Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…
Wie zich een beetje toegewijd heeft aan Van Eyck in 2020 zal dit opmerkelijke nieuws al gehoord of gelezen hebben. Het retabel van het Lam Gods van Jan en Hubert Van Eyck is vandaag terug samengesteld zoals het oorspronkelijk bedoeld was: een gesloten scène en een spectaculaire open scène. Verschillende panelen klikken in mekaar en vormen één groot geheel. Ik vernam deze week nog dat het retabel het oudste paneel van (gebroeders) Van Eyck is dat men heeft teruggevonden. Oudere werken zijn waarschijnlijk allemaal verloren gegaan of werden misschien wel toegewezen aan andere schilders. Het was immers niet gewoon in die tijd om een schilderwerk te signeren. Van Eyck was daarin een van de eersten. Bijzonder bij de stelling is dat het oudste (eerste) werk van Van Eyck meteen zo’n joekel is. Alsof ze zich jaren hebben ingehouden en dan meteen met een monsterhit gingen maken. Een beetje gelijk de eerste CD van Gorki 😉
Dat is nogal onwaarschijnlijk (niet van Gorki wel van die andere 2)… Maar we wijken af. Dus nu is het te zien zoals het bedoeld was. Dat was lang niet altijd zo. Er was een tijd dat de zijpanelen gescheiden leefden van het centrale deel. Nog straffer; er was een tijd toen men vond dat je tegelijk de buiten en de binnenkant moest kunnen zien en “men” het illustere idee kreeg om de panelen gewoonweg in de dikte door te zagen! Meer daarover in KW10 (lees het opnieuw).
Alsof dat nog niet straf genoeg was, vertel ik u hierbij het verhaal van “de annunciatie“, ook al Van Eyck. Dat kent een nog straffer verhaal. Want dit Vlaamse schilderij kwam via via ooit in het Hermitage-museum van Sint-Petersburg terecht. Maar op zijn zachtst gezegd, het weer in Sint Petersburg is niet hetzelfde dan in Antwerpen en dus waren ze daar zo geen fan van het bewaren van schilderijen die op houten panelen werden gemaakt.
Dus vonden ze er niets beter op (let op, ge gelooft het nooit) om het paneel waarop het schilderij was gemaakt eraf te schrapen! Jup! De verflaag werd gefixeerd door er aan de zichtzijde stukken stof op te lijmen. Zodoende kon de achterkant er af worden gekapt en finaal ook worden geschuurd. Kunt u al voorstellen dat je dan op het einde nog met een paar millimeter aan verflagen van zo’n 500 jaar oud in uw handen zit. Die laag werd dan op een doek gekleefd waarna door opwarming en met wat water de eerder opgekleefde fixeerstof opnieuw werd verwijderd.
Dat deze operatie (schandalig) slecht is verlopen kan je vandaag nog zien. Bij het kleven van de verflaag op het canvas en zeker bij het opwarmen om de fixeerstof te verwijderen, werd de verflaag zo hard op het canvas gedrukt, dat de structuur van het onderliggende canvas door de verf is gedrukt. Vandaag lijkt het dus alsof het schilderij oorspronkelijk op doek werd geschilderd maar dat was dus zeker niet het geval.
Alsof dat nog niet erg genoeg was, werd al het blauwe van het kleed van Maria door het gebruik van water om de lijm op te lossen mee opgelost. De blauwe laag in lapis lazulli werd door Van Eyck met waterverf aangebracht om ze super doorschijnend te maken. Schijnt dat waterverf oplost in water…dat die kemels van het Hermitage daar niet aan gedacht hebben…’t Is om te janken.
Gelukkig kwam de wetenschap jaren later ter hulp. De restauratie in 1994 was intensief en voor te beginnen werd het schilderij duchtig onderzocht. Men vond de oorspronkelijke tekening onder (of eerder tussen) de verflagen en nog een ietsie pitsie stukje van het originele blauw tussen de haren van Maria. Het blauw van de oorspronkelijke verf werd opnieuw samengesteld en het kleed kreeg zijn oorspronkelijke splendeur en grandeur terug. Alleen de indrukken van het doek zijn achtergebleven. Dus in tegenstelling tot het PANEEL van de Rechtvaardige Rechters is de annunciatie met de jaren een doek geworden.
Bron: The private life of a masterpiece