Stagiaire ontdekt “nieuwe” gravure van Pieter Bruegel de Oude bij restauratie van andere Bruegelprent

Dit artikel werd gepubliceerd op de website van de VRT (link hier). Ik neem het over voor mijn archief.

Een stagiaire aan de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) heeft een uitzonderlijke ontdekking gedaan toen ze een Bruegelprent aan het restaureren was: aan de achterkant bevond zich nog een gravure van een andere Bruegel uit de 16e eeuw. De bibliotheek spreekt over een “uitzonderlijke vondst”.

Pieterjan Huyghebaert

za 27 aug 2022 11:44

Stagiaire Margaux Nogues (23) zal zich haar stage aan de KBR op de Kunstberg in Brussel nog lang herinneren. De Franse studente was een gravure van “De Keisnijding” uit 1559 aan het restaureren, toen ze een opmerkelijke ontdekking deed.

De gravure zat volledig vastgelijmd aan een zuur karton. “Zuur karton is niet alleen schadelijk voor de prent, maar maakt het bovendien onmogelijk om de achterkant ervan te restaureren”, meldt de KBR in een persbericht. “De verwijdering van het karton stelt de restaurator in staat om het document te herstellen.”

Het was een zeer belangrijk moment en echt het hoogtepunt van mijn stage

“Ik heb de prent in een bad met warm water geplaatst”, legt Nogues uit aan de Franstalige omroep RTBF. “Het karton kwam zeer gemakkelijk los. Toen ik het er afhaalde, ontdekte ik een ander werk aan de achterkant: een tweede gravure van Bruegel.” Het gaat om een gravure van het werk “Patientia” uit 1557. “Het was een zeer belangrijk moment en echt het hoogtepunt van mijn stage”, zegt Nogues nog.

FOTO – De 16e eeuwse gravure zat verstopt achter dit karton:

KBR

Het gaat voor alle duidelijkheid niet om etsen van Bruegel zelf, maar het zijn gravures in de jaren 1560 uitgevoerd door Pieter van der Heyden naar ontwerpen van Pieter Bruegel de Oude. “Beide gravures werden in Antwerpen gepubliceerd door uitgever Hieronymus Cock”, meldt de KBR. “Recto-verso drukken was niet gebruikelijk in de 16e eeuw: het is heel ongebruikelijk om twee gravures op voor- en achterzijde van een blad aan te treffen.”

De KBR vermoedt dat de ontdekte gravure een proefdruk is die niet voor verspreiding bedoeld was. De bibliotheek had al drie afdrukken van de “Patientia” in haar verzameling, maar het blijft een uitzonderlijke vondst. Het werk toont “de personificatie van het geduld. Zij wordt omgeven door allerlei monsters en fantastische wezens in de stijl van de toen populaire Jheronimus Bosch die het kwaad en de zonde in de wereld voorstellen”.

Om de ontdekking even in een context te plaatsen: recent zijn soortgelijke gravures van Bruegel geveild voor 15.000 à 20.000 euro. Bijzonder aan deze vondst is natuurlijk dat de gravures recto-verso gedrukt zijn, dus wellicht is de vondst meer waard. Doordat de gravures deel uitmaken van de collectie van de KBR worden ze natuurlijk niet te koop aangeboden.

“Ik ga me dit nog lang herinneren”, zegt Nogues nog. “Ik ben nog maar 5 jaar bezig met restauraties.” Ze studeert in Parijs en moet daar in september nog haar thesis verdedigen. Het is niet helemaal duidelijk of deze ontdekking een deel uitmaakt van dat proefschrift, maar het staat hoe dan ook niet slecht op haar cv.

Bekijk via deze link “Patientia” meer in detail.

En hier hetzelfde voor “De Keisnijding“.

Meer weten over mijn Bruegeltekeningen?

KW42: Van den os en den ezel

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

Met de kerstdagen in het vooruitzicht dacht ik om nog ’s een Bruegel van stal te halen. En dan gaan we meteen voor de klassieker der klassiekers: De volkstelling te Bethlehem. Het is dé kerstkaart bij uitstek. En het gemak is dat je het originele schilderij in het KMSK Brussel kan gaan bekijken 🙂

We zien Jozef en Maria met de ezel en de os samen onderweg om zich te laten tellen in de stad waar Jozef vandaan komt Bethlehem (wie Bethlehem niet weet liggen, klik hier). Bruegel schildert deze passage in – zoals we dat van hem gewoon zijn – een waar Vlaams landschap. En het is nu juist dat Vlaamse landschap anno 1566 dat bij dit schilderij zo interessant is. Want uit de Bruegeltekeningen die ik maakte (klik hier voor meer) weten we dat Bruegel eerder een (kritische) reporter van het volk was dan grootste christelijk geïnspireerde schilderijen maker. Schilderijen met centrale focus op Jezus, God of hier Jozef en Maria herkennen we niet bij Bruegel. We zien dat soort taferelen wel bij tijdgenoten als Carravagio, Michelangelo, Rafael en later Rubens.

De “intrede” van Jozef en Maria is feitelijk een banale gebeurtenis in het grote schilderij. Het is één van de vele scènes waar ik het met u bij deze blog wil over hebben en wat van u meteen een échte Bruegelkenner zal maken 😉

Voor we beginnen is het goed om te weten dat in de periode dat Bruegel dit tafereel schildert Vlaanderen (en de rest van de Nederlanden) onder het bewind van Filips II vallen. Hij is de oudste zoon van keizer Karel en Isabella van Portugal. Filips heeft een beetje last van stigmata aan zijn handen en daardoor komt hij altijd geld te kort. Hij speelt ook graag soldaatje tegen de Fransen en tegen de (islamitische) Ottomanen. Wie al eens een kostuum van een stormtrooper heeft gekocht weet wat een soldatenkostuum kost. Kunt u voorstellen dat de Flipper dus wel altijd geld te kort had en zich met zijn belastingen niet echt populair maakte in Vlaanderen. Vlaanderen werd extra belast want de Nederlanders belasten dat lag nogal gevoelig.

Los van de harde belastingen zien we de opkomst van het protestantisme en de beeldenstorm. Iets waar je als kunstenaar liefst ver weg van blijft. Dus ben je al wat voorzichtiger in de keuze en de uitvoering van je onderwerpen. Een beetje gelijk naakt en Facebook-verhouding vandaag.

De koude winters van die tijden komen ook meermaals terug in de schilderijen van Bruegel en zijn tijdgenoten. De periode wordt dan ook niet voor niets “de kleine ijstijd” genoemd.

Combineer de 3 bovenstaande elementen met de satirische blik van Bruegel tot een kersttafereel en je krijgt een prachtig maar evenzeer gevaarlijk schilderij. Met een beetje ongeluk kon het hem zijn kop kosten. Maar dan weer “anders bekeken” is het “maar” een kersttafereeltje of een “katholiek randfenomeen” waar tegenstanders hun energie niet moeten aan verspillen. Het grote geluk dat we kennen bij dit schilderij is dat het tot begin 1900 in handen van privéverzamelaars is gebleven en zodoende onder de radar van kunst-aaseters. Waardoor we er vandaag in volle glorie kunnen van genieten.

Heb je nog wat tijd om nog enkele scènes en details nader te bekijken?

Wist je dat het huis in het midden van het beeld waarschijnlijk het huis is van de opdrachtgever van dit schilderij? Daarmee zou het schilderij kunnen verwijzen naar de belastingsinning in Wijnegem. Lees er meer over via deze link.

Wie mijn blog vanuit Antwerpen of omgeving volgt en geen zin heeft om tot in Brussel af te reizen, kan een kopie gaan bekijken in het museum Mayer-Van den Bergh (maar zoals altijd is the sequel nooit zo goed als de eerste). In datzelfde museum hangt trouwens ook De Dulle Griet van Bruegel. Hieronder een kopie die in het KMSK Brussel (naast het origineel) hangt en de kopie van Mayer Van den Bergh.

 

PS: Over 2020 publiceerde ik 42 kunstweetjes. Ik hoop dat ik eender wie daarmee iets dichter gebracht heb bij hoe boeiend kunst wel is en hoe deze niet los staat van de geschiedenis van de tijd maar evenmin van de actualiteit. Het ritme om elke week een kunstweetje online te gooien was een beetje te hoog gegrepen. Een kunstweetje, zeker de laatste, vroegen toch telkens 3 a 4 uur aan opzoekwerk en schrijfwerk. Ik weet wel wat dingen maar ik ben ook een groot warhoofd en perfectionist. Ik moet dus (bijna dwangmatig) alles dubbelchecken. Ik heb het wel volgehouden tot hier maar ik ga nu wat gas terug nemen. Er volgen zeker nog kunst en ruimer cultuurweetjes maar eerder op onregelmatige basis. Zoals ze op de Amerikaanse radio zouden zeggen: “stay tuned for more after the break!” 😉

 

KW41: moet er nog blauw zijn?

Elke woensdag publiceer ik een kunstweetje waarmee je kan uitpakken bij vrienden…

Met kunstweetje KW22 heb ik het al gehad over het lapis lazulli, het magische en vooral dure blauw dat door de jaren heen als HET blauw der blauwen werd gezien. Duur en exclusief maar ook diep, vol van kleur.

Maar er zijn kapers op de kust. Er zijn onderzoekers, kunstenaars die of dat lapisblauw willen kopiëren of gaan zoeken naar een nog stralender blauw. We gaan het hieronder hebben over het Delfts blauw maar ook over een Franse variant en een schilder die zijn hele oeuvre opbouwde rond de kleur blauw.

In Delft zit men met een probleem. Dankzij de import van Chinees porselein is er een nieuw segment aan luxeproducten ontstaan. Mensen kopen een tas of een bordje in Chinees porselein met de typische blauwe Chinese tekeningen. Dat Chinees porselein is onvatbaar mooi: het is transluminecent (het laat licht door en speelt met het licht) én er staat een handgemaakt schilderijtje op met een Oosters motief. Maar het goedje is ongelooflijk duur. Zo duur dat sommige mensen slechts 1 tas kopen en deze dan “te kijk” zetten als teken van welvaart. Delftse porseleinmakers ruiken geld en verdiepen zich in de materie. Het is vooral het blauw dat ze willen doorgronden of op zijn minst kopiëren (’t is nekeer iets anders dan vandaag waar de Chinezen kopiëren). Ze vinden hun antwoord in…glas en specifieker in smalt. Smalt is een pigment met een diep-blauwe kleur, bestaande uit kobalthoudende silicaten in poedervorm. Het wordt of werd gebruikt in de schilderkunst en in keramiek. Als pigment voor olieverf is de functie van smalt overgenomen door het dekkende kobaltblauw.

Smalt heeft een transparante werking met olie en werd door de grote meesters gebruikt voor luchten en als drogend element toegevoegd aan overige kleuren (Velázquez). Een nadeel van smalt is dat het langzaam grijzig wordt. Het glasachtig karakter maakt bovendien dat het lastig te prepareren is.

Wil je zien hoe we vandaag smalt zouden kunnen maken, dan moet je zeker naar deze aflevering van “Het geheim van de meester” kijken.

Zodoende had Delft zijn blauw maar zoals altijd moesten de Fransen hun eigen versie en hun eigen blauw ontwikkelen. Zo gezegd, zo gedaan.

Tegelijk waren ook de Fransen bezig met het ontrafelen van de geheimen van Chinees porselein. Dat liep echter niet van een leien dakje. Men kwam maar niet tot de kwaliteit van het porselein. Maar Lodewijk XIV draaide er zijn hand niet voor om: hij deed aan industriële spionage en stuurde een paar kijklustigen naar de Nederlanden. Dat was ook al niet vanzelfsprekend want de Nederlanders die heulden met de vijand. Zelfs de Duitsers hadden sneller hun eigen Sax-porselein dan dat de Fransen die hadden. Lodewijk zou nog moeten wachten tot hij de oorlog had gewonnen om het geheim in handen te krijgen. Maar dat heeft op zich niets met deze blog te maken (al weet ge ’t nu toch ook maar weer 😉 ) Eens de Fransen hun porseleinproductie (o.a. in Sèvres) op punt hadden, maakten ze ook hun eigen soorten blauw (die Fransen toch)… Het leek zelfs niet van zeer ver op het Chinese of Delftse blauw maar speciaal en uniek blauw was het zeker.

Het Franse blauw dat ik hier wou bespreken dateert van veel later. In 1994 werd een project opgericht om de waarde van het pastel (en de productie van het pigment) “Blue de Lectoure” in ere te herstellen. Het blauw pigment wordt gebruikt in de textiel maar ook in de kunst. Aan de hand van biologische kweek wordt de Isatis Tinctoria gekweekt in de regio van Lectoure. In tegenstelling tot een lapis lazulli is dit pigment dus duurzaam van aard. De plant die de blauwe stof voorziet, heeft trouwens ook nog vele andere interessante (therapeutische) eigenschappen.

Maar helaas, je kan er – tot nu – geen porselein mee beschilderen.

Ik moet ook toegeven dat ik het blauw van Lectoure niet zo goed ken. Misschien moet ik toch maar eens tot daar rijden en nader bestuderen.

Nog een uitsmijter voor dit voorlaatste kunstweetje van 2020. Blauw is een primaire kleur, een basiskleur waarmee je vertrekt om andere kleuren te maken. Maar ooit was er een kunstenaar die zo bezeten was door blauw dat hij alleen maar met blauw schilderde. En dan bedoel ik niet op een manier waarop hij iets schildert met blauwe verf zoals de vogeltjes hierboven. Yves Klein schilderde grote doeken massief blauw. Op foto lijken deze misschien wel monotoon en weinig expressief maar dat zijn ze zeker niet. Omdat het allemaal en alleen maar blauw is ga je (bijna instinctief) op onderzoek en ontdek je veel nuances en bewegingen in de manieren waarop de verf werd aangebracht. Het is misschien niet direct “de omtoer waard” (zoals ze dat in Michelin zouden zeggen) maar als je de kans hebt, moet je’r zeker ’s tijd voor nemen om er eentje te zien.

 

En in het KMSK België is ook nog een heel blauw werk van Jan Fabre te zien…

 

bronnen:

het geheim van de meester

wikipedia smalt

Yves Klein

Bleu de Lectoure

Bruegel 2 – Kermis in Hoboken: informatiebronnen (18)

De blogreeks van de Bruegeltekening “Kermis in Hoboken” is voorbij. Met 17 verhalen uit de tekening hielp ik nogmaals vele lezers door de zomer en probeerde zodoende de komkommertijd een beetje boeiender te maken 😉  Net zoals bij de Toren van Babel – maar wel veel minder dan toen – heb ik studies gemaakt rond deze tekening van Bruegel. Sommige verhalen zijn veronderstellingen, frivole gedachten of projecteerde ik op hedendaagse gebeurtenissen. Ondanks dat de tekening zo’n 450jaar oud is, zie je nog steeds parallellen met kermissen buiten de grote steden. Dat de charme van deze kermissen aan het verdwijnen is, is een spijtige zaak maar het is ook het gevolg van de evolutie van onze moderne maatschappij. En dat mogen we op zich nog redelijk letterlijk nemen. Als we zien hoe steden groeien, hoe steden veranderen, en aan welke snelheden, dan kan het niet anders dan dat ook feestelijkheden evolueren. Zelf van Gent zijnde zie ik nog parallellen met grote kermismomenten als de Zwijntjeskermis of Zomerliefkermis waar dorpelingen mekaar ontmoeten, handel drijven, dansen, zingen en zich bezuipen tot het groot welzijn van de organisatoren.

Omdat ik bij deze tekening veel meer zelf informatie heb moeten opzoeken dan bij de Toren van Babel (waar ik voornamelijk kennis putte uit museumbezoeken en eigen bouwkundige kennis), verzamel ik alle referenties die ik heb geraadpleegd. Hieronder een overzicht van documenten en links naar informatie rond deze tekening, Bruegel en de tijd waarbinnen deze tekening is gemaakt.

hier de originele tekening van Bruegel, gemaakt in 1559 (zie datum en signatuur), daarnaast de ets die werd gemaakt naar de tekening (datum onbekend, ong 1560-1565?)

Nog even over de banner boven de taverne; finaal heb ik de puntjes die zichtbaar waren op de originele tekening overgenomen zoals ik ze kon zien. Ik heb dus de tekst niet aangepast naar de tekst op de ets of suggestief aangevuld met wat ik denk dat er zou kunnen staan. We laten het los en houden het mysterie. In het midden staat duidelijk “hoboken” te lezen. De rest is fantasie 😉

Ik wens zeker ook iedereen te bedanken die mee heeft gezocht naar het opschrift op de banier. Speciale dank aan prof.dr. Manfred Sellink en kunstkenner Jan Jacobs voor hun inbreng in de teksten.

https://www.sincfala.be/tentoonstellingen/tentoonstellingen-2007/185-2007-spelen-onderzoek-algemene-tussentijdse-resultaten
http://zoveelmeerhoboken.blogspot.com/2014/09/historische-sprokkels-de-kermis-van.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina
https://courtauld.ac.uk/?s=bruegel
http://sint-katelijne-waver-blogt.blogspot.com/2017/11/kermis-processies-ommegangen-beschreven.html
https://www.gravenhof.org/nl/event/59335/kermis-in-hoboken

Finaal hieronder mijn versie van de tekening van Bruegel. In hogere resolutie, je kan dus wel wat inzoomen. Ze is in het echt te zien op het Bruegelfeest “Herne Kunstelt” 14 & 15 september Dominicanessenklooster te Herne.