Villa Empain: Portrait of a lady

Nog tot 4 september loopt de expo “Portrait of a lady” in Villa Empain te Brussel. Omdat dit adres al een tijdje op mijn “to do” staat maakte ik gebruik van de gratis toegang op de 1e woensdag van de maand om de expo, de villa en de tuin te bezoeken.

De tentoonstelling is mijn ideale droom van een expo: oude meesters gemixt met hedendaagse kunst. En dan nog vooral figuratieve kunst waarin de mens centraal staat. Daarenboven geen (wat ik zelf noem) apathische werken die doen alsof de bezoeker niet bestaat of te min is, hé Michaël, maar wél kunst die rechtstreeks in dialoog gaat. Zalig mooie werken die mij aankijken, die vragen “hoe is’t met u?” of “zeg, wa vinde van mijn gat in deze rok?” 😉

Maar serieus; het is een mooie expo rond hoe we vrouw in de kunst percipiëren. Opgedeeld in verschillende benaderingen als portretten, erotische objecten, partners, dagelijks leven,… met interessante – down to earth – uitleg op panelen. Kortom: zeker de moeite waard om langs te gaan.

En ben je er dan toch, neem de tijd om ook ’s rond te kijken naar de architectuur van de villa, de tuin, de uitstraling die ze nu heeft en vroeger had (met sjieke salons om gasten te ontvangen ed). Tegelijk met Portrait of a lady loopt in de kelder nog tot 21/8 de expo rond architect Michel Polak. De naam zegt u niets? Hij is o.a. de architect van Villa Empain maar ook van Résidence Palace en het Plaza Hotel. De expo geeft een interessante inkijk over de architectuur en het leven in het eerste deel van de 20e eeuw. Beetje gelijk Titanic maar dan zonder Leonardo 🙂

Op naar het stripmuseum!

De voorbije week was het wat stiller omwille van ziekte. Gelukkig geen corona maar toch goed genoeg om mijn nog eens “een echte man” te voelen. Naar jaarlijkse gewoonte was er weer een aanval op mijn sinussen en dat sleept dan meestal ook wel een paar weken aan. Alleen die laatste week was er wat te veel aan: barstende hoofdpijn, slecht slapen, snotteren, hoesten,…met dan als neveneffect geen energie meer, geen concentratie,…het zielige hoopje zoals elke man hoort te zijn wanneer hij maar een klein beetje ziek is 😉 Gelukkig geen corona, dat heb ik 2x getest.

Maar tussen dat gedoe kwam er ook het goede en verlossende nieuws binnen van De Nationale Museumwedstrijd. Van 22 december 2021 tot en met 9 januari 2022 mag ik met mijn tekening van de treinbegeleider tussen enkele groten der aarde gaan pronken: Hergé, Rosinski, Linthout, Vandersteen, Morris,…misschien zelfs Pom staan. Mijn tekening gaat dus naar het stripmuseum te Brussel!!! Dat een plekje in een museum op de bucketlist stond, dat het een natte droom was…maar het stripmuseum? Dat was in mijn stoutste dromen totaal ondenkbaar. Volgende week maak ik er werk van (als er weer energie is).

Beetje nostalgie is gepast. Wie mij al jaren kent weet dat ik in mijn studententijd de lessen regelmatig verstoorde met mijn cartoons die van bank naar bank werden doorgegeven. Het waren meestal gags in 3 prentjes (beetje Garfield of Hagar-achtig) waarin ik de frustratie van de les of de actualiteit verwerkte. Maar al veel vroeger, toen ik zo’n 11jaar was, maakte ik mijn eerste stripverhalen. Eéntje ervan verscheen in het schoolblad (ik moest het verhaal wel inkorten omdat ik meteen ging voor de volle strip).