De hijskraan met 2 draaimolens

De vierde verdieping is bijna klaar. Op een paar vensters na die nu eerst wit/grijs zijn (door het witte stof van de stenen) en daarna baksteenrood worden zijn we klaar met de 4e verdieping. “Klaar” is een groot woord want door de wrijvingen is het deel tot aan de kervensters een beetje flou geworden en moet ik daar de contouren voor de 4e keer hertekenen. Maar die stap – die ik zelf het “schminken” van de tekening noem – komt pas op het einde. Eerlijk gezegd vind ik de niet ingekleurde tekening van het gelijkvloers best interessant omdat je er zo goed alle details kan in zien. Veel detailwerk gaat verloren door het inkleuren.

Wat is er nu bijzonder aan deze laatste stapjes? Wel de hijskraan aan het einde is een flink stuk. Ze dient om zware blokken naar boven te trekken. Dat het niet zomaar een bouwkraan is zie ik aan de 2 raderen onder het dak van de hijskraan. Ze zijn een man groot en vermoedelijk liepen er dus ook mannen of kinderen in om het hijsmechanisme te laten draaien. Later daarover meer.

Bosch vs Bruegel

Gisteren stond ik oog in oog met een replica van De tuin der lusten van Jeroen Bosch. Natuurlijk is dat likkebaarden. Kijken, kijken en nog ’s kijken. De vele miniatuurtaferelen samen geplakt tot een groot geheel. Ergens zwevend tussen goed en kwaad. Indrukwekkend en groot. Ik pas zelf zeker 4 of 5 keer in het schilderij.

Tot voor kort zou ik Bosch opgehemeld hebben, boven Bruegel. Bruegel (1525-1569) is tenslotte een nakomeling van Bosch (1450 – 1516). Ze hebben mekaar nooit gekend maar Pieter Bruegel de Oude kende duidelijk wel het werk van Bosch. Kleine rechtzetting over eerdere blog; Pieter Bruegel kende Rubens (1577-1640) niet! Ook deze twee monumenten hebben mekaar “gekruist”. Dus het schilderij uit het Mauritshuis is niet van Pieter Bruegel de Oude maar wel van Jan Bruegel de Oude (zoon van Pieter) en broer van Pieter Bruegel de Jonge (zie stamboom).

Maar goed, dat Pieter Bruegel het werk van Bosch kende daar twijfel ik niet aan. Wat mij – bij nadere studie – wel opvalt is dat Bruegel veel fijner werkte dan Bosch. Nederlanders noemen het graag “virtuoos”. Het is hoe je’t wil benoemen maar als ik in details kijk, dan zie ik in Bruegel’s werk zaken die zo fijn geschilderd zijn dat ik ze met mijn fijne potloodpunt niet aankan. Stel u maar al de ergernis voor wanneer ik aan mijn tekentafel zit…Die details herken ik niet bij Bosch. Of anders gezegd, Bosch schildert erg kleine figuren maar ze zijn grof, suggestief uitgewerkt…Virtuoos geschilderd. Bruegel is daarentegen één en al controle. Tot in de kleinste, zelfs onzichtbare (overschilderde) details.

In de top 100 van de beste kunstenaars allertijden stijgt Brugel daarom met minstens 1 plaats en kopt Bosch.