Dan heb je toch wel wat gemist…

Na het Hemelvaartweekend vol kunst zit ook het Pinksterweekend vol kunsttentoonstellingen. In tegenstelling tot de 4-daagse van Hemelvaart had ik dit weekend vrij gehouden (zie eerdere blogs, ik ga er niet opnieuw over beginnen 😉 ) En dus werd de agenda weer lekker vol gepland.

Zondag 28.5 naar Nerdland. Zalig kuieren onder nerdies waarbij een gepaste T-shirt een must is. Wij kozen voor een paar voorstellingen maar gingen vooral voor de spellen en puzzels. De tenten met meer uitleg over archeologie, natuur & bos (met dierenexpo) en alles rond ruimtevaart hebben we niet overgeslaan. Te veel om goed te zijn en in de diepte te kunnen gaan. Daar moeten we ons nog ’s over bezinnen. Dat we volgend jaar gaan, dat staat nu al vast.

Toch is Nerdland geen kunst, wél cultuur en “a way of life” 🙂 Je bent ’t of je bent ’t niet…

Op een mooie Pinksterdag is vader er niet alleen voor het geld maar kruipt hij ook vroeg uit de veren om naar 2 expo’s te gaan. Een lokale in het centrum van Gent in een organisatie van de vrienden van het Cultuurplatform van Wondelgem, een andere al een stuk verder. Danny O., Dieter Verspeelt en Anneke Vincke konden er op de meikermis niet bij zijn. Nogal wiedes, organiseren én tegelijk nog ’s aanwezig zijn op de expo…dat is zeer moeilijk. Dus organiseerden ze zelf iets. Abstract, conceptueel 2D-werk in combinatie met de bronzen beelden van Danny telkens opgebouwd rond een ei.

Daarna terug naar huis om snel te lunchen en terug de baan op richting Gaasbeek. AAAAH zalig thuiskomen. Met de auto door Vlezenbeek zo naar de parking van het kasteel. Het kasteel is nog in finale fase van renovatie. Het gaat pas open op 1 juli, maar de tuin van het kasteel (niet te verwarren met het park/bos) is wel open. Daar had ART VALLEY zijn laatste dag openluchtexpo met Belgische en Nederlandse kunstenaars van hoog niveau geprogrammeerd. Enkele kunstenaars kende ik al (persoonlijk) en dus ging ik ’s kijken naar nieuw of ander werk van de vrienden. Anderzijds kwam ik toch ’s “prospecteren” want een aantal kunstenaars zullen ook te zien zijn op “Kunst in het dorp” te Bellingen. Een grote diversiteit aan beelden superknap opgezet tussen de vele bloemen, struiken en fruitbomen. Perfect!

Deelnemers aan de expo te Gaasbeek hieronder: Ahmet Akay – Mia America (NL) – Jean Pierre Belaen – Martine Bossuyt – Christophe Cayla (FR) – Jan Clement –  Patricia Coenraets – Isabelle de Bellefroid – Raphäel De Bois – Kris Demuelenaere – Lebuïn D’Haese – Christien Dutoit – Francis Geeroms – Kaatje Grauls – Nathalie Hendrickx – Patrick Jacquemijns -Dirk Lamote – Joachim Louis – Ina Marcus (NL) –  Francis Méan – Morgan (FR) – Stacy Ons – Els Pleysier – Véronique Roland – William Roobrouck – Jeannine Rosseel – Chris Rul –  Geert van Acker – Patrick Van Craenenbroeck – Liliane Van der Elst – Jan van Strien (NL) – Marnik Vander Heyden – Veerle Verhoeven – Jenny Verplanke – Jehan Versluys – ​Maité Wagemans – Martha Waijop (NL) – Bea Willems

In mei legt iedereen een ei

De dagen van Atelier in Beeld in Wondelgem zijn nog maar net achter de rug en ik werk al aan de volgende expo. Dat is meimaand: druk druk druk. Niet alleen de expo’s maar ook moederdag, moeder-verjaardag en junoir²-verjaardag passeren de revue in mei. Gelukkig zijn er nog wat verlengde weekends om het haalbaar te houden.

Maar al die events vragen toch wel wat planning. Al staan een aantal zaken wel vast in de agenda. Een lekker ontbijt of etentje voor de moeder(s)dag wat altijd een leuk samenzijn is. Want moeders zijn belangrijk. Of althans alle mensen die bemoederen maar – zoals de kapitein het zingt – vooral de mijne. Ik heb zo’n moeder die mij pusht naar “altijd beter”, tegelijk mijn grootste apostel is naast mijn schoonmoeder maar van wie ge zelf nooit hoort dat er iets fout loopt. Dat wordt gedragen in de stilte van de spreuk die misschien ooit in Delfts blauw op het witte bord boven de stoof stond.

Toch ligt een stuk van de dagelijkse focus in mei ook op de expo in Drongen. Het Kunstsalon in De Campagne, mijn thuisbasis, wordt weer een spetterende editie. Hier geen demo’s maar wel veel kunst met enkele namen die je nu al bekend in de oren zouden moeten klinken.

Azeddine Bennemer – Baeke Geert – Bijl Rita – Brygida Niewiadomska – Caluwier Carlos – Camps Peter – Catrie Chris – De Boever Yolande – De Dapper Liliane – De Graeve Sara – De Pourcq Stijn – De Puydt Anne-Marie – De Wolf Martine – Depeyper Magda – Everaerd Annie – Fassin Nadine – Festjens Tine – Lallana Miguel – Lenssens Raf-RAFA – Maes Anne-Marie – Maes Jean-Marie – màri – Meyer Jan M. – Mestdag Chantal – Micon Jacques – Moens Alex & Max – Molema Andra – Noens Gertrude – Putman Vera – Roggeman Marilou – Schilderskwastet – Sergeant Evelien – Sonck Hadewych – Stevesyns Armin – Suttels Sarah – Sweeck Sien – Tollenaere Annie – Van de Velde Mieke – Van Den Berghe Ann – Van Hecke Frank – Van Hecke Nele – Van Hemel MaxVan Huffel Katleen – Van Kerrebroeck Bernadette – Van Ooteghem Jeanine – Van Ooteghem Karin – Vanderstraeten Ar-mand – Vangansbeke Julien – Vangansbeke Nicolas – Verlinden Yves – Vermeiren Mag – Voncke Jacques

En daar moest ik nog iets kleins voor voorbereiden. De #Stadswacht gaat er in première, de megatekening waar ik maanden aan werkte en een groep medewerkers van Stad Gent en aanverwanten toont klaar om de handen uit de mouwen te steken, op stap naar de burger toe. Het werk is gelamineerd maar er hingen nog geen ophangsleuven aan. Die heb er deze ochtend aan gekleefd. Ziet het er slordig uit? Kan zijn maar, om het met andermans woorden te zeggen, het is “een ingenieursoplossing”. En deze werkt! Mijn ervaring met zo van die kleefplaten op de rug van een dibond zijn niet positief. Ze durven al eens te lossen, de beloofde kleefkracht wordt niet gehaald. En dan valt de boel de grond op. Dat risico kan ik niet nemen. Dus de ingenieur (ofte de kwak TEC7) bepaalt hoe het moet HAHAHAHA… Voor mocht je de link hierboven gemist hebben, je kan nu al meer lezen over de #stadswacht via deze link.

Voor wie mij daar graag wil zien; ik ben op De Campagne op donderdag, zaterdag en zondagnamiddag.

OVER GOD &VAN GOGH: DIAMONDS & PEARLS (08)

We naderen de zone van het “sluitstuk”, de brioche zoals ons grootmoeder het zou zeggen, van de mantel van God. Als een appeltaart vol brokjes sierraden bevindt deze zich in centraal op de borst. Ook hier de optische illusie van soorten edelstenen, parels “op een bedje van” goud.

En laat dat nu net alweer het genie, de kunst, van Van Eyck tonen. Het goud dat je ziet is helemaal geen goud. In tegenstelling tot wat men al eens in middeleeuwse schilderijen kon zien of bvb een paar eeuwen later, gebruikte Van Eyck geen goud!

Goud (of bladgoud) geeft altijd wel een uitstraling. In de middeleeuwen zag men goud niet alleen als een soort reflectie door de zon maar ook als iets goddelijks. Of nog liever: iets/iemand die graag dichtbij de goderijen zou geraken, vooral na de dood 😉 Klimt zijn benadering is lichtjes anders maar geef toe, het valt wel op en voor Klimt is het duidelijk “een merk”.

Nog effe deze bijkomende duiding die ik pluk van de website van het museum Booijmans van Beuningen:

Veel vroege schilderijen vanaf de Oudheid tot 1500 hebben een gouden achtergrond. Vaak gaat het om religieuze onderwerpen. Deze gouden panelen moeten overkomen als puur goud. Omdat het bladgoud kwetsbaar is moeten de oppervlakken van de panelen glad zijn. Onder de laagjes bladgoud wordt een oranje of roodbruine zachte, vette klei aangebracht om het bladgoud te laten hechten aan het paneel. De kleur van de klei geeft het goud een warme gloed. Als bladgoud direct op een witte ondergrond wordt aangebracht, krijgt het een koude, groene kleur.

Volgens Cennini kunnen er 145 blaadjes bladgoud uit één gouden munt geslagen worden. Hij raadt echter aan om niet meer dan honderd blaadjes uit een munt te slaan, zodat het bladgoud wat dikker is.

Maar dus voor de duidelijkheid: “ceci n’est pas de l’or” dus 😉 Je denkt het alleen maar. Het is een illusie! Van Eyck combineert geel, rood, wit, bruin,…op zo’n wijze dat we het helemaal aanvaarden alsof we goud zien. Door verder te perfectioneren in de toepassing van olieverf en vooral de transluminescente eigenschap uit te buiten, kan je nog meer de uitstraling en de reflectie van echt goud gaan benaderen.

Ik probeer in mijn tekening dit te benaderen. Potloden zijn hiervoor geen ideaal medium. Ik zou eerder de combinatie van was/oliegebonden potloden met aquarelpotloden moeten maken. Daarbij de aquarellen oplossen met water waardoor er een transparante film ontstaat. Niet zeker of het werkt maar het zou wel eens “resultaat” kunnen hebben. Maar eerlijk gezegd, ik wil het risico niet lopen en om proeven te doen heb ik helaas geen tijd. Ik zet het op mijn bucketlist 😉

Het gaat natuurlijk allemaal over licht en kleur. En ik mis binnen de potloden “loodwit” heel hard. Dat mooie stralende wit. OK, het was geen zuiver spul maar het resultaat is toch wel verbluffend (net als loodgeel trouwens).

Merk op dat ik, naast de appeltaart ook een aanzet naar de stelen van de zonnebloemen heb gemaakt 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: God is een West-Vlaming (07)

In de naweeën van een soort griepachtige toestand heb ik de laatste week niet getekend. Dat na het KMSKA-avontuur is het al bijna een maand geleden dat ik nog echt bezig was om die God-figuur in de kleuren. Het heeft niet echt belet om mij te verdiepen in de bijbelse figuur, apocriefe evangeliën en andere randverhalen. Ondanks dat ik niet geloof in leven na de dood, vind ik het hele ontstaan van de cultus rond een geloof altijd best boeiend. Wetenschappen die parallellen aantonen, historische vermenging of zelfs het overnemen van het gedachtengoed van een ander om toch maar tot een vergelijk te komen. Allemaal boeiende materie. Het gonst dan in mijn gedachten aan andere parallellen zoals het Vlaams Belang de 1 mei viering aangrijpt als eigen “feestdag”. Er zit wel wat in aan strategie als je maar effe de tijd neemt om de ballon van de agressor te doorprikken.

En terwijl wordt in Gent keihard bespaard en gesnoeid in activiteiten, middelen en personeel. Zolang het “grootse centrum” niet betreft. De invloed van de schaalvergroting wordt alsmaar meer duidelijk. Het landelijke dorpsgevoel van de deelgemeenten verdwijnt…of beter het wordt vernietigd. De deelgemeenten dragen bij aan de grote stad, ze maken nu eenmaal gebruik van de schaalvergroting. Echter een stad is maar groots wanneer ze (internationaal) kan uitstralen. En geef nu toe, welke toerist heeft interesse in de randstad? Je gaat ook niet naar Parijs om een banlieue te bezoeken? De uitstraling van de stad ligt in een historische kern, grote toeristische trekpleisters en de omzet van de horeca.

Mariakerke blijft zeker niet gespaard van deze inkrimpende (of was het toch bekrompen) visie. Het is sowieso al een door waterstromen een opgedeelde deelgemeente waardoor de cohesie onder bewoners onderhouden niet altijd evident is. Het valt tegelijk ook op dat investeringen in andere deelgemeenten als Wondelgem en Drongen veel hoger ligt. Het is hun gegund al ben ik er van overtuigd dat het wel eens een “verdeel en heers“-politiek van het centrale bestuur betreft. De ontbrekende werking van de wijkregisseur spreekt boekdelen. Een nieuwe wijkregisseur probeert nog wat stukken brandend hout uit het vuur te redden maar het zal moeten beginnen bij het heropbouwen van de gemeenschap.

Ach ja…choose your battles, Max. ’t Is dat God het zo gewild heeft. En God in Gent is dat meestal een West-Vlaming LOL Ik geef “SABAWT” intussen wel wat kleur.

Zonder God of Van Gogh

Deze week geen blog over “God en Van Gogh”. Door de expo in het KMSKA was ik 4 weekenddagen aanwezig in de expozaal. Ik heb daar getekend aan nieuwe ontwerpen. Ja hoor, onderstaande tekeningen zijn “ontwerpen”. Je zal ze dus over een tijd zien in een andere versie. Ik ga nog niet verklappen welke, je mag wel al beginnen raden naar wat de inspiratie is. Allemaal binnen mijn project waarbij ik nieuwe werken maak geïnspireerd op bestaande kunstwerken.

Bij deze blogs zit je dus in de VIP-stoel, “the golden circle”, op de eerste rij om mee in mijn atelier te kijken naar wat er leeft en wat er groeit. Waar en wanneer er geëxposeerd zal worden is nog niet zeker. Ik heb me voorgenomen om in 2023 in te zetten op productie maar dan weer zijn er die aanstekelijke vrienden die me ook inspireren en aanzetten om toch ergens nog aan een expo deel te nemen. De eerste in rij is waarschijnlijk het Kunstsalon te Drongen. Ook een expo te Deinze (met tekendemo’s) staat op het programma. En er worden toch weer zaadjes gepland om mee te doen aan Kunst in het Dorp (Bellingen). Ben je trouwens zelf kunstenaar en wil je exposeren; stel je dan zeker kandidaat-deelnemer voor Kunst in het Dorp via de website.

Dit 4e portret maakte ik ook in het KMSKA maar is geen deel van het project. Soms tekent ne mens al eens iemand gewoon uit sympathie 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: de glazen bol (06)

Over Van Eyck weten we niet veel maar er is wel al veel geschreven over zijn/hun kunnen. Eén van die dikke kloefers van boeken is de catalogus van de expo “Van Eyck – Een optische revolutie“. Heb je de expo gemist of had je net een ticket in de coronaperiode dan heb je toch wel wat gemist. Maar anderzijds is het een goede reden om eens naar Gent, Brugge of Antwerpen af te zakken. De werken (het totaal aan werken dan) is zo wat verspreid over de hele wereld maar dit is toch al iets dichter bij huis 😉 Kijk hier naar een paar clips over de voorbije expo.

In die expo/catalogus leer je al snel dat Van Eyck niet de uitvinder was van de olieverf. Dat was iemand anders. Wat Jan Van Eyck zeker wel op zijn naam mag zetten is het verder uitdiepen van licht- en kleurinvloeden door reflectie. Niet dat hij de enige was die er mee bezig was maar vanuit onze tijd gezien was hij zeker een ambassadeur van de toepassing.

In de tekening van God zijn vele parels te zien. Allen hebben een invloed van licht/donker, van de richting van de lichtinval en van de kleuren die hen omgeven. Maar vergis je niet, het zijn niet alles parels wat de klok slaat. In de onderstaande reeks zie je enkel parels. Licht komende van rechtsboven (vanuit ons perspectief gezien). Telkens een sikkel aan donkergroene reflectie. Echter in het beeld rechts (een detail net onder de SABAWT-tekst) zie je een mengeling van parels met duidelijk erg doorzichtige glazen bollen. Die vallen op het eerste zicht en in de overdaad aan versieringen niet op maar ze zijn er wel en maken degelijk een verschil.

De inkleuring van de glazen parels ten opzichte van de echte is helemaal anders. De reflectie van het licht is anders maar ook de kleur. De glazen parels laten het daglicht door en hebben daardoor een meer gele sikkel door het zonlicht. De echte parels hebben eerder een zacht, gebroken witte/licht groene sikkel.

Net zoals in mijn foto van glasparels boven is Van Eyck gekend voor het correct weergeven van de lichtinval in functie van waar het schilderij finaal zou komen te hangen. Het summum van die praktijk vinden we terug in “het portret van het echtpaar Arnolfini” alwaar Van Eyck zichzelf schildert in de reflectie van de spiegel op de achtergrond. Dezelfde reflecties vinden we terug in het schilderij “Madonna met kannunik Van der Paele” of in het paneel van de musicerende engelen (onderdeel van het retabel van het Lam Gods). Hieronder enkele details van de reflecties.

En hieronder de tussentijdse vorderingen. Ik word haast knettergek van het inkleuren van al die bolletjes 😉 Weet je aan wat die centrale juwelenplaat mij soms doet denken? Klik dan hier…

KMSKA: Nationale Expo – Laatste weekend!

Terwijl we naar het laatste weekend van de Nationale Expo in het KMSKA toe gaan, wil ik je bij deze toch nog enkele goede redenen geven om naar dat museum af te zakken. Niet alleen krijg je er deze unieke expo bovenop, je kan er uren genieten van oude en recentere meesters. Ik ben er zaterdag om u te verblijden met een woordje uitleg als je dat wil.

Ik deed dit weekend nog ’s een stukje de ronde en geef je hieronder een andere blik op de collectie. Met enkele details die je misschien niet direct ziet (of maak er ineens een eigen persoonlijke zoektocht van om deze te vinden 😉 ) Al meteen een eigen kwisvraag (voor wie mij al lang volgt kan het geen probleem zijn): welk schilderij uit deze reeks heb ik ooit ’s nagetekend?

O ja, voor de kinderen is er ook een zoektocht doorheen het museum en hier en daar nog een leuke attractie.

Nog ’s pro memorie: de inkom is “gratis” voor houders van een museumpass. Heb je geen museumpass dan koop je die best al op voorhand want ter plekke kan je geen museumpass kopen.

Over God &Van Gogh: GodΩe (05)

Voor wie de blogs via de website volgt heb ik een aparte, rechtstreekse link naar deze reeks in het menu geplaatst. Je ziet ‘m links op het scherm onderaan het keuzemenu 🙂

Bij de vorige blog had ik het over de kwestie of deze figuur nu dan wel God is, dan wel Jezus. Ik ben tegelijk ook bezig met het tekenen van de geborduurde band over de borst van…jah…van wie hé 😉 De mystieke figuur. Maar misschien kan ik met de woorden van John Lennon het hele probleem oplossen: “God is a concept” en dan zijn we er meteen uit. Hij Het is een DJ!

Terug focus op de tekening/het schilderij. Er staat eigenlijk veel tekst op de kledij maar de meeste tekst valt buiten het beeld dat ik teken. Onderaan het rode kleed valt bijna een hele gazet te lezen. Op de borst staat echter een rare tekst. Op het eerste zicht lijkt het SABAWT te zijn.

Quid dixis? SABAWT? Dat vroeg toch wel wat opzoekingswerk. In het dikke naslagwerk “Van Eyck een optische illusie” vind ik dat Van Eyck naar “sabaΩt” verwijst. Dat is toch al helemaal iets anders van Sabawt. Hoe zet je een “omega” om tot een “w”? Enfin…verder zoeken is de boodschap. Na veel vijven en zessen bots ik op “Sabaoth” wat dan toch wel iets dichter bij de “ohm” ligt dan een “w”. Maar misschien had ik daarvoor Grieks of langer Latijn moeten studeren. Al durf ik toe te geven dat de jaren Latijn en “studeren” beter niet in 1 zin worden gebruikt. Pater Theo draait zich allicht nog ’s om in zijn graf.

Sabaoth dus. De naam Sabaoth komt in het Oude Testament voor als verwijzing naar een leger. In het eerste boek van Samuël wordt de naam gebruikt als een naam van God . In gnostische teksten zou de naam duidelijk moeten worden weergegeven als “over alle krachten (van chaos)”. Voila. Dat weten we dan ook weer. Tjah…dat brengt ons toch wel iets dichter bij God dan bij Jezus. Al kan met het opschrift ook verwezen worden naar de ridders op het paneel links onder.

Wil je er toch nog meer over te weten komen, dan kan je best deze Wikipediapagina lezen. Ik kleur gezapig verder aan de groene stola rond de nek en probeer de vele pareltjes zo helder mogelijk te maken (voor wie nu pas inspringt: de drager is een grijs karton, wit moet dus worden gemaakt, het is niet het wit van het blad).

Over God &Van Gogh: God of Jezus? (04)

Deze week kreeg ik in een reactie op Facebook de terechte opmerking van Dany Hendrickx of ik nu dan wel God of Jezus aan het tekenen ben. Dany is bekend stadsgids in Gent. Onder andere reïncarneert hij tijdens de Gentse Feesten Lieven Bauwens of Edward Anseele. Dany brengt nog vele Gentse figuren tot leven en zodoende kent hij de Gentse geschiedenis op zijn duimpje.

Toevallig was ik vorige week nog in mijn archieven gedoken en ergens gekneld tussen 2 dikke boeken zat nog het boekje van Alfons Lieven Dierick “Het Lam Gods” verborgen. Ik kocht het boekje ook al in mijn illusie het verdwenen paneel ooit terug te vinden. Het boekje geeft op zich wel een snel en goed overzicht waarom je – als je in Gent bent – zeker ’s naar dat retabel moet gaan kijken. Het is gelijk Manneke Pis, het Atomium of Historium bezoeken maar dan beter 😉 Het boekje heeft het ook over de kwestie die Dany aankaart…

De godsfiguur boven de aanbidding van het Lam stelt de kunst-historici voor een moeilijke vraag: is ze een voorstelling van Christus in majesteit, of een afbeelding van de Vader? Voor de eerste opvatting pleiten ongetwijfeld de gelijkenis met de “Deësis“-compositie en het wijzend gebaar van Sint-Jan dat, vooral in deze retabel, de zinvolle begeleiding kan zijn van zijn uitspraak: ziedaar het Lam Gods. De herhalingsmotieven op het rugtapijt van de troon – druiventrossen en wijnranken, een pelikaan die zijn jongen voedt – vormen duidelijke symbolen: de naam Jezus Christus staat er trouwens bij vermeld. Opmerkenswaardig is nog dat de kruisvaarders op het linker zijpaneel, volgens een origineel onderschrift*, strijders voor Christus genoemd.

* het volledige opschrift is pas na de restauratie volledig zichtbaar geworden

Voor de Vader-hypothes argumenteert men met de teksten op de mantel en in de bogen van de troonhemel, met iconografisch belangrijke details zoals het schoeisel aan de voeten en vooral met de vertoning door de rederijkers, vijfentwintig jaar na de inhuldiging van het veelluik, waarbij de centrale figuur onbetwistbaar als de Vader werd voorgesteld.

Uit het voorgaande moeten we wellicht besluiten dat zowel de inspirator als de schilder iconografische elementen voor beide personen heeft samengebracht.

God verschijnt ons in een dieprood, hogepriesterlijk gewaad. Hij draagt een tiara met drie gouden banden die rijkelijk met amethist, topaas en saffier zijn opgesmukt. Ook de scepter van rotskristal is een werkstuk van juwelierskunst, zowel als de agraaf op de mantel. De vlammende rode kleur is door Van Eyck in het centrum van zijn schilderij geplaatst, tussen het blauw van de Madonna en het groen bij Sint-Jan. Toch zijn de drie hoofdkleuren op elk van die panelen aanwezig: het groen in de tiaraslippen en het diepblauw in het rugtapijt. De strakke frontale houding waarin God is voorgesteld, wordt verzacht door de lichtval uit de rechtsliggende venster: het licht geeft ronding en ruimte aan de tiara, aan de warme mantelplooien en aan de harde edelstenen.

BOTTICELLI: DE VENUS VAN MAX (6)

Dagen zonder organiseren. Heel even kan het nog. Dus geef ik er een lap op en leg me heel toegewijd en met enige voorzichtigheid bovenop de Venus. Je had het moeten zien. Maar helaas zijn er geen foto’s van mijn “standje” met Venus 😛

De torso van de Venus is klaar. Ook haar rechterbovenbeen is grotendeels klaar. Ik sluit deze dag af met de gedachte dat ik enkel nog het scheenbeen en de tenen moet doen, dat dat best snel zal gaan. “Het is dat maar”, troost ik mezelf een beetje. De organisatie van de Expo in combi met de daytimejob en deze tekening begint wat te wegen. Van Hemel is geen 20 meer… Maar intussen heb ik toch maar lekker al mijn tanden terug in mijn mond.

Gedreven blijf ik de grond delen met mijn tekening. De vooruitgang zien motiveert. Het resultaat is boven mijn verwachtingen. Ik ben erg blij met het resultaat. De combinatie van het azuurblauwe, luchtblauwe en de warmte van haar huid is bijna de perfecte cappuccino van Brecht. Een paar uren verder ben ik er. Het einde van dit verhaal. Fixeren en nog snel een degelijke foto nemen. Op naar de volgende tekening! Nog de laatste 3 aanpassingen op een rijtje. Kan je de verschillen vinden? Ik geef je alvast wat tips mee onderaan…

Tek 1: de benen zijn helemaal uitgewerkt. Het gezicht is bijgekleurd en is nu warmer (een tintje roder) dan voorheen. Venus staat nu met haar voeten in het water. Het bassin doet dienst als vervanger van de schelp.

Tek 2: Dat de zee en de lucht werden ingekleurd zal wel opgevallen zijn. Had je ook gezien dat de rotspartij rechts in beeld meer hooglicht en diepte heeft meegekregen? De rotsen kregen ook nog wat extra details mee, de zee wat golven.

Tek 3: Is op zich dezelfde dan tek 2 😉 Maar na fixeren en onder een noorderlicht gefotografeerd.

De tekening is te koop. Ik zou het echt leuk vinden mocht deze tekening ergens bij iemand terecht komt die ze even prachtig vind dan ik. Liefst een koffieliefhebber maar dat is een extraatje 🙂

BOTTICELLI: DE VENUS VAN MAX (5)

Ik blijf het leuk vinden om, terwijl ik teken, vinylplaten op te zetten. Welke #tekenplaat ik opzet kan je volgen via Instagram. Zoals al eerder gezegd, ik hou zo een beetje de tijd bij en dan beweeg ik ook nog ’s een keer. Tijdens het tekenen en zeker tijdens het inkleuren geraak je snel in een soort trance. De mono-toon van het schuren van de punt tegen het blad en de eentonige beweging laten mijn geest snel loskomen van mijn atelier. En zo ontstaan er dan weer nieuwe ideeën maar daar kan ik nu nog niets over zeggen HAHAHAHA.

De achtergrond staat er op en ik ben aan het gezicht beginnen werken. Dju zeg, dat krijt is een vuile boel! Ik moet constant over de rand gaan want als ik er aan kom: strepen en vlekken…

En zo zakken we verder van kop tot teen 😛 Tussen de vorige en deze tekening zit een reisje naar Firenze om aldaar “het origineel” werk van Botticelli te gaan bekijken. Zalig mooi is dat maar veel te veel volk om het op uw gemak te kunnen zien. Beetje zoals bij de Mona Lisa in’t Louvre. De hand is inmiddels klaar.

BOTTICELLI: DE VENUS VAN MAX (4)

De organisatie van EXPO13 vraagt heel wat tijd en aandacht. Tussen de vorige tekening en waar we vandaag staan zitten 6 weken. Niet dat er 6 weken is getekend. Er is georganiseerd. Gefocust op sponsors, op de deelnemers, op het verloop van de randactiviteiten…

Inmiddels weet ik wel te zeggen dat deze tekening EXPO13 zal halen en wie dus graag een beetje voorsprong neemt op de blogs, die komt best ’s kijken 😉

De schets van Venus staat er op. Ik realiseer me meer en meer dat de hele tekening verder plat op de grond zal moeten worden gemaakt aangezien ik nu even niet de mogelijkheid heb om in de living te gaan werken (daar staan 4 portretten op het programma) en mijn tekenruimte niet hoog genoeg is om deze tekening verticaal te laten staan en tegelijk de zolder op een “normale manier” te gaan betreden.

Dus als je mijn voeten op de foto’s ziet, ’t is niet dat ik al de muren kan oplopen, het is gewoon de tekening die op de grond ligt 😉

Uit de treinbegeleider heb ik geleerd dat de combi van krijt met potlood loont inzake tijd. De kost daarentegen is wat anders. Pastelkrijten zijn sowieso al niet van de goedkoopste (alsof mijn potloden goedkoop zijn), maar daarnaast vraagt het toch wel enige ervaring en een (zeer) goed ook om exact dezelfde kleuren in krijt als in potlood te vinden. In de muziek spreek men van een “absoluut gehoor”, ik denk dat er toch ergens een vergelijkbaar fenomeen is in kleuren.

Het bijkomende voordeel van het gebruik van krijt is dat ik erg snel de compositie en kleurencombinaties kan overzien. Daar waar ik oorspronkelijk het idee van de schelp ging overnemen is met de weken dat idee vervlogen en wil ik liefst een andere achtergrond. Ik heb me verzoend bij de visie dat “geïnspireerd op” helemaal niet hoeft “bijna ’t zelfde” te zijn. Al maak ik graag copies, ik doe er even graag m’n eigen ding mee. De Venus zal blijven uit de zee komen maar dat mag best iets steviger zijn dan zomaar een schelp. Na een steampunkdecor en een oversized koffieboon te hebben overwogen, wordt het een rotsachtig natuurlandschap. Dit nog steeds als verwijzing naar de zee maar ook als verwijzing naar de overtocht van de koffieboon van een of ander overzees land tot in deze lage landen…

Ik maak er in gedachten Bretoense rotsen in combi met het prachtige azuurblauwe van de Middellandse Zee. Dat wordt geen gemakkelijke maar hey, wie zegt dat het gemakkelijk moet zijn? Max maakt toch graag het verschil niet? 😉

Botticelli: De Venus van Max (3)

Nog een beetje over hoe ook Botticelli in mijn tekenwerk terug te vinden is.

de “nornen”, buitenpaneel triptiek van de dood

En dat mag je dan weer even gaan vergelijken met Primavera, het schilderij van Botticelli.

Is het geen treffende gelijkenis? Neen? Eigenlijk heb je gelijk. De nornen zijn niet geïnspireerd op deze 3 dansende gratiën. Mijn versie is gebaseerd op een prachtig beeld uit het MSK. Een frivole dans van 3 meisjes. Maar dat beeld nadoen in het echt bleek veel complexer dan gedacht. En dus mijn versie een unieke versie maar wel met wat kruiden van onderstaand beeld 😉

Goed, terug naar de Venus. De tekening van pakweg 70x170cm vordert goed. De schets staat er inmiddels helemaal op en het is (hopelijk toch) wel duidelijk dat onze Venus een tas warme koffie vasthoudt. Ik hoop ook dat voor jou ook de link naar de Venus duidelijk is. Enfin, het verhaal rond de tekening staat nog niet stevig in beton maar het idee blijft wel: de geboorte van de koffie. Ik vind het best grappig om te maken 🙂

Botticelli: De Venus van Max (2)

Botticelli en Simonetta Vespucci zijn voor de rest der tijden onlosmakelijk van mekaar verbonden. Simonetta komt zoveel keer voor in zijn werken dat je haast zou vergeten dat ze gehuwd was met Marco Vespucci. Deze laatste was dan weer de broer van Amerigo Vespucci die zijn naam gaf aan een klein overzees landgebiedje zo ver weg van Italië en zo 😉

Simonetta is hét topmodel van de jaren 1460-1470 en zelfs ik maakte er al een (cover)tekening van. Ik vind trouwens dat ze wel wat weg heeft van de actrice van the handmaid’s tale.

Postuum portret van Simonetta Vespucci naar Piero Di Cosimo

Botticelli is zo geïnspireerd door Simonetta dat ze op zijn Primavera zelfs meerdere keren voorkomt. Ze is zelf nogal gemakkelijk te herkennen als “de rosse” in het beeld 😉

Maar het werk dat ik voornamelijk wil bespreken is De geboorte van Venus. Het schilderij stelt de aankomst van Venus voor op het eiland van de liefde: Kythira. Ze is er door de windgod Zephyros naartoe geblazen. Een van de Horen, godinnen van de seizoenen, reikt haar een mantel om haar naakte lichaam te bedekken. Venus heeft ook de naam Aphrodite., godin van de liefde, de oesters en de chocolade. De geboorte kan je in het schilderij behoorlijk letterlijk nemen. De venusschelp staat symbool voor de vagina en met al dat water errond moeten we er geen tekeningske bij: geboorte geslaagd.

De serieuzere mensen die kennen ook zeker de Venus van Milo uit het Louvre. Voor de flauwe grapjassen zoals ik: jullie kennen vast wel de sketch van Gaston & Leo met finaal de Velo van Minus.

En zodoende raakte ik nog maar eens geïnspireerd door zowel Botticelli als door Simonetta en tegelijk ook door mijn goede vriend Brecht H. die Coffee.Beez uitbaat. De lekkerste koffie ever of voor de kids ne jumbo chocomelk met die overdreven grote toef slagroom, m&m’s, marshmellows,… (hij heeft ’t nogal voor zoet en caloriekes but who cares, ’t is megalekker).

En dat allemaal bracht me op het idee om van deze Geboorte van Venus de variant “De Geboorte van Koffie” te maken. Ik zou ik niet zijn: mijn eerste gedacht wat een tekening 1/1…172,5 × 278,5 cm…Is da ni wat groot Van Hemel? Gade daarna weer komen janken dat ’t niet in uwen auto kan…

Na wat denkwerk kwam ik tot het Belgisch compromis: Ik maak de Venus evenhoog dan het originele maar met de focus op het centrum. Dus ligt er nu een plank in mijn atelier zo hoog als’t echt alleen een beetje minder breed… Het spel kan beginnen…

Eerdere artikels die ik schreef over Simonetta Vespucci:

24/365

KW04: Simonetta Vespucci

KW08: de geboorte van Venus

Botticelli: De Venus van Max (1)

De komende expo staat helemaal in het kader van werken tussen 1350-1650 of op zijn minst werken die ik zelf maakte en evengoed uit die tijdsband zouden kunnen komen. Ik ga mezelf niet herhalen (lees gerust de vorige blogs hierover). Eén van de kunstenaars uit die periode is Botticelli. Ik introduceerde Botticelli in de laatste blog van de reis naar Firenze/Florence. Botticelli is verstokt Florentein. Geboren in 1445 (overleden op 17 mei 1510) heeft hij zo goed als nooit Florence verlaten. Dat had zo zijn voordelen. Hij was namelijk goed geconnecteerd met De’ Medici’s. Maar tegelijk had dat erg veel effect op zijn werk.

Wie de geschiedenis van Florence een beetje kent weet dat naast De’ Medici’s de naam Savonarola (neen, dat is geen zeepverkoper) blijft hangen als een minder glorieuze periode. De’ Medici’s zijn daarom niet helemaal zuiver. Ze hebben de stad groots gemaakt maar tegelijk waren ze ook alleenheersers en dat is niet altijd een goed gegeven. Dat verklaart meteen ook het succes van de extremistische tegenstand door Savonarola. En dan weer weet iedereen dat extremen nooit goed zijn. Al werd het na een tijdje voor Savonarola ook te warm onder de voeten…

Tekening van de executie van Savonarola en zijn twee medewerkers in 1498, onbekende kunstenaar.(wikipedia)

Botticelli was dus – zoals we al eens zeggen – ne kazakdraaier. Eerst zijn werkgevers ophemelen, gaan voor het complete rationalisme en het neo-platonisme om daarna over te schakelen naar werken die pasten in de leer van de zeepmaker. Men zou zelfs durven denken met enige spot naar zijn vroegere vrienden. Of was het een noodzaak om eigen leven veilig te stellen? Kan zijn…

Bij deze blog om te finaliseren enkele van de bekendste werken van Botticelli. Ik kom er bij de volgende blogs nog verder op terug.

2022: adagio voor twee

Mijn nieuwjaarsbrief is dit jaar een specialleke. Voor mij ging 2021 op maatschappelijk vlak vooral over de strijd rond “het grote onzichtbare”. Zoals bij stembusresultaten zag ik tot mijn grote bezorgdheid en spijt veel verdeeldheid onder de mensen. “Het grote onzichtbare” had/heeft het op onze dagelijkse gewoontes gemunt. Op sommige momenten was het bijna alsof we terug naar de tijd van de ontdekking van AIDS of de ontsnapping van Dutroux gingen.

Vrijheid van het individu staat/stond diametraal tegenover het welzijn van de hogere (wereld)gemeenschap. De kruisvaarders tegen de ketters (waarmee ik geen oordeel vorm over wie wie is). De wetenschappers versus de dokter-specialisten op sociale media.

Het grote onzichtbare maakt beweegredenen abstract, ontastbaar, ongezien. En ik had het daarbij niet alleen over bvb luchtvervuiling, stralingen, dumpen van zware metalen ergens in Afrika of India,…Natuurlijk heb ik ook covid en de vele nu nog onzichtbare gevolgen die zullen volgen uit deze periode. Tegelijk waren de beweegredenen van onze politiekers soms ook best on(door)zichtbaar.

Had dit allemaal impact op mijn tekenwerk? Ja hoor. De expo’s – als ze al door gingen – verliepen binnen een totaal andere sfeer, continue onzekerheid, zal er wel volk op afkomen,…Het maken van tekeningen lag een jaar op zijn gat. Weinig kans op modellen, verstoorde werking, geen opties om geplande projecten uit te werken. Toch was het tegelijk een jaar van vernieuwde opportuniteiten: zonder corona was bv de Lachende Cavalier er niet gekomen. Zonder Lachende Cavalier was de Treinbegeleider er niet gekomen. Zonder Treinbegeleider was mijn tekening niet in het Stripmuseum geraakt. Een onverwachte wending waar, met een positieve benadering, nog meer positiviteit uit kwam.

Ik weiger werken te maken waar de kijkers niet in verwondering of blij van worden. Ik wil dat de kijker een goed gevoel overhoud na het zien van mijn tekeningen, daarom zijn ze ook de MAX niet? 😉

Ik wens jullie allemaal een tof eindejaar met veel adagio, gezelligheid (echte of virtuele) en zoals ons moeder zou zeggen “gebruikt uw verstand” 🙂

Adagio for 2