Kunst in het dorp 2021: unieke kans!

Laat u niet misleiden: “Kunst in het dorp” in het kleine, gezellige Brabantse dorpje Bellingen is een Groot evenement. En dat mag gerust met een G worden neergezet. Met de 18 voorafgaande edities werd al heel wat topkunst getoond. Voor de 19e editie (20e verjaardag) worden alle registers open getrokken. Het terrein vergroot én het aantal kunstenaars op het terrein is zowel in kwaliteit als aantal toegenomen.

52 kunstenaars, concerten, verhalen en proeverijen maken van dit evenement een totaalervaring. Alle en nog veel meer info op het Facebookevenement of op de Kunst in het Dorp-web.
Lees verder “Kunst in het dorp 2021: unieke kans!”

Triptiek van het leven: de wiskundige benadering

Terwijl de Bruegel-blogs volgden en de 365-blogs nog steeds verschijnen werk ik hard achter de schermen. Letterlijk en figuurlijk. Niet alleen om de expo Magie tot een overweldigend einde te brengen maar zeker om mijn tweede triptiek tegen eind september klaar te krijgen. Dat lijkt een maand te vroeg maar dat is het allerminst. De inlijster moet immers nog langs, of liever de triptiek moet nog langs de inlijster. Die zal ze voorzien van een lamineerlaag (zie ook de eerste triptiek) en daarna komt er een lijst rond. Dan wordt het spannend want gelet op het gewicht is de vraag nog hoe stabiel dit werk in zijn geheel zal zijn. Aan een muur zal dat zeker geen probleem zijn maar om ze te presenteren op een schildersezel wordt dat wat anders.

Dus: naarstigheid!

Bij een Facebookoproepje een paar maanden geleden waren de meningen verdeeld over of ik ook een blogreeks zou maken over deze tweede triptiek dan wel of ik de volledige verrassing hou tot bij de opening. Ik heb tot nu toe niet veel prijs gegeven maar vandaag maak ik daar even een uitzondering op. Onderstaand tafereel is een stukje achtergrond uit het centrale paneel en meet ongeveer 25 bij 25cm. In wiskundige termen wordt dat 625cm². Dat klinkt stoer he?!

Wel, de totale triptiek meet zo’n 98.800cm² en het stukje dat je hier te zien krijgt is dus 0,6% ofte 6 duizendsten van het totaal van het tafereel. Als je dit al de moeite vindt, stel u voor dat het paneel u dus nog zeker 100keer meer kan verbazen 😉

(en dat het écht kleurpotlood is, dat zie je aan mijn hand 😀 )

De triptiek van het leven

Morgen start de krokusvakantie en ik ga er een weekje tussenuit. Maar zoals het in elke goede soap de regel is, moet ik deze tijdelijke afsluiter voorzien van een stevige cliffhanger zodat ik er zeker van ben dat jullie navenant ook nog terug komen.

Daarom doe ik u vandaag het verhaal van de bijtjes. Deze week ging ik naar de imker om een honingraat te gaan halen. Zo’n plak vol met zo van die 6-hoekige vakjes waar de bijen hun voorraadkamertjes van maken. Ik had die nodig omdat ik weldra aan de eerste praktische stappen van de volgende triptiek zal beginnen. Het is inmiddels ook duidelijk dat de volgende triptiek die van het leven zal zijn. Het leven dat nu nog in wording is maar er weldra zal zijn, speelt de centrale rol in deze triptiek. Bij het (nieuwe) leven horen ook bloemetjes en bijtjes. Dus ging ik bij imker Binwah De Reze langs om meer te weten te komen over bijen en hoe dat nu allemaal precies zit met die honingraten. Ondanks de koude temperaturen kon ik de bijen aan het werk zien in de bijenkast. Boeiend en indrukwekkend.

Voor het project kreeg ik een echte “natuurlijke” honingraat mee. De moderne imker werkt het liefst met een voorgevormde honingraat in bijenwas. Daar bouwen de bijen dan op voort. Bij een natuurlijke honingraat bouwen de bijen hun eigen patroon. Dat heeft grotere gaten en is onregelmatiger van vorm. Toch blijft de kwaliteit dezelfde. Het is voornamelijk voor de imker een stuk gemakkelijker en bij-vriendelijker om een voorgevormde honingraat te gebruiken. Voila, dus bij deze een eerste preview op de opbouw van de triptiek van het leven.

In alle bescheidenheid

Jaren geleden, toen ik nog in de Catriestraat op de kunstmarkt van Drongen stond, sprak een dame mij aan…

de madam: “’t Es wel schuune moar on da laaif ester iet ni just”
ik:”denkt ge? Als er nu iets is waar ik wel zeker van ben zijn het de verhoudingen. Ik heb daar lang op getraind.”
de madam: “Jaaandeu, oas ge zuufeel pretensen et, toengs kuup kik ni baaj eu zenne”. Ze nam haar sjakos en stapte voort.
ik…verbouwereerd…

Een les in bescheidenheid.

Vandaag geen les in bescheidenheid. Wel een uiting van fierheid bij het zien van het resultaat na het inlijsten van de triptiek-tekeningen. Ik zag Hugo schitteren over zijn eigen werk. Blij dat hij de timing heeft gehaald maar ook blij over wat hij heeft gerealiseerd. Ik kon er echt van genieten hem fier te zien over zijn werk en over het totaalresultaat. Achter zijn gat schreeuwde ik een grote “Yahooooo” (zonder reclame te maken voor de zoekrobot) in de auto op weg naar huis.

De verwachtingen mogen dus gerust hoog zijn, het resultaat is indrukwekkend! (al zeg ik het zelf, in alle bescheidenheid)

 

Tekendriehoek

Godin Hel was niet de laatste tekening van de triptiek maar wel de laatste die ik afwerkte. Omdat ik er in Brasschaat al aan werkte en parallel in het atelier aan de buitenpanelen werkte, waren de buitenpanelen sneller klaar. Maar op deze tekening moest ook nog heel wat achtergrond getekend worden. Net zoals bij Baldr staat Hel in een nis en worden de zuilen van deze nis versierd met vele kleinere tekeningen.

Om de zuilen recht en langs beide zijden van de tekening gelijk te tekenen deed ik opnieuw beroep op mijn (vergeelde) kennis van architectuur en nam er de rotringdriehoeken bij van de studententijd. Gelukkig draag ik altijd zorg voor mijn materiaal en zien ze er nog als nieuw uit. Het schuiven met de driehoeken leer je blijkbaar toch niet af…

En wat doe ik tussendoor? Cassettebandjes repareren…

 

Inclusief lijst

Eindelijk is het volbracht. Deze ochtend nog de laatste afwerkingen gemaakt aan Hel, het laatste paneel waar ik voor deze triptiek aan werkte en dan naar de inlijster. Met een papieren model geplakt op een stuk van een kartonnen doos hoe het er finaal moet uitzien, legde ik uit waar welk deel moet komen en gaf nog een paar instructies naar af te knippen randjes etc etc.

Ik ben blij dat ze eindelijk en op tijd klaar is. Uiteindelijk heb ik nu evenveel tekenwerk dan 12 appelvrouwtjes maar dan inclusief volledig ingetekende achtergronden én dat op minder dan 2 jaar.

Alle aandacht kan nu naar de expo Sehnsucht gaan. De “big boom” waar de volledige triptiek voor het eerst te zien is. En er is nog heel wat te doen op promovlak en organisatievlak, maar we hebben alles onder controle. Dat is al iets toch? 😉

Maar terwijl ik aan het tekenen ben sluipt die ontembare tijger weer in mijn hoofd. Hij draait rondjes en rondjes en stelt steeds dezelfde vragen. Dus gaf ik deze antwoorden: “neen, ik ga volgend jaar geen grote expo’s doen in Vlaanderen.” “Ja, ik ga nog wel tekenen – art is the drug for me – maar ’t zal iets achter de schermen zijn, we zien nog wel waar we eindigen”. Dus…als ik mijn woord kan houden, dan is Sehnsucht ook wel de laatste grote expo tot 2019. Wie zegt ook alweer dat ik de planner ben van de twee?

 

Groen, groen, niets aan te doen…

De laatste weken word ik opgeslorpt door het verder afwerken van de eerste triptiek. De buitenpanelen en het paneel van Hel moeten klaar voor het einde van de maand. Dat is de deadline om alles keurig gelamineerd (er komt namelijk geen glas voor de tekening) en ingelijst te krijgen voor de opening van de expo Sehnsucht. Deze week tekende ik zowaar 1,5m² aan grassprieten. Dat zijn 5 kleurlagen boven mekaar: het klassieke “grasgroen”, dan het warme donkere groen om de diepte te accentueren, bruin en zwart voor de schaduwpartijen en volgeel om de zonreflecties op de toppen van de sprietjes er in te krijgen.

Terwijl ik bezig was dacht ik zo regelmatig aan de mensen die mij vragen hoe lang het duurt om zo een tekening te maken. Wel nu staat het meer dan een paal boven water, voor deze 1,5m² werden 7 potloden begonnen. 2 daarvan zijn nu zo goed als volledig opgekleurd en de andere zijn toch wel minstens een kwart van hun lengte kwijt. Voor wie wil weten hoe lang 1,5m² gras tekenen duurt: zet u aan tafel met 3 potloden en kleur ze helemaal op en ge zijt er. Weet wel dat je dan niet echt aan precisiewerk hebt gedaan. Portretten en lichamen tekenen vraagt geduld, controle, rust en jaren expertise. Maar ik bespaar u dit laatste 😉

Enfin, het gaat goed met de triptiek, we zitten perfect op schema. Met de nek en schouderspieren gaat ’t wat minder. De kleurtijd geeft me een beetje ruimte om te denken over hoe ik volgend jaar kan aanpakken. Ik weet het allemaal niet zo goed, immer die dualiteiten tussen pro’s en contra’s. We zien het nog wel. Er is nog veel tijd. Ondertussen nodig ik je uit op mijn peloeze, zet u en drinkt een glaske champagne met mij. Wa peisde?

Hel *wip*

Vorige zaterdag weer een dagje getekend bij VEPAD te Brasschaat en het ging goed vooruit. Het rechtse deel van de binnenkant de triptiek met daarop de godin Hel, krijgt vorm. Los van de achtergrond is nu het deel in grijswaarden bijna klaar. De tekening doet het model weinig eer aan aangezien de figuur met de minuut griezeliger en grauwer wordt. Al goed dat we weten dat de modellen in het echte leven een stuk sympathieker zijn dan wat hier wordt voorgesteld…Maar het hoort nu eenmaal bij het beeld van de triptiek 🙂

Triptiek II – een eerste aanzet

Het lijkt nu wel helemaal te zijn vertrokken, het project rond oorlog (de zin, de onzin en de waanzin). Ik vermoed dat dat komt doordat het creatiewerk rond de eerste triptiek nu helemaal achter de rug is. Dat blijft borrelen, onstopbaar creatief. Ook niet altijd positief maar goed…Dan weer zijn er momenten met ergerlijke creatief dode momenten en die zijn al evenmin leuk. De dualiteit van de kunstenaar.

Het beeld van de nieuwe triptiek wordt alsmaar duidelijker. Ik wil “oorlog” als centraal thema, iets wat helaas hoort bij “het ding des levens”. Gelukkig blijven wij er van gespaard al is oorlog anderzijds ook nooit veraf. Zeker vandaag niet meer. Vroeger moesten ze daarvoor van Turkije met paarden (of olifanten) tot hier komen, vandaag is dat al een stuk sneller.

Een beeld van een moeder met kind had ik al in gedachten. Het blijft me achtervolgen. Gisteren heb ik dat nog snel geschetst. Zo kan ik het ook weer loslaten zonder het te vergeten. Deze ochtend was ik zowat aan het rondsurfen naar Bougerreau. Eigenlijk was ik op zoek naar het beeld van Maria met vele kleine kindjes op haar schoot. Een warm frivool beeld. Maar ik kon het niet direct vinden….Ik stootte wel op het beeld hieronder…

En plots kwam het idee om de Mariafiguur in dit schilderij te vervangen door een Christusfiguur. Het duurde amper een paar minuutjes tot ik besefte dat deze toevalligheid niet echt een toevalligheid is maar wel een voorbestemdheid. Is geloof immers niet het verdriet van deze wereld? Imagine there’s no religion… Ik doe er vast en zeker wel iets mee. Maar wat, dat blijft nog de vraag.

Ik had deze ochtend nog een inval (djieee…een creatieve ochtend blijkbaar). Eerder de voorbije weken had ik het gedacht om een liefdesscene te creëren op het slagveld. 2 volkeren in oorlog waarvan de 2 leiders (een man en een vrouw) mekaar treffen op de slachtvloer en instant verliefd worden op mekaar. Fatalistisch als het kan zijn, worden ze door de hunnen niet erkend en worden beiden bij de eerste kus al neergeknald. Enfin, dat was de gedachte. Toen ik deze ochtend een eenvoudigere plotwending binnen kreeg. Op het front verschijnt een vrouw zo mooi dat niemand meer durft te schieten en zodoende begint het moment van eeuwige vrede. Dat laatste is natuurlijk wel een stuk meliger maar toont het niet de absurditeit van de oorlog? Dat een oorlog kan beginnen met de stomste stommiteit en evengoed kan stoppen met een eenvoudige knip.

Wat vind jij er van? Schrijf het hieronder of mail het mij door via max.vanhemel@gmail.com

bouguerreau

Piëta 6

Uren 20-23…Het ergste wat mij kon overkomen is dan vandaag eindelijk gebeurd…

Vandaag heb ik voornamelijk gewerkt aan de lambrisering. Zoals in mijn studententijd teken ik de lambrisering volledig uit met 2 grote Rotring-tekendriehoeken. De ene schuivende over de andere verplaatsen de driehoeken zich over de tekening vanaf een aantal referentiepunten. Zo weet ik zeker dat de lijnen wel degelijk parallel of haaks zijn. Het is een beetje raar en terug oefenen want bij de minste verschuiving (bvb omdat de driehoek aan mijn vinger plakt) moet het hele traject opnieuw worden gedaan. Al een geluk dat na een tijdje er zo veel lijnen op staan, dat de afstanden tussen de referenties kleiner wordt. De linker kant van de centrale stoel staat er nu zo goed als op. Alleen de bovenkant van de lambrisering in de tekeningen die in de vakken moet komen moet ik nog uittekenen. Maar na 2uren met de driehoeken schuiven had ik er wel genoeg van en ben wat beginnen kleuren aan de centrale stoel. Het onderste deel van de bank is gedaan, behalve…de vakken met houtsnedewerk. Ik moet die namelijk ook nog tekenen en de prints waarop ik momenteel werk zijn te klein om goed te kunnen zien wat er precies op die houtsneden staat. Ik hoop maar dat mijn foto’s scherp genoeg zijn om het uiteindelijk op scherm nog te kunnen zien…

Maar dus vandaag is er iets gebeurd waar ik liever niet van droomde…Bij het verschuiven van één van de twee driehoeken is die uit mijn hand gevallen en natuurlijk Murphy-gewijs met zijn punt recht in de tekening gedoken. Bal in ’t centrum van de tekening…Er is dus geen optie om de put eruit te knippen of iets anders. Ik weet niet wat ik nu moet doen. In een soort van geloof ben ik vandaag gewoon blijven verder tekenen alsof er niets aan de hand was…een beetje negeren en wachten welke raad morgen kan brengen denk ik zo…

Bij deze blog geen foto’s. De structuurtekeningen van de lambrisering zijn nu ook weer niet zoooo interessant. Volgende keer weer nieuw beeld, of misschien net niet meer…We zien wel 🙂