KW23: De bekendste engeltjes ter wereld

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

In de kunst zijn er duizenden misschien zelfs miljoenen engeltjes te zien op schilderijen en beelden maar geen van de engeltjes zijn zo bekend als deze…

En wanneer ik je deze engeltjes laat zien en ik vraag je “van wie” en “waar te zien” dan zeg je toch spontaan: Michelangelo ,  Sixtijnse kapel, Rome. Toch?

Mis!

Wie denkt dat deze 2 deugnietjes ergens tussen de schilderijen of het plafond van de Sixtijnse kapel verborgen zitten zal lang zoeken. En dat lang zoeken, dat kan je sowieso al vergeten want eens je in de Sixtijnse kapel bent, wordt je de hele tijd aangemaand om door te stappen zonder treuzelen. Genieten kennen ze daar niet. Buiten de immense grootte van de kapel kan je de schilderijen best (op voorhand) via ’t internet bestuderen. Dan weet je al op zijn minst naar wat te kijken. Ik vind dat mensenvel (centrum rechts, beetje naar beneden) bijzonder intrigerend. Maar misschien moet ik daar later nog wel ’s op terug komen.

De engeltjes zijn een deel van een schilderij van de Italiaanse schilder Rafaël en die is wel tijdgenoot van Michelangelo. Het schilderij dateert van ongeveer 1513 en stelt eigenlijk Maria met Jezus voor.

Zal ik nog wat straffe toeren vertellen over dit schilderij?

Ten eerste zal het u misschien wel ontgaan zijn dat de wolkjes achter Maria eigenlijk allemaal kinderkopjes zijn. Ze zijn bijna niet te zien maar eens je ze gezien hebt, kan je er niet meer naast kijken (het is een beetje gelijk die leeuw of manneke pis op de pakskes Camel-sigaretten…en zeg nu niet dat ge die nog niet hebt gezien hé).

Ten tweede iets heel merkwaardigs en bijzonder. En daarvoor moet je even inzoomen op het schilderij…

Kijk ’s naar die blikken! Maria is enorm triestig, de kleine lijkt wel of hij heeft een spook gezien. Nu werden Maria en Jezus altijd wel erg dicht bij mekaar geschilderd in die tijd maar meestal waren de schilderijen introvert, op zichzelf gericht, zeker niet met een blik naar buiten. En dan zou je toch wel van een jonge moeder en een kind van (even gokken) een jaar of 2 enige frivoliteit verwachten. Niet? Hoe komt dat dan? Dat is vrij eenvoudig uit te leggen (als ge’t weet): Het schilderij is opgesteld recht tegenover het kruisbeeld van Jezus. Ze kijken dus allebei naar hun eigen toekomst. De ene is triest om het verlies van haar zoon. Jezus zelf is geschokt bij het zien van zijn eigen kruisiging.

En dan geef ik nog graag het antwoord op de vragen: van wie: van Rafael dus en waar: Dresden, Gemäldegalerie Alte Meister. En die Sixtijnse kapel heeft er niets mee te maken maar wel vind je links van Maria de heilige Sixtus, zou het kunnen…Ik denk het wel 😉

Bron: ik weet ook eens iets 😉

KW20: Het meisje van Vermeer

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

Delft is niet alleen gekend omdat kunstfotografe Monique Roodenburg er woont 😉 Delft is de stad der Nederlandse koningen, dé gezelligste wandelstad van de wereld én…Vermeer, Johannes Vermeer, shaken, not stirred.

Wie Vermeer zegt, krijgt meteen het beeld van “het meisje met de parel” voor ogen. Mocht je toch nog niet kennen (awoe on you) dan vind je’t hieronder nog ‘s.

Enfin die dus. In de laatste jaren vooral gekend van de film “the girl with the pearl earring” waar op geromantiseerde wijze het verhaal van Vermeer wordt verteld. Ook al is er weinig geweten over Vermeer weet de film je gezellig mee te slepen voor een avondje canapé.

Heb je het schilderij nog nooit in het echt gezien, dan moet je echt ’s tot het Mauritshuis (Den Haag) rijden. Daar hangt “de Mona Lisa van het noorden”. Stralend in zijn eenvoud lijkt het schilderij een niemendalletje, “spielerei” zoals dit soort van mijn tekeningen zou noemen. Een werk dat je maakt omdat je vanuit een gevoel, een passie werkt en niet vanuit een technisch gegeven. In onze moderne (foto-)tijden zou je zeggen “zet u haaks op mijn lens en kijk dan traag over je schouder recht in de lens, kin omhoog, fier en genietend van het licht.” Klik! Het staat er op. Zo een niemendalletje dus…

Maar het werk is, niet alleen door gebrek aan informatie, meer dan dat. Het straalt, het is 200% feel good. Maar laat ik u even meenemen in het geniale van het schilderij…Want alles qua expressie in dit schilderij draait om een paar “witte puntjes”. Bij voorkeur loodwit. Het knappe, felle wit van destijds dat we vandaag niet meer vinden omwille van de toxiciteit die vrijkomt bij het maken van deze witte verf. Hieronder vind je 3 versies, klik op de eerste en klik dan door. Dan zie je wel snel hoe belangrijk de witte partijen in het schilderij bijdragen tot het succes ervan. De hele beweging in het schilderij zit tussen de ogen, de oorbel de naad van de stof op de schouder en zodoende terug naar de ogen. De aandacht van de kijker draait in hoofdzaak in deze cirkel. De rond wordt benadrukt door de blauwe band en om helemaal te beletten dat je blik zou afwijken blokkeert de gele stof van het hoofddeksel als een grote, bleke muur dat je afwijkt. Je wordt meteen teruggekaatst naar de kern.

Maar dus die fameuze parel…Als we die ’s van dichtbij bekijken dan is dat wel een ferm groot stuk. Ik knipte ‘m uit en plakte hem naast het oog.

Dan zie je dat die parel ongeveer zo groot is al een oog. In het echt zou die parel dus ongeveer 3cm diameter hebben. Dat is wel een dure parel voor een kunstenaar. Daarom wordt terecht in vraag gesteld of die parel wel echt is. De vorm is ook te perfect rond om een parel te zijn. Onderzoek met glazen, verzilverd glas, parelmoer parels heeft aangetoond dat het allicht om een glazen parel gaat omhuld van een laagje zilver. Dat geeft de meest getrouwe weerspiegelingen zoals het op het schilderij wordt weergegeven. En dat zal allicht wel stukken betaalbaarder geweest zijn. Voortaan zeggen we dus “het meisje met de oorbel van verzilverd glas” 😉

PS: Ik ben stevige believer dat Vermeer over een camera obscura beschikte. Dit ondermijnt geenszins zijn talent. Ik baseer me op de finesse van de schilderijen, de kleuren,…al zijn er wel studies die aantonen dat de perspectieven die Vermeer schilderde niet altijd kloppen wat dan weer het gebruik van zo’n camera obscura tegenspreekt.

Het hele onderzoek naar die fameuze “parel” kan je zien via de website van NPO: documentaire NPO

Wil je nog meer weten over dit schilderij? Lees dan dit artikel uit De Standaard, niet toevallig gevonden op de Facebook van Kim D

 

 

Jouw favoriete kunstwerk nu in huis!

Ben je fan van dat ene schilderij? Al heel je leven zie je ze in je eigen space te hangen maar ze is onbereikbaar: te duur, te groot, te museum,…Je weet wel. Ik maak het voor u mogelijk. Met respect voor het originele werk maar toch met een eigentijdse toets “cover” ik bekende werken.
Neem een kijkje op mijn website voor meer!

WIP: La Victoire naar Magritte (deel 5)

Omdat er woensdag geen Magritte te zien was, maak ik van deze blog ineens een “happy hour”. Het is tenslotte vrijdag voor iets 😉

In deze laatste blog zie je de finale fase van de tekening en ik zet ze speciaal ook samen zodat je met de pijltjes snel van de ene naar de andere kan en zodoende de verschillen kan ontdekken. Want ondanks dat het misschien niets lijkt zit er tussen beide tekeningen toch nog 2uur werk en die gaan voornamelijk op in details tekenen (zoals de planten), het weergeven van rondingen en hier en daar nog groenpartijen toevoegen.

Nog een paar wistjedatjes over dit schilderij. Magritte maakte verschillende versies van “La Victoire”. Deze versie werd geschilderd in 1939. Ik koos voor deze – denk ik – unieke versie omdat ze in privébezit is. Het origineel werd door Christies geveild op 3 februari 2003 voor 578.650 Britse pond ofte (vandaag) 654.788,21euro (just is just).

Laat ons dan toch maar concluderen dat wie dit schilderij ooit in het echt ziet een ferme gelukzak is. Wie mijn kopie op ware grootte (72,5×53,5cm) ziet is vooral ne goeie mens 🙂

Dus voila, doel gehaald: La Victoire van Magritte en hopelijk mag het dan ook de overwinning op corona wezen. De tekening is te koop. Mail me voor meer info.

WIP: La Victoire naar Magritte (deel 4)

Met een dagje tussen, is meteen ook het werk goed gevorderd. De onderste zandpartij is nu ingekleurd, de luchtpartij heeft extra diepte gekregen. Hierdoor krijg je nu ook de contouren van de wolk te zien.

Interessant om zien is dat ondanks het surrealistische gebeuren van de deur die een beetje nutteloos staat te wezen op het strand en dat er nu toch net toevallig een wolk door vliegt, is het feit dat de deur het zand onderaan wegduwt. Er komt zelfs een plant onder de deur te zitten. Welke planten het precies zijn kan ik niet uitmaken maar het platduwen van de plant door de deuropening geeft een interessante suggestie van beweging aan de deur en maakt de setting waarin de deur staat ook “echt”.

Het geheel krijgt nu echt vorm. De volgende fase wordt de wolk en nog wat verdieping in de diepte- en lichtaspecten. Morgen zie je hierover meer 🙂

WIP: La Victoire naar Magritte (deel 3)

Juij! Dag 3 en we gaan er op vooruit. Zie je de mooie”lapis lazuli”? Het prachtige blauw dat de oude schilderijen uit de renaissance zo herkenbaar maakt. Ik gebruikte het (goedkopere) blauw om de zee een diepblauwe gloed mee te geven.

Morgen is er geen Magritte-blog want dan is het woensdag en dan zijn er de kunstweetjes 😉

WIP: La Victoire naar Magritte (deel 2)

Na een paar uren schetsen gisteren stond alles klaar voor het serieuzere werk vandaag. Lat en tekendriehoek bij de hand en dan goed kijken naar het origineel waar al die reliëfs in de deur en de omlijsting naartoe leiden. En soms was dat – ondanks de schets – zelfs nog een beetje lijden want door het spel van licht en schaduw vervallen de lijnen in een suggestie.

Ik kon maar weer moeilijk stoppen en dus zie je (misschien) al een lichtblauwe zone bovenaan de tekening. De deurklink is duidelijk al geslaagd 🙂

WIP: La Victoire naar Magritte

Ik vond het nog ’s tijd voor een klein vervolgverhaaltje. In de aanloop naar het einde van de lockdown vond ik het gepast om het schilderij met de toepasselijke titel “La Victoire” (de overwinning) te coveren. Ondanks de vele elementen die ik verwerk in mijn tekeningen en die wel eens verwijzen naar Magritte is dit de allereerste keer dat ik een origineel Magritte-kunstwerk nateken. En dat probeer ik te doen met de gepaste precisie al is het dan wel met een ander materiaal. Deze keer koos ik voor pastelkrijt omdat het de felle, volle kleuren van het schilderspalet beter benaderd. De tekening is 1/1, helemaal op ware grootte cfr het origineel.

Stap 1 is echter de schets en dat is al voor een stuk architectuur op zich want een stijldeur die teken je niet vanuit de losse pols. In dit geval komt er een lat en een tekendriehoek aan te pas. Gelukkig heb ik al dat materiaal nog van bij de eerste triptiek.

Fijne moederdag aan alle moeders die een heel jaar door goed voor de kinderen zorgen 🙂

 

KW18: het oordeel van het opgebaarde lijk

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

De kans dat je dit schilderij al eerder zag is redelijk klein. Het schilderij is van Gyárfás, Jenő en heet “The Ordeal of the Bier” ofte “het oordeel van het opgebaarde lijk” uit (1881). Maar het is niet omdat je dit schilderij allicht nog niet gezien hebt, dat het verhaal achter het beeld niet erg spannend kan zijn. Want wat zien we hier allemaal? Een   vrouw in wit gekleed stapt verschrikt een trap af. Links een groep mensen die al met evenveel afschuw kijken. Tot daar klopt het plaatje. Waar het begint raar over te komen is wanneer we de groep mensen rechts van de dame bekijken. Deze lijkt bijna…blij te zijn. De man op het voorplan rechts heeft er zelfs zijn muziekinsstrument bij gehaald. Wat is hier aan de hand?

Rechts achter de vrouw zien we een klein kamertje. In dat kleine kamertje ligt een lijk opgebaard. De jonge vrouw, tevens de bruid van de overleden man, heeft net de dodenkamer van haar man verlaten. De vrouw heeft zojuist begrepen dat zij zijn dood op haar geweten heeft.

De Hongaarse schilder Gyárfás, Jenő baseerde de voorstelling op een bekend gedicht van zijn landgenoot Janos Arany. Daarin staat opgetekend hoe de jongeling Beno Barczi levenloos wordt aangetroffen in het woud met een dolk in zijn borst. Niemand snapt waarom de moord is gepleegd en wie deze heeft begaan.

Ten einde raad wil Beno’s vader de dader achterhalen met behulp van het stoffelijke overschot zelf. Dat wordt naakt opgebaard, waarna eenieder op wie enige verdenking rust langs de dode moet lopen. Volgens het oude geloof zal de wond weer gaan bloeden zodra de moordenaar zich opnieuw in zijn nabijheid begeeft.

Eerst treden de vijanden en de rivalen aan, gevolgd door zijn vrienden en familieleden. Wanneer hun onschuld is vastgesteld wordt als laatste de lieflijke Abigail bij het lijk van haar verloofde gebracht. Onmiddellijk (met de nadruk op lijk) begint de wond hevig te bloeden en is het voor de omstanders duidelijk dat ij schuldig is aan de dood van haar verloofde.

Abigail was het soort meisje dat maar niet kon geloven dat haar geliefde echt van haar hield. Telkens eiste ze hem zijn liefde voor haar te bewijzen. Beno werd hier zo dwaas van dat hij uiteindelijk zei dat hij zelfmoord zou plegen als ze nu nog niet overtuigd was van zijn liefde. In plaats van hem hiervan te weerhouden gaf Abigail hem een dolk. “Laat dan maar eens zien hoeveel je van me houdt”, zei ze en de arme Beno beantwoordde de lokroep van de parasiet.

bron: catalogus Fatale Vrouwen, expo’s Groningen en Antwerpen

#portretvaneenheld

Omdat wij “maar” moeten in ons kot blijven terwijl anderen niet meer weten waar hun kop staat van het werk en situaties zien waar wij misschien zelfs niet mee om zouden kunnen, doe ik mee aan de actie “portret van een held”. Dit is een internationaal project. Het toont de empathie van de deelnemende kunstenaars, hun kwaliteiten en hun respect.

Ik zou het graag nog ruimer zien want ook de postbodes, vuilnismannen, brandweerlui, politie,…blijven op post. En de bakker, de slager,… Maar het is nu Danielle geworden. Zij is verpleegster bij de intensieve zorgen van Sint-Maria Halle. Ze verzorgt op dit moment ook de Covid-patiënten op de intensieve afdeling. Daarbij gaat ze ook dikwijls met de ambulance mee als eerstehulpverlening.

KW17: hamsteren met Griet

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

Hamsteren is wel hét sleutelwoord van de laatste maanden. Naast WC-papier…en shit! (als’t op is 🙂 )

We kennen het fenomeen vooral van dagen van nood; oorlogen voorop. Maar wie ooit gereisd heeft naar een land uit het voormalige oostblok die kent het fenomeen ook wel. Wanneer de voorraad van een gegeerd product beperkt is, hebben we prijs. Er wordt gehamsterd en dan worden mensen creatief of leren we de noodzaak van de bijzaak onderscheiden. Of ze gaan er met alle geweld tegenaan. Ook dat laatste beeld kennen we uit de recente media.

Hamsteren was in het geval van de corona-crisis duidelijk een geval van paranoia. Daarom haal ik er het summum van de paranoia in de kunst bij: de Dulle Griet. De details waar op te letten wanneer u dit schilderij ziet zijn breed omschreven in iedere kunstcatalogus (ik ga daar nu niet op in) maar het ziektebeeld niet echt. Het moment om uit te pakken met een weetje…

De belangrijkste verschijnselen van dit kwaal zijn: angstig, op loop met bagage, in extreme gevallen met iets wat kan dienen als wapen in de hand.

Wie paranoïde is gelooft dat andere mensen vijandig tegen over hem/haar staan. Dat ze hem/haar trachten te manipuleren, achtervolgen, bespieden of zelfs samenzweren tegen zijn persoon. Het is dan ook niet te verwonderen dat dit gepaard gaat met heel wat waanideeën. Wat gezegd wordt, interpreteert hij gemakkelijk verkeerd of verdraaid.  De paranoïde mens zoekt  in een gewoon gesprek allerhande hints (complottheorieën). Hij/zij ontdekt allerhande “hints” die zijn of haar gelijk bewijzen en toont daarmee aan dat de andere hem alleen maar in de val wil lokken.

Een syndroom van paranoïde waanbeelden en auditieve hallucinaties ontwikkelt zich niet zelden tussen 40 en 60 jaar bij personen met aanleg voor paranoïde stoornissen. Paranoïde trends worden ook vaak opgemerkt als onderdeel van het klinische beeld bij tal van andere geestesziekten, bijvoorbeeld bij hersenaandoeningen, manieën, depressies, hysterie, angstneuroses en in sommige gevallen mentale defecten. Dus…Heeft u onlangs toch die massa aan WC-papier of pasta gekocht, dan weet u nu waar u aan toe bent.

Bruegels Griet en haar kompanen maken zich klaar om de Hellepoort zelf te bestormen. De schilder maakt zich dus vrolijk over luidruchtige, kijvende en agressieve vrouwen.

bron: De kunstenaar en de dokter. Anders kijken naar schilderijen – Jan Dequeker

Het stalen ros van Heer Borluut – deel 2

Vandaag hebben we dan deel 2 van de fietstocht gedaan. Een heel ander landschap zowaar. De rit begon in voor ons aan de Watersportbaan (knooppunt 52) en zo door de stadskern naar Gentbrugge, Heusden, Melle, Merelbeke, Zwijnaarde. Vandaag geen bijzonder sjieke villa’s maar wel veel velden, meersen,..groene ruimte dus. Hier en daar een paar kasteelkes en zo nu en dan een goed excuus om een knooppunt aan Van Eyck te linken (al vond ik de uitleg soms nogal magertjes, maar goed, ’t is voor “de sfeer” 😉

Voor het eerst ben ik over de fietsbruggen over de E40 en over de R4 gefietst. Leuke ervaringen.

Ons rondje was vandaag goed voor bijna 45km en een tijd van 2u11. Dat vind ik best OK. De route naar Oostende is al ingepland op de app 🙂

 

Het stalen ros van Heer Borluut

Met het Van Eyck-jaar werd er een wandeling door het centrum van Gent en 2 fietstochten rond Gent uitgetekend. Met dit zonnige weer dachten zoon en ik dat we op zijn minst een deel van de fietstocht zouden moeten gaan doen. En dat deden we… Wij namen de route “het stalen ros van Heer Borluut

Van Mariakerke naar ons startpunt 61 in Drongen centrum en zodoende naar Baarle. Daar moesten we omrijden want het veer vaart niet uit door de corona. Ik had het toch wel thuis nagekeken maar de dienst Waterwegen vond een algemene vermelding zonder meer informatie blijkbaar genoeg info (’t blijven ambtenaren niwaar). Dus reden we om door SM Leerne en langs Laarne… De rode lus (zie foto onder) van waar de tekst “Baarle” start tot ongeveer hetzelfde punt aan de overkant van het water hoort in de regel niet bij de route en was “een klein extraatje”…

Maar met de app van de fietsroutes kan je eigenlijk redelijk gemakkelijk je nieuwe fietsroute uitstippelen door kruispunten aan te klikken waar je naartoe wil fietsen. En de fietsroutes zijn zeer aangenaam om te fietsen. Ik zou er niet met een koersmodel met zo van die dunne bandjes langs gaan (er zijn namelijk ook onverharde of kiezelwegen bij) maar met een gewone stadsfiets is het zeker te doen.

En hebben wij mooie dingen gezien? Zeker wel! Vooral veel mooie, (te) grote huizen en zalig veel groene lanen en paadjes langs de Leie. Tot in de stad zijn we niet geraakt. Gelet op de omweg, hebben we vanaf knooppunt 67 doorgestoken naar knooppunt 56 om zodoende langs de R4 terug naar huis te fietsen. Een fietstocht van 2uur en 36km ver. En zodoende hebben we dan het beeld van de Zonneschilder van Marf ook ’s op zijn locatie gezien (ik zag het enkel tijdens de tentoonstellingen in De Campagne). Een aanrader.

KW16: de deur van de duivel

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

Een beetje als vervolg op blog KW12… Stel dat je voor jezelf “het kunstwerk van je leven” wil maken. Het moet groots zijn, imposant, een sterk verhaal dragen, jouw reputatie maken voor nu en ver over jouw dood heen. Tegelijk geraak je in de ban van een bestaand werk, een bestaand verhaal en je denkt: “daar moet ik iets mee gaan doen”. Kan je je voorstellen hoe verlammend de druk kan zijn die je jezelf oplegt op dat moment?

Rodin zit met die druk. Hij wil een poort maken, net zoals er eentje is aan de dom van Firenze; door Michelangelo uitgeroepen tot de poort van het paradijs (zie foto links). Een soort van aaneenschakeling van taferelen die samen verhalen uit het oude testament vertellen. Maar Rodin wel meer. Hij wil één groot verhaal, één uitbarsting van gekletter, vuurwerk, wansmakelijke expressie. Rodin wil de hel!

Tegelijk met de obsessie voor de poort is Rodin in de ban van “de goddelijke komedie” van Dante. In het bijzonder het stuk rond de hel. Want Rodin – in zijn tijd – maakt beelden die door de critici niet altijd als “publiek correct” worden aanzien. Rodin is onbegrepen in zijn kunst, in de liefde, in zijn expressie. Rodin voelt zich niet van deze wereld, hij voelt zich onbegrepen in een ongrijpbare artistieke/emotionele hel.

Rodin ziet de poort als een groepering van mensen die zowel helse als hemelse dingen, bewegingen maken. Een beetje zoals we dat kennen uit het bombastische schilderij van de dag des oordeels uit de Sixtijnse kapel. Een mix van vanalles en nog wat maar toch 1 groot tafereel.

Alleen Rodin heeft een probleem: het beeld dat hij in zijn hoofd heeft is zo complex dat hij er gewoonweg niet in slaagt het klaar te krijgen in de realiteit. Dit weegt op zijn gemoed, op zijn werking en vooral op zijn omzet. Dus beslist hij om enkele van die beelden – ze zijn er nu toch – in het groot uit te werken. Zo slaat hij 2 vliegen in 1 klap (het zijn er dan wel geen 7 maar goed, ’t is al beter dan niets).

Finaal gezien maakt Rodin een imposante poort met meer dan 186 figuren! En – ondanks de vele uren – is de poort bij zijn overlijden nog steeds niet klaar. De poort zou, naar mijn mening, ook nooit klaar geraakt zijn. Toch niet naar de normen van de kunstenaar.

Maar als je dan toch naar het Rodinmuseum in Parijs gaat, neem zeker een half uur de tijd om alle beelden op je af te laten komen. De poort is zo donker/zwart dat ze nauwelijks te fotograferen is maar ze is zo indrukwekkend dat je er gerust lang kan naar kijken. En dan moet je je eens voorstellen dat die in een of ander gebouw moet gemonteerd zijn. Ongelooflijk.

Rodin heeft zelf de bronzen versie nooit gezien. Deze werd pas na zijn dood gemaakt. Als het aan Rodin lag brak hij op de laatste knip nog de hele poort af om ze opnieuw te beginnen. Dus (weetje) als je voor de poort staat, zeg dan even aan je gezelschap langs je neus weg: ” toch straf hé! Die Rodin heeft heel zijn leven aan die poort gewerkt maar hij heeft ze nooit zelf gezien zoals wij ze hier zien. ’t Is toch triestig hé een artiestenleven…”

De poort van Rodin (onder) kan je in detail bekijken door op de foto te klikken. Er zijn heel wat beelden die je zal herkennen waaronder de denker (centraal bovenaan).

 

Coronakids 1

Zoals altijd zijn de mensen die mijn levenspad kruisen potentiële modellen. En dat hoeven niet altijd (mooie) vrouwen te zijn. Er zit ook wel eens een man tussen (accidents do happen) en kinderen. Voor portretten teken ik graag kinderen omdat ze – zeker vandaag – opgroeien met een fotocamera en zich niet meer inhouden om zich te gedragen zoals ze altijd zijn. In mijn tijd moesten we altijd “mooi” op de foto staan. Elke klik kostte geld en die klik moest het dus waard zijn. Gelukkig is dat nu anders en daar geniet ik telkens weer van wanneer ik aan een portret begin.

En nu zijn het er ineens 2 geworden. Een uitdaging want als er eentje niet goed zit, is dat beide herbeginnen. Maar ik ben tevreden over het resultaat. Dus, na de 2 coronadames, nu ook 2 coronakids 🙂

Het begint moeilijker te worden om te blijven doorgaan maar volhouden is de enige boodschap 🙂 Ik neem even een lockdown van alle digitale platforms, enkel de kunstweetjes gaan nog door. De rest van blogs zal moeten wachten tot het begint te regenen 😉 #hetechtelevenkanbeginnen

the making of…

KW15: De ambassadeurs

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

Hans Holbein…het zegt u niets? Veelgebruiker van de eerste vorm van carbonpapier… Misschien  doet dit (overdreven) sportief portret van Hendrik VIII een belletje rinkelen…

Zijn we terug mee? Aaaah jaaaa…Hendrik VIII…de man van de onthoofdingen. Doet mij altijd denken aan Alice in Wonderland. Hendrik was geen gemakkelijke mens. Enfin, laat ons zeggen dat hij een moeilijker mens is geworden met de tijd (daarover later meer).

De schilder van dit portret, Hans Holbein dus, schilderde ook dit portret van 2 Franse ambassadeurs.

Links staat Jean de Dinteville, de 29-jarige Franse ambassadeur in Londen, rechts staat diens vriend Georges de Selve, de 25-jarige bisschop van Laveur, die ook diplomatieke taken uitvoerde voor koning Frans I. We kennen hun leeftijden omdat die op het schilderij staan geschreven (op de dolk en op het boek). En dat brengt ons meteen tot alles wat niet meteen opvalt in dit schilderij. Want op het eerste zicht leunen deze heren op een soort tafeltje dat ergens in de living moet gestaan hebben. Beetje het salontafeltype waar we vandaag onze krant, chipskom, bril, GSM, misschien wat bloemen, een boek etc zouden opleggen. Alleen is dit niet “zomaar” een tafel voorzien van toevallige dingen des levens. Massa’s verwijzingen naar vanitasonderwerpen. Het hedendaagse leven van 1533, verwijzingen naar het hiernamaals en vooral verwijzingen naar de overgang van de ene fase naar de andere.

Ondanks hun jonge leeftijd (voor vandaag) zijn deze heren in hun tijd al halfweg het leven en bekleden ze toch wel posten met enig aanzien (ze moesten namelijk de koning van Engeland in het oog houden). Wie over het kantelpunt van zijn leven is, zal er wel al eens over gedacht hebben: de dualiteit van ervaring, toekomst en einde. En dat einde maakt dit schilderij nog meer bijzonder… Kijk ’s goed rond. In een bepaalde zin “onopvallend” ligt op de voorgrond een niet te omschrijven voorwerp. Het lijkt wel een knuppel, baseballding zo, of een plank. Enfin, iets wat merkwaardig onbepaald is wanneer je naar alle andere voorwerpen kijkt (die je meteen ook herkent).

Spoileralert: het voorwerp op de voorgrond is een schedel, een doodskop. Het perspectief is uitgerokken en loopt parallel met de luit (ook al symbool van “schone liedjes” en een gesprongen snaar). Kijk je vanuit de rechter bovenhoek naar het schilderij, dan zie je een mooie schedel. Maar dan kan je het schilderij niet meer goed zijn. Het is dus kijken naar het leven of kijken naar de dood. Nog een kleine verwijzing naar de dood vind je in het halfverborgen (halfweg het leven) van het kruisbeeld in de hoek links boven of de tijdsinstrumenten op de bovenste plank die verwijzen naar Goede Vrijdag.

Meer over dit schilderij o.a. via wikipedia  meer over Hans Holbein hier.

Lady Corona de tweede

maak je me wakker wanneer het zo ver is
onbeweeglijk maar zonder rust staar je je weg in de klanken die je al en keer hoorde nauwsluitend
als je huid die je voorzichtig trachtte te openen de vrijheid
te voelen je houdt jezelf vast ongewild krampachtig als op een rand
hou vast
zonder te weten wat je kent de vrijheid toch je kent ook deze plek alleen je raakte er nooit ongeschonden weg maar weg
stilletjes huil je om een zetel
je hebt het gevoel niet zonder woorden te kunnen je deed het lange tijd maar wil het niet ach
het komt goed
zo werd de maan weer vol en bloedend werden lijven ontbloot en vloog een zwaluw
maak me wakker het is tijd

(neersl/ach/tig)

 

tekening naar het werk “liegender Frauenakt” van Otto Theodor Gustav Lingner (1856 – 1930)
tekst. Hanna 

BLIJVEND ACTIEF: Max Van Hemel

Wat doen kunstenaars in quarantaine? Ik pikte de vragenlijst van Kunstpoort en geef mijn antwoorden.

K: Welke creatie staat er voor het ogenblik op stapel? 

Omdat het tijdens deze coronaperiode niet mogelijk is samen te werken met modellen staat zo goed als alles on hold. (ik heb ooit over virtueel poseren gedacht maar het is er nooit van gekomen). Dus komen er geen tekeningen vanuit nieuwe ideeën. Gelukkig heb ik wel nog een archief waar ik kan uit putten. Dus maak ik tekeningen aan de hand daarvan. Dat is tot zo lang mijn papier en potlood-voorraad strekt natuurlijk want ook van mijn voorraad hang ik af.

Het eerste tekenresultaat heb ik toepasselijk “Lady Corona de eerste” gedoopt. Er volgt nog wel eentje ergens volgende week ofzo.

Na de 2 Bruegels kriebelt het wel om er nog een derde te maken of een Jeroen Bosch…maar dat idee zou de corona moeten overstijgen. Zo lang wil ik niemand binnen houden.

Maar de blogs en de kunstweetjes die gaan wel door. Nu juist door de crisis heb ik wat meer tijd om opzoekingen te doen, dingen te bekijken of te lezen.

K: Is je nieuw werk gerelateerd aan de Corona crisis?

Neen, niet echt. Een bacterie inspireert me niet zo. Ik werk meestal wel lang (een paar maanden) aan de voorbereiding van een werk.
Of misschien wel in de muziek, ik kan wel elke dag een liedje vinden waar ik de titel kan aanpassen: “Corooonaaaaa…I just met a girl named Coroonaaaaa…” 😉

K: Ben je intensiever met kunst bezig dan voor covid-19?

Niet intensiever. Maar zeker ook niet minder. Ik heb altijd gesteld dat kunst maken meer is dan wat tekenen. Net zoals in de sport moet er blijvend getraind worden en “vanuit uw kot” kan je duidelijk ook vanop de rollen in de garage kunst maken 🙂 Het is absoluut wel zo dat ik mensen, interactie, nodig heb om te komen tot creëren. Soms worden dat eenvoudige portretten, soms zijn het meer verhalen. Geen mensen = geen verhalen…lang moet het dus ook weer niet gaan duren.

Wat ik wel bewust heb geminderd is Facebookgebruik. Dit tweeslachtig medium die graag gesponsorde berichten ziet maar liever geen (naakte) kunst, die laat ik nu even voor wat het is. Alleen de blogs verschijnen nog op Facebook. Dat brengt op zich al enorm veel rust.

K: Is het maken van kunst een noodzaak, een manier om deze periode te verwerken?

Kunst maken is minstens een noodzaak. Voor mij is tekenen een verslaving. Ik zou niet kunnen zonder. Maar het is niet dat ik deze periode specifiek beter door kom omdat ik tekeningen maak. Stel je voor dat tekenen nu net dé oplossing zou zijn. “Iedereen aan de potloden!”, zou ik dan roepen.

K: Heb je toekomstplannen of staan die nu on hold?

Zeker. Onder andere de derde triptiek (van de liefde) staat nu on hold. Normaal zou ik daarmee na de Van Eyck-expo (MSK) in productie gaan maar aangezien nu niemand uit zijn kot mag, moet ik het noodgedwongen uitstellen. En er waren nog wel wat losse projecten die ik wou opstarten die om dezelfde reden niet van de grond komen. Nu jah, erg is dat niet. Hoe langer de wijn blijft liggen, hoe beter hij wordt. Met ideeën is dat net zo. Al komt er best wel een moment om de fles te kraken.

Er zijn ook nog wel expo’s afgelast of verplaatst. Dat is erg spijtig. Maar dat komt allemaal terug. Als we ons alleen daar maar zorgen moeten over maken, dan hebben we er weinig. Gezondheid is veel belangrijker en daar ligt nu alle prioriteit.

Lady Corona de eerste

Corona. We zijn er nog niet over uitgepraat. Maar het legt mijn werking wel voor een stuk plat. Dus kijk ik maar naar wat ik nog het archief heb zitten aan tekenmateriaal en werk daarmee verder 🙂

Dit is dus de afgewerkte tekening. Weet je wat, we noemen haar voortaan gewoon Corona. Tussenstapjes gooide ik eerder op Instagram. Ze staan ook hieronder.