Bruegel 3: de imkers (4)

Laatste blog in het verhaal over deze imkers maar haak nog niet af want er valt toch nog heel wat te vertellen over de cliffhanger waarmee ik mezelf (en hopelijk jullie ook) opzadelde eind deel 3 van deze reeks.

De meest voor de hand liggende evolutie sinds vorige blog is dat imker 1 is afgewerkt. Samen met de bijenkorf die hij vast heeft. En dan nog wat natuur op de achtergrond: het stroompje, de grassen, de heuvels, wat extra inzet bij het paadje vooraan en de tekst staat nu in inkt.

Uit de studie van de tekst en nader bekeken en beter bestudeerd, zie ik op de ets dat de “y” eigenlijk een “ij” is en dat er ergens een verkleurde “n” tussen zit. Of die “n” er oorspronkelijk stond, later is toegevoegd of zelfs leidt tot een andere betekenis van de zin, dat weet ik helaas niet. Vervoegingen en verbuigingen zoals we die nog kennen uit de les Latijn (of Duits, gelijk dat ge’t wilt hebben) leren dat een “n” meer of minder wel eens een andere betekenis aan een zin kan geven. In ieder geval wordt de tekst dus deze:

Een “,” tussen de zinsdelen zie ik niet. Het is dus niet “dije den nest Weet, dijen Weeten”. Moet zijn dat het voor die tijd wel duidelijk was wat moest gezegd worden. Of net niet en speelt Bruegel hier nog meer met uw voeten/gedachten. Want laten we even terug komen op de cliffhanger van vorige blog. Ik beloofde uit te zoeken of deze imkers dan wel bijenverzorgers dan wel honingdieven zouden zijn.

Nu de tekening af is zou ik stellen dat het geen toeval is. Gelet op de compositie van de tekening, de houding van de imkers, het feit dat ze helemaal op zichzelf (als een commando) te werk gaan en naar mij idee redelijk brutaal omgaan met de bijenkorven zou ik zeggen dat het wel degelijk honingdieven zijn. Dat je van de tekst – die duidelijk verwijst naar diefstal – over de imkers moet naar de eierdief, bevestigt voor mij alleen maar mijn hypothese.

In eerdere verhalen verwees ik al naar de houding van de Spanjaarden in Vlaanderen in die tijd. Dit bovenop de strenge winters kan ik me goed inbeelden dat men droomde van vastenavond maar eerder wakker lag van het vasten. Diefstal – uit noodzaak – zal dan waarschijnlijk wel meer voorgevallen zijn.

De literatuur steunt mij hierin deels. De dames en heren met kennis zijn er niet echt uit. Men gaat naar mijn mening soms te ver: dat de tekening een allegorie is op eigentijdse politieke en religieuze gebeurtenissen, dat de tekening een persoonlijke zoektocht is van Bruegel naar de mystieke waarheid,…etc. Kan zijn dat het een spotprent was. Ik vertelde al eerder dat Bruegel’s vrouw van hem de opdracht kreeg veel van zijn tekeningen te verbranden omdat ze “te gevoelig” waren. Al is deze prent wel bewaard gebleven, kunnen we daaruit besluiten dat ze zeker niet spottend bedoeld is?

Ik lees in ieder geval nog wat verder en laat jullie hieronder de definitieve versie met aangepaste tekst en nog wat meer schaduw door de centrale boom (die was toch wel wat te wit naar mijn goesting)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.