Brussel: Broodhuis, al het goud van Brussel

Ik denk dat het museum van het Broodhuis is allicht het meest bekeken maar minst bezochte museum van Brussel. Ik durf zelfs te stellen dat de gemiddelde Brusselaar geen weet heeft dat er in het Broodhuis een museum zit. Maar ik wist dat wel 😉 En gewapend met mijn museumpas is dat museum nu gratis. Dus zeker een must-see tijdens ons weekendje in Brussel.

Het Broodhuis wordt in het Frans trouwens “Maison du Roi” genoemd.  Deze dubbele benaming vindt haar oorsprong in de geschiedenis van het gebouw: Broodhuis verwijst naar zijn eerste bestemming, een broodhal in de 13e eeuw, terwijl Maison du Roi verwijst naar de titel van de eigenaar van het bouwwerk, de hertog van Brabant. In de16e eeuw was laatstgenoemde niemand minder dan Keizer Karel, “koning” van Spanje. Dat huis is dan weer niet te verwarren met het cafĂ© “Le roi d’Espagne” op de hoek van de Grote Markt. Een plaats waar vroeger wel eens “illegale zaken” gebeurden, vandaar de zijdeur in de gevel langs het straatje. Een escape-room avant la lettre.

Het Broodhuis neemt je mee door de geschiedenis van Brussel. Het gaat dieper Lees verder “Brussel: Broodhuis, al het goud van Brussel”

Hallepoort (BXL): Back to Bruegel

Op net geen 500m van het Zuidstation van Brussel staat de Hallepoort. Een gebouw van pakweg jaren 1400 dat op de huidige kleine ring – de vroegere vestingmuur – staat. Prachtig gerestaureerd staat deze monumentale stadspoort voor de herinnering aan een tijd die eigenlijk nog niet zo lang geleden is. Meermaals op de lijst van “te slopen gebouwen” is het gebouw nu (eindelijk) een deel geworden van het collectief erfgoed en een prachtig museum.

Als “stadsmuseum van Brussel” kan het niet doorgaan. Daarvoor moet je zeker ’s het Broodhuis op de Grote Markt bezoeken. Maar als museum over het hoe en waarom van de stadsmuur van Brussel is het des te interessanter.

Maar waar de Hallepoort nu superinteressant voor is, is Lees verder “Hallepoort (BXL): Back to Bruegel”

De PréComputer-historie

Ik vertelde al eerder dat ik een cursus “kwaliteit” (ISO9001) volg. Deze week kwam het onderwerp “mijn eerste computer” op de tafel. Merkwaardig dat de meeste cursisten hun eerste thuiscomputer situeren begin jaren ’90. Het bracht me naar Memory-lane…De eerste Ă©chte PC die ik kreeg was een IBM met nog zo van die grote zwarte 5.25inch schijven. Een waar (groot) beest met een groen scherm. Fascinerend ding waarbij de F-toetsen op de zijkant van het toetsenbord stonden. Maar je kon er wel WP (Wordprocessor) en DBASE (de voorganger van XL) op draaien. Dat moet zo ergens 1986 geweest zijn. Veel kon ik er niet mee. Als tiener heb je andere verwachtingen voor zo een machine. Het beste wat ik vond dat je er kon uithalen waren zo van die tekeningen gemaakt uit letters (want foto’s kon je met die PC nog niet verwerken) en gedrukt op 37 vellen kettingpapier…

 

Lees verder “De PrĂ©Computer-historie”

Kennis en vakmanschap maken de kunst

Om op een kwalitatieve manier een kunstwerk af te leveren werk je met een team van specialisten en kenners. Tijdens de opbouw van de triptiek kon ik regelmatig beroep doen op de kennis van Michiel De Pelsemaker en Gudrun Rombaut, die samen zoveel geschiedenis en fantasy kennen dat The lord of the rings slechts de inleiding is. Zij gaven mee de inspiratie voor de Noorse verhalen die in de triptiek verwerkt zijn.

Naast de verhaallijn is er ook een heel technisch luik aan de triptiek. Ik vertelde al eerder over het niet gebruiken van glas omwille van het gewicht van de zijpanelen. De tekeningen worden gelamineerd. Telkens ik vertel hoe dat in zijn werk gaat, zie ik de blikken van “jaja, zo’n groot formaat…gelamineerd…1 april zekers?” Dus had ik aan Hugo Martens gevraagd om mij te verwittigen wanneer hij aan de inlijsting en laminering zou werken zodat ik wat foto’s kon maken van het proces.

Het lamineren van de tekeningen gebeurt heel secuur. Eerst wordt de lamineerfilm op maat gesneden en worden zowel de film als de tekening ontstoft. Dan wordt de film geduldig over de tekening gelegd. De lamineerfilm is een soort microgeperforeerd plastiek. Deze wordt vervolgens in een grote kist geplaatst waar de film vacuĂŒm op de tekening wordt gezogen. Door de kleine microporiĂ«n ontsnapt de lucht tussen de tekening en de film en komt de film hypervlak op de tekening te liggen. Dan wordt de zaak licht opgewarmd en kleeft de film definitief aan de tekening. De tekening is nu beschermd tegen vocht en spatten, helaas niet tegen krassen met een scherp voorwerp.

Dan wordt de lijst gemaakt. Het is niet onmogelijk maar ik werk liever niet met IKEA-lijsten. Deze zijn wel goedkoop maar ervaring leert dat ze noch duurzaam zijn, noch kwalitatief (op termijn gezien). Hugo maakt daarom al mijn lijsten. Ze zijn erg stevig en mocht er toch iets mee gebeuren, dan kan ik altijd rekenen op zijn service. In het geval van de triptiek is de opbouw van de lijst niet onderschatten. De 3 lijsten moeten precies op mekaar afgestemd zijn én met mekaar worden verbonden. Een vergeten stuk techniek wordt hier herontdekt!

Daarna wordt de tekening op de rug van de lijst gekleefd, vergelijkbaar met het lamineren.

Ik kon niet blijven tot op het einde. Hugo werkt ’t in alle vertrouwen af. Ik ben al benieuwd naar het resultaat.

http://inlijstingengent.be/