zelfs het overnemen van het gedachtengoed van een ander om toch maar tot een vergelijk te komen. Allemaal boeiende materie. Het gonst dan in mijn gedachten aan andere parallellen zoals het Vlaams Belang de 1 mei viering aangrijpt als eigen “feestdag”. Er zit wel wat in aan strategie als je maar effe de tijd neemt om de ballon van de agressor te doorprikken.

En terwijl wordt in Gent keihard bespaard en gesnoeid in activiteiten, middelen en personeel. Zolang het “grootse centrum” niet betreft. De invloed van de schaalvergroting wordt alsmaar meer duidelijk. Het landelijke dorpsgevoel van de deelgemeenten verdwijnt…of beter het wordt vernietigd. De deelgemeenten dragen bij aan de grote stad, ze maken nu eenmaal gebruik van de schaalvergroting. Echter een stad is maar groots wanneer ze (internationaal) kan uitstralen. En geef nu toe, welke toerist heeft interesse in de randstad? Je gaat ook niet naar Parijs om een banlieue te bezoeken? De uitstraling van de stad ligt in een historische kern, grote toeristische trekpleisters en de omzet van de horeca.

Mariakerke blijft zeker niet gespaard van deze inkrimpende (of was het toch bekrompen) visie. Het is sowieso al een door waterstromen een opgedeelde deelgemeente waardoor de cohesie onder bewoners onderhouden niet altijd evident is. Het valt tegelijk ook op dat investeringen in andere deelgemeenten als Wondelgem en Drongen veel hoger ligt. Het is hun gegund al ben ik er van overtuigd dat het wel eens een “verdeel en heers“-politiek van het centrale bestuur betreft. De ontbrekende werking van de wijkregisseur spreekt boekdelen. Een nieuwe wijkregisseur probeert nog wat stukken brandend hout uit het vuur te redden maar het zal moeten beginnen bij het heropbouwen van de gemeenschap.

Ach ja…choose your battles, Max. ’t Is dat God het zo gewild heeft. En God in Gent is dat meestal een West-Vlaming LOL Ik geef “SABAWT” intussen wel wat kleur.

Zonder God of Van Gogh

Deze week geen blog over “God en Van Gogh”. Door de expo in het KMSKA was ik 4 weekenddagen aanwezig in de expozaal. Ik heb daar getekend aan nieuwe ontwerpen. Ja hoor, onderstaande tekeningen zijn “ontwerpen”. Je zal ze dus over een tijd zien in een andere versie. Ik ga nog niet verklappen welke, je mag wel al beginnen raden naar wat de inspiratie is. Allemaal binnen mijn project waarbij ik nieuwe werken maak geïnspireerd op bestaande kunstwerken.

Bij deze blogs zit je dus in de VIP-stoel, “the golden circle”, op de eerste rij om mee in mijn atelier te kijken naar wat er leeft en wat er groeit. Waar en wanneer er geëxposeerd zal worden is nog niet zeker. Ik heb me voorgenomen om in 2023 in te zetten op productie maar dan weer zijn er die aanstekelijke vrienden die me ook inspireren en aanzetten om toch ergens nog aan een expo deel te nemen. De eerste in rij is waarschijnlijk het Kunstsalon te Drongen. Ook een expo te Deinze (met tekendemo’s) staat op het programma. En er worden toch weer zaadjes gepland om mee te doen aan Kunst in het Dorp (Bellingen). Ben je trouwens zelf kunstenaar en wil je exposeren; stel je dan zeker kandidaat-deelnemer voor Kunst in het Dorp via de website.

Dit 4e portret maakte ik ook in het KMSKA maar is geen deel van het project. Soms tekent ne mens al eens iemand gewoon uit sympathie 🙂

MAX ON TOUR 2023

Nu te zien!

Lid van de werkgroep Kunst in het Dorp
WZC St Felix – Herne – org. Herne Kunsttelt (doorlopend) –
Wandeling door Herne met kunstbeelden – hier meer info

Kunstsalon – Drongen (18-21 mei)

In planning

Kunst in Leiestraat – De Leeuw – Zulte (juli)
Kunst in het Dorp – Bellingen ( 9-17 september)

Helaas voorbij

KMSKA – kerst 2022 (22 december 2022 tot en met 22 januari 2023)
Meikermis-expo – Wondelgem (6-7 mei)

OVER GOD &VAN GOGH: de glazen bol (06)

Over Van Eyck weten we niet veel maar er is wel al veel geschreven over zijn/hun kunnen. Eén van die dikke kloefers van boeken is de catalogus van de expo “Van Eyck – Een optische revolutie“. Heb je de expo gemist of had je net een ticket in de coronaperiode dan heb je toch wel wat gemist. Maar anderzijds is het een goede reden om eens naar Gent, Brugge of Antwerpen af te zakken. De werken (het totaal aan werken dan) is zo wat verspreid over de hele wereld maar dit is toch al iets dichter bij huis 😉 Kijk hier naar een paar clips over de voorbije expo.

In die expo/catalogus leer je al snel dat Van Eyck niet de uitvinder was van de olieverf. Dat was iemand anders. Wat Jan Van Eyck zeker wel op zijn naam mag zetten is het verder uitdiepen van licht- en kleurinvloeden door reflectie. Niet dat hij de enige was die er mee bezig was maar vanuit onze tijd gezien was hij zeker een ambassadeur van de toepassing.

In de tekening van God zijn vele parels te zien. Allen hebben een invloed van licht/donker, van de richting van de lichtinval en van de kleuren die hen omgeven. Maar vergis je niet, het zijn niet alles parels wat de klok slaat. In de onderstaande reeks zie je enkel parels. Licht komende van rechtsboven (vanuit ons perspectief gezien). Telkens een sikkel aan donkergroene reflectie. Echter in het beeld rechts (een detail net onder de SABAWT-tekst) zie je een mengeling van parels met duidelijk erg doorzichtige glazen bollen. Die vallen op het eerste zicht en in de overdaad aan versieringen niet op maar ze zijn er wel en maken degelijk een verschil.

De inkleuring van de glazen parels ten opzichte van de echte is helemaal anders. De reflectie van het licht is anders maar ook de kleur. De glazen parels laten het daglicht door en hebben daardoor een meer gele sikkel door het zonlicht. De echte parels hebben eerder een zacht, gebroken witte/licht groene sikkel.

Net zoals in mijn foto van glasparels boven is Van Eyck gekend voor het correct weergeven van de lichtinval in functie van waar het schilderij finaal zou komen te hangen. Het summum van die praktijk vinden we terug in “het portret van het echtpaar Arnolfini” alwaar Van Eyck zichzelf schildert in de reflectie van de spiegel op de achtergrond. Dezelfde reflecties vinden we terug in het schilderij “Madonna met kannunik Van der Paele” of in het paneel van de musicerende engelen (onderdeel van het retabel van het Lam Gods). Hieronder enkele details van de reflecties.

En hieronder de tussentijdse vorderingen. Ik word haast knettergek van het inkleuren van al die bolletjes 😉 Weet je aan wat die centrale juwelenplaat mij soms doet denken? Klik dan hier…