Dan heb je toch wel wat gemist…

Na het Hemelvaartweekend vol kunst zit ook het Pinksterweekend vol kunsttentoonstellingen. In tegenstelling tot de 4-daagse van Hemelvaart had ik dit weekend vrij gehouden (zie eerdere blogs, ik ga er niet opnieuw over beginnen 😉 ) En dus werd de agenda weer lekker vol gepland.

Zondag 28.5 naar Nerdland. Zalig kuieren onder nerdies waarbij een gepaste T-shirt een must is. Wij kozen voor een paar voorstellingen maar gingen vooral voor de spellen en puzzels. De tenten met meer uitleg over archeologie, natuur & bos (met dierenexpo) en alles rond ruimtevaart hebben we niet overgeslaan. Te veel om goed te zijn en in de diepte te kunnen gaan. Daar moeten we ons nog ’s over bezinnen. Dat we volgend jaar gaan, dat staat nu al vast.

Toch is Nerdland geen kunst, wél cultuur en “a way of life” 🙂 Je bent ’t of je bent ’t niet…

Op een mooie Pinksterdag is vader er niet alleen voor het geld maar kruipt hij ook vroeg uit de veren om naar 2 expo’s te gaan. Een lokale in het centrum van Gent in een organisatie van de vrienden van het Cultuurplatform van Wondelgem, een andere al een stuk verder. Danny O., Dieter Verspeelt en Anneke Vincke konden er op de meikermis niet bij zijn. Nogal wiedes, organiseren én tegelijk nog ’s aanwezig zijn op de expo…dat is zeer moeilijk. Dus organiseerden ze zelf iets. Abstract, conceptueel 2D-werk in combinatie met de bronzen beelden van Danny telkens opgebouwd rond een ei.

Daarna terug naar huis om snel te lunchen en terug de baan op richting Gaasbeek. AAAAH zalig thuiskomen. Met de auto door Vlezenbeek zo naar de parking van het kasteel. Het kasteel is nog in finale fase van renovatie. Het gaat pas open op 1 juli, maar de tuin van het kasteel (niet te verwarren met het park/bos) is wel open. Daar had ART VALLEY zijn laatste dag openluchtexpo met Belgische en Nederlandse kunstenaars van hoog niveau geprogrammeerd. Enkele kunstenaars kende ik al (persoonlijk) en dus ging ik ’s kijken naar nieuw of ander werk van de vrienden. Anderzijds kwam ik toch ’s “prospecteren” want een aantal kunstenaars zullen ook te zien zijn op “Kunst in het dorp” te Bellingen. Een grote diversiteit aan beelden superknap opgezet tussen de vele bloemen, struiken en fruitbomen. Perfect!

Deelnemers aan de expo te Gaasbeek hieronder: Ahmet Akay – Mia America (NL) – Jean Pierre Belaen – Martine Bossuyt – Christophe Cayla (FR) – Jan Clement –  Patricia Coenraets – Isabelle de Bellefroid – Raphäel De Bois – Kris Demuelenaere – Lebuïn D’Haese – Christien Dutoit – Francis Geeroms – Kaatje Grauls – Nathalie Hendrickx – Patrick Jacquemijns -Dirk Lamote – Joachim Louis – Ina Marcus (NL) –  Francis Méan – Morgan (FR) – Stacy Ons – Els Pleysier – Véronique Roland – William Roobrouck – Jeannine Rosseel – Chris Rul –  Geert van Acker – Patrick Van Craenenbroeck – Liliane Van der Elst – Jan van Strien (NL) – Marnik Vander Heyden – Veerle Verhoeven – Jenny Verplanke – Jehan Versluys – ​Maité Wagemans – Martha Waijop (NL) – Bea Willems

In mei legt iedereen een ei

De dagen van Atelier in Beeld in Wondelgem zijn nog maar net achter de rug en ik werk al aan de volgende expo. Dat is meimaand: druk druk druk. Niet alleen de expo’s maar ook moederdag, moeder-verjaardag en junoir²-verjaardag passeren de revue in mei. Gelukkig zijn er nog wat verlengde weekends om het haalbaar te houden.

Maar al die events vragen toch wel wat planning. Al staan een aantal zaken wel vast in de agenda. Een lekker ontbijt of etentje voor de moeder(s)dag wat altijd een leuk samenzijn is. Want moeders zijn belangrijk. Of althans alle mensen die bemoederen maar – zoals de kapitein het zingt – vooral de mijne. Ik heb zo’n moeder die mij pusht naar “altijd beter”, tegelijk mijn grootste apostel is naast mijn schoonmoeder maar van wie ge zelf nooit hoort dat er iets fout loopt. Dat wordt gedragen in de stilte van de spreuk die misschien ooit in Delfts blauw op het witte bord boven de stoof stond.

Toch ligt een stuk van de dagelijkse focus in mei ook op de expo in Drongen. Het Kunstsalon in De Campagne, mijn thuisbasis, wordt weer een spetterende editie. Hier geen demo’s maar wel veel kunst met enkele namen die je nu al bekend in de oren zouden moeten klinken.

Azeddine Bennemer – Baeke Geert – Bijl Rita – Brygida Niewiadomska – Caluwier Carlos – Camps Peter – Catrie Chris – De Boever Yolande – De Dapper Liliane – De Graeve Sara – De Pourcq Stijn – De Puydt Anne-Marie – De Wolf Martine – Depeyper Magda – Everaerd Annie – Fassin Nadine – Festjens Tine – Lallana Miguel – Lenssens Raf-RAFA – Maes Anne-Marie – Maes Jean-Marie – màri – Meyer Jan M. – Mestdag Chantal – Micon Jacques – Moens Alex & Max – Molema Andra – Noens Gertrude – Putman Vera – Roggeman Marilou – Schilderskwastet – Sergeant Evelien – Sonck Hadewych – Stevesyns Armin – Suttels Sarah – Sweeck Sien – Tollenaere Annie – Van de Velde Mieke – Van Den Berghe Ann – Van Hecke Frank – Van Hecke Nele – Van Hemel MaxVan Huffel Katleen – Van Kerrebroeck Bernadette – Van Ooteghem Jeanine – Van Ooteghem Karin – Vanderstraeten Ar-mand – Vangansbeke Julien – Vangansbeke Nicolas – Verlinden Yves – Vermeiren Mag – Voncke Jacques

En daar moest ik nog iets kleins voor voorbereiden. De #Stadswacht gaat er in première, de megatekening waar ik maanden aan werkte en een groep medewerkers van Stad Gent en aanverwanten toont klaar om de handen uit de mouwen te steken, op stap naar de burger toe. Het werk is gelamineerd maar er hingen nog geen ophangsleuven aan. Die heb er deze ochtend aan gekleefd. Ziet het er slordig uit? Kan zijn maar, om het met andermans woorden te zeggen, het is “een ingenieursoplossing”. En deze werkt! Mijn ervaring met zo van die kleefplaten op de rug van een dibond zijn niet positief. Ze durven al eens te lossen, de beloofde kleefkracht wordt niet gehaald. En dan valt de boel de grond op. Dat risico kan ik niet nemen. Dus de ingenieur (ofte de kwak TEC7) bepaalt hoe het moet HAHAHAHA… Voor mocht je de link hierboven gemist hebben, je kan nu al meer lezen over de #stadswacht via deze link.

Voor wie mij daar graag wil zien; ik ben op De Campagne op donderdag, zaterdag en zondagnamiddag.

OVER GOD &VAN GOGH: DIAMONDS & PEARLS (08)

We naderen de zone van het “sluitstuk”, de brioche zoals ons grootmoeder het zou zeggen, van de mantel van God. Als een appeltaart vol brokjes sierraden bevindt deze zich in centraal op de borst. Ook hier de optische illusie van soorten edelstenen, parels “op een bedje van” goud.

En laat dat nu net alweer het genie, de kunst, van Van Eyck tonen. Het goud dat je ziet is helemaal geen goud. In tegenstelling tot wat men al eens in middeleeuwse schilderijen kon zien of bvb een paar eeuwen later, gebruikte Van Eyck geen goud!

Goud (of bladgoud) geeft altijd wel een uitstraling. In de middeleeuwen zag men goud niet alleen als een soort reflectie door de zon maar ook als iets goddelijks. Of nog liever: iets/iemand die graag dichtbij de goderijen zou geraken, vooral na de dood 😉 Klimt zijn benadering is lichtjes anders maar geef toe, het valt wel op en voor Klimt is het duidelijk “een merk”.

Nog effe deze bijkomende duiding die ik pluk van de website van het museum Booijmans van Beuningen:

Veel vroege schilderijen vanaf de Oudheid tot 1500 hebben een gouden achtergrond. Vaak gaat het om religieuze onderwerpen. Deze gouden panelen moeten overkomen als puur goud. Omdat het bladgoud kwetsbaar is moeten de oppervlakken van de panelen glad zijn. Onder de laagjes bladgoud wordt een oranje of roodbruine zachte, vette klei aangebracht om het bladgoud te laten hechten aan het paneel. De kleur van de klei geeft het goud een warme gloed. Als bladgoud direct op een witte ondergrond wordt aangebracht, krijgt het een koude, groene kleur.

Volgens Cennini kunnen er 145 blaadjes bladgoud uit één gouden munt geslagen worden. Hij raadt echter aan om niet meer dan honderd blaadjes uit een munt te slaan, zodat het bladgoud wat dikker is.

Maar dus voor de duidelijkheid: “ceci n’est pas de l’or” dus 😉 Je denkt het alleen maar. Het is een illusie! Van Eyck combineert geel, rood, wit, bruin,…op zo’n wijze dat we het helemaal aanvaarden alsof we goud zien. Door verder te perfectioneren in de toepassing van olieverf en vooral de transluminescente eigenschap uit te buiten, kan je nog meer de uitstraling en de reflectie van echt goud gaan benaderen.

Ik probeer in mijn tekening dit te benaderen. Potloden zijn hiervoor geen ideaal medium. Ik zou eerder de combinatie van was/oliegebonden potloden met aquarelpotloden moeten maken. Daarbij de aquarellen oplossen met water waardoor er een transparante film ontstaat. Niet zeker of het werkt maar het zou wel eens “resultaat” kunnen hebben. Maar eerlijk gezegd, ik wil het risico niet lopen en om proeven te doen heb ik helaas geen tijd. Ik zet het op mijn bucketlist 😉

Het gaat natuurlijk allemaal over licht en kleur. En ik mis binnen de potloden “loodwit” heel hard. Dat mooie stralende wit. OK, het was geen zuiver spul maar het resultaat is toch wel verbluffend (net als loodgeel trouwens).

Merk op dat ik, naast de appeltaart ook een aanzet naar de stelen van de zonnebloemen heb gemaakt 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: God is een West-Vlaming (07)

In de naweeën van een soort griepachtige toestand heb ik de laatste week niet getekend. Dat na het KMSKA-avontuur is het al bijna een maand geleden dat ik nog echt bezig was om die God-figuur in de kleuren. Het heeft niet echt belet om mij te verdiepen in de bijbelse figuur, apocriefe evangeliën en andere randverhalen. Ondanks dat ik niet geloof in leven na de dood, vind ik het hele ontstaan van de cultus rond een geloof altijd best boeiend. Wetenschappen die parallellen aantonen, historische vermenging of zelfs het overnemen van het gedachtengoed van een ander om toch maar tot een vergelijk te komen. Allemaal boeiende materie. Het gonst dan in mijn gedachten aan andere parallellen zoals het Vlaams Belang de 1 mei viering aangrijpt als eigen “feestdag”. Er zit wel wat in aan strategie als je maar effe de tijd neemt om de ballon van de agressor te doorprikken.

En terwijl wordt in Gent keihard bespaard en gesnoeid in activiteiten, middelen en personeel. Zolang het “grootse centrum” niet betreft. De invloed van de schaalvergroting wordt alsmaar meer duidelijk. Het landelijke dorpsgevoel van de deelgemeenten verdwijnt…of beter het wordt vernietigd. De deelgemeenten dragen bij aan de grote stad, ze maken nu eenmaal gebruik van de schaalvergroting. Echter een stad is maar groots wanneer ze (internationaal) kan uitstralen. En geef nu toe, welke toerist heeft interesse in de randstad? Je gaat ook niet naar Parijs om een banlieue te bezoeken? De uitstraling van de stad ligt in een historische kern, grote toeristische trekpleisters en de omzet van de horeca.

Mariakerke blijft zeker niet gespaard van deze inkrimpende (of was het toch bekrompen) visie. Het is sowieso al een door waterstromen een opgedeelde deelgemeente waardoor de cohesie onder bewoners onderhouden niet altijd evident is. Het valt tegelijk ook op dat investeringen in andere deelgemeenten als Wondelgem en Drongen veel hoger ligt. Het is hun gegund al ben ik er van overtuigd dat het wel eens een “verdeel en heers“-politiek van het centrale bestuur betreft. De ontbrekende werking van de wijkregisseur spreekt boekdelen. Een nieuwe wijkregisseur probeert nog wat stukken brandend hout uit het vuur te redden maar het zal moeten beginnen bij het heropbouwen van de gemeenschap.

Ach ja…choose your battles, Max. ’t Is dat God het zo gewild heeft. En God in Gent is dat meestal een West-Vlaming LOL Ik geef “SABAWT” intussen wel wat kleur.

Zonder God of Van Gogh

Deze week geen blog over “God en Van Gogh”. Door de expo in het KMSKA was ik 4 weekenddagen aanwezig in de expozaal. Ik heb daar getekend aan nieuwe ontwerpen. Ja hoor, onderstaande tekeningen zijn “ontwerpen”. Je zal ze dus over een tijd zien in een andere versie. Ik ga nog niet verklappen welke, je mag wel al beginnen raden naar wat de inspiratie is. Allemaal binnen mijn project waarbij ik nieuwe werken maak geïnspireerd op bestaande kunstwerken.

Bij deze blogs zit je dus in de VIP-stoel, “the golden circle”, op de eerste rij om mee in mijn atelier te kijken naar wat er leeft en wat er groeit. Waar en wanneer er geëxposeerd zal worden is nog niet zeker. Ik heb me voorgenomen om in 2023 in te zetten op productie maar dan weer zijn er die aanstekelijke vrienden die me ook inspireren en aanzetten om toch ergens nog aan een expo deel te nemen. De eerste in rij is waarschijnlijk het Kunstsalon te Drongen. Ook een expo te Deinze (met tekendemo’s) staat op het programma. En er worden toch weer zaadjes gepland om mee te doen aan Kunst in het Dorp (Bellingen). Ben je trouwens zelf kunstenaar en wil je exposeren; stel je dan zeker kandidaat-deelnemer voor Kunst in het Dorp via de website.

Dit 4e portret maakte ik ook in het KMSKA maar is geen deel van het project. Soms tekent ne mens al eens iemand gewoon uit sympathie 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: de glazen bol (06)

Over Van Eyck weten we niet veel maar er is wel al veel geschreven over zijn/hun kunnen. Eén van die dikke kloefers van boeken is de catalogus van de expo “Van Eyck – Een optische revolutie“. Heb je de expo gemist of had je net een ticket in de coronaperiode dan heb je toch wel wat gemist. Maar anderzijds is het een goede reden om eens naar Gent, Brugge of Antwerpen af te zakken. De werken (het totaal aan werken dan) is zo wat verspreid over de hele wereld maar dit is toch al iets dichter bij huis 😉 Kijk hier naar een paar clips over de voorbije expo.

In die expo/catalogus leer je al snel dat Van Eyck niet de uitvinder was van de olieverf. Dat was iemand anders. Wat Jan Van Eyck zeker wel op zijn naam mag zetten is het verder uitdiepen van licht- en kleurinvloeden door reflectie. Niet dat hij de enige was die er mee bezig was maar vanuit onze tijd gezien was hij zeker een ambassadeur van de toepassing.

In de tekening van God zijn vele parels te zien. Allen hebben een invloed van licht/donker, van de richting van de lichtinval en van de kleuren die hen omgeven. Maar vergis je niet, het zijn niet alles parels wat de klok slaat. In de onderstaande reeks zie je enkel parels. Licht komende van rechtsboven (vanuit ons perspectief gezien). Telkens een sikkel aan donkergroene reflectie. Echter in het beeld rechts (een detail net onder de SABAWT-tekst) zie je een mengeling van parels met duidelijk erg doorzichtige glazen bollen. Die vallen op het eerste zicht en in de overdaad aan versieringen niet op maar ze zijn er wel en maken degelijk een verschil.

De inkleuring van de glazen parels ten opzichte van de echte is helemaal anders. De reflectie van het licht is anders maar ook de kleur. De glazen parels laten het daglicht door en hebben daardoor een meer gele sikkel door het zonlicht. De echte parels hebben eerder een zacht, gebroken witte/licht groene sikkel.

Net zoals in mijn foto van glasparels boven is Van Eyck gekend voor het correct weergeven van de lichtinval in functie van waar het schilderij finaal zou komen te hangen. Het summum van die praktijk vinden we terug in “het portret van het echtpaar Arnolfini” alwaar Van Eyck zichzelf schildert in de reflectie van de spiegel op de achtergrond. Dezelfde reflecties vinden we terug in het schilderij “Madonna met kannunik Van der Paele” of in het paneel van de musicerende engelen (onderdeel van het retabel van het Lam Gods). Hieronder enkele details van de reflecties.

En hieronder de tussentijdse vorderingen. Ik word haast knettergek van het inkleuren van al die bolletjes 😉 Weet je aan wat die centrale juwelenplaat mij soms doet denken? Klik dan hier…