OVER GOD &VAN GOGH: EPILOOG (14)

VRT deed de moeite om ook eens een nieuwsbericht op te volgen na dat de sensatie ervan is weggeëbd. Omdat het mooi past in de blogreeks en ik al eerder in een deel verwees naar de restauratie van de panelen van het retabel van het Lam Gods, plaats ik hieronder het artikel van de VRT.

Hoe staat het met de restauratie van Het Lam Gods, na alle commotie?

In mei vorig jaar begonnen zeven restaurateurs van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) aan de derde en laatste fase van de restauratie van het Lam Gods, een restauratie die eind vorig jaar plots werd bekritiseerd. VRT NWS volgt ook deze laatste fase op de voet en toont de recente vorderingen. Onlangs kregen de restaurateurs de toestemming om opnieuw oude overschilderingen te verwijderen die de originele verflagen van Jan en Hubert Van Eyck bedekken.

Steven Van Campenhout – di 23 jan 2024 11:50

In de maand december kwam de restauratie van het Lam Gods in een zware storm terecht. Er werd beweerd dat de restaurateurs onherstelbare schade zouden toebrengen aan het kunstwerk van de gebroeders Van Eyck en dat de werken meteen moesten worden stilgelegd. 

Het lam gods

Lees verder “OVER GOD &VAN GOGH: EPILOOG (14)”

OVER GOD & VAN GOGH: KLAAR (13)

Is 13 een goed nummer in de reeks om te eindigen? Brengt het geluk of toch net niet? Laten we het lot eens uitdagen…

Een belangrijke beslissing wijzigt de koers van de tekening drastisch. Niet zozeer voor jou, als kijker, maar wel voor mij, als ontwerper. Het idee van het creëren van een trompe l’oeil, een optische illusie, is in casu dat je (op zijn minst) het gevoel krijgt dat je kijkt naar een blad papier waarop een boekje ligt en daarop 2 gedroogde zonnebloemen. Het finale idee was, waar vroeger al eens een gordijn in scène werd gezet, het geheel door een getekende houten bak te omgeven waardoor je ineens ook de illusie krijgt dat er al een soort lijst rond de tekening is…

Maar dat was buiten de dame des huizes gerekend. Zij komt ook ’s kijken naar hoever het staat met het tekenwerk en stelt, na uitleg, de vraag of ik de tekening ook plan in te lijsten. Ik zeg enigszins verbolgen: “ja, natuurlijk. Daarvoor heb ik er veel te lang aan gewerkt en is het werk op zich veel te fragiel.” En dan komt hét…dé geschiedeniswijzende woorden: “en waarom tekent ge er dan eerst een lijst op?”. Tjah…heeft ze een punt? Eigenlijk wel. Dus verander ik het concept van de tekening helemaal. Het is niet langer een tekening van een boekje met daarop 2 zonnebloemen, het wordt een tekening van een papier met een boekje én daarop nog ’s 2 zonnebloemen. In totaal 4 lagen ipv 3: grondlaag, papier, boekje en zonnebloemen. Nu is de kwestie nog van hoe dat te fixen.

Daarom maak ik een nieuwe scène. Ik neem mijn scherpselasbak, een vel papier en om de optische diepte nog wat te versterken zal ik slechts de bovenste hoeken daarvan vastzetten met duimspijkers. Onderaan doe ik alsof die duimspijkers er ooit waren maar dan weer losgekomen zijn of verwijderd en het blad wordt op zijn plaats gehouden door een stuk maskeertape. Om het licht en de schaduwen te kunnen monitoren speelt de asbak een belangrijke rol.

Ook het lieveheersbeestje ontkwam niet aan een lichttest (dit vnl. om de lichtinval op de parels beter te kunnen inschatten).

Lees verder “OVER GOD & VAN GOGH: KLAAR (13)”

OVER GOD &VAN GOGH: REFLECTIE (12)

De tekening heb ik op zijn zachtst gezegd ferm onderschat. Hoeveel keer heb ik al niet gehoord dat ik kleiner moet werken maar als ik dat dan doe, dan heeft dat op zich nauwelijks impact op de tekentijd. Het ligt niet (altijd) aan het formaat maar eerder wel aan het detail, de finesse waarmee ik een werk wil afleveren. Het gaat tegelijk ook telkens om de uitdaging van de tekening. Ik kan me niet inbeelden dat ik tevreden zou zijn met snel geklieder of een werk zonder inhoud, zonder uitdaging.

Vorig jaar stond ik nog op het punt om gelijkgezinden te verzamelen onder de noemer “slow-art movement” maar aangezien die beweging of iets gelijkaardigs al bestaat, laat ik dat liever aan iemand anders over 🙂 Ik zou het leuk vinden om deel uit te maken van een groep kunstenaars die detailfreaks zijn, kunstnerds, zij die niet alleen een werk maken maar ook met passie de research die erachter zit erbij nemen en delen. En vooral: het zijn geen concurrenten van mekaar, geen ego’s, wel teamplayers.

De tekening Over God & Van Gogh vordert weinig over de maanden maart tot oktober 2023. Het exposeizoen is losgebroken en ik heb ook nieuwe ideeën en projecten opgezet. Zoals altijd heb ik iets vanbinnen wat mij belet om “oud werk” nog te exposeren. Nieuwe dingen verrassen en boeien. De Lilith 2.0-tekeningen zorgen voor een langdurige break in de G&VG-tekening. Het aantal parels blijven tekenen wordt vermoeiend, saai. Ik probeer de aandacht te houden door dieper en dieper in de studie van de parels en de juwelen te gaan.

Lees verder “OVER GOD &VAN GOGH: REFLECTIE (12)”

OVER GOD &VAN GOGH: GEKIBBEL IN GENT (11)

Dat was nog eens een mooie titel voor een nieuw Jommekesboek of Nerostrip. Want gekibbel was er zeker de laatste weken. Ik moest niet op zoek naar nieuwe weetjes rond Van Eyck of Van Gogh. Het werd me letterlijk in de schoot geworpen in alle nieuwsoverzichten:

De linkse zijnde de versie voor de recente restauratie en de rechtse de versie na de restauratie. Voor de digitale of stadsmens die niet meer weet hoe een échte schapenkop er uit ziet zet ik hiernaast nog ’s een foto…

En dan start de discussie: heeft Van Eyck, die zo minutieus de moeite doet om alles zo natuurgetrouw na te schilderen, zo’n vermenselijkte schapenkop geschilderd?

Toen ik, lang voor nog maar sprake was van enige restauratie, met gids(en) naar het kunstwerk ging kijken in de Sint-Baafskathedraal werd mij altijd gezegd dat het schaap met 4 oren (het linkse, voor de restauratie dus), een opzettelijke fout was. Volgens de gids van toen stond “perfectie” in de tijd van Van Eyck gelijk aan “u meten met God” en dat was godslasterlijk. Om zeker te zijn niet op de brandstapel te belanden, maakte Van Eyck enkele zeer opvallende opzettelijke fouten zodat het schilderij duidelijk “imperfect” zou zijn en dus absoluut niet goddelijk. Blijkt allemaal larie. Wat gidsen zo nu en dan al niet eens zeggen om de sleur te breken…

Lees verder “OVER GOD &VAN GOGH: GEKIBBEL IN GENT (11)”

OVER GOD &VAN GOGH (10): de driehoek

Het is alweer van juni geleden dat ik nog aan deze blogs werkte. En ook aan de tekening. Het was wat té druk en zoals een beroemd Belgisch sossissenverkoper ooit zei: “te veel is trop en trop is te veel”. Ik nam meer rust en de batterijtjes beginnen weer op te laden. Dus kan ik weer tekenen, beetje bloggen en plannen smeden om terug dingen te organiseren (zie eerdere blogs).

Terug naar God en Van Gogh, het werk op het kruispunt weer Van Eyck en Vincent mekaar vonden onder het gele afdak van het terras van café “De koestraat”…

Totaal onherkenbaar na verbouwing van het huis (links op foto van de Vogelmarkt), de tekening van vroeger (ca.1900) tov wat er vandaag staat. Of dit huis dan ook het huis is waar de Van Eycks leefden/werkten staat (niet meer) ter discussie. Volgens Armand Heins stond er op de Vogelmarkt in 1432 zelfs geen huis, laat staan dat waar Van Eyck werkte. Ik maakte enkele screenshots van mogelijke kanshebbers: Koestraat, Korte Dagsteeg, Gouvernementstraat, de Donkersteeg (geen kandidaat maar wel een middeleeuwse sfeer) en tenslotte het plekje in Gent waarbij de huizen er vandaag nog het meeste op lijken: de Rekelingenbrug. Finaal zou de stadspoort op het schilderij uitsluitsel kunnen bieden maar de vraag blijft dan: is dit het straatbeeld of is het een mix van straatbeelden? Lees dit voor meer. Een Gentse gids ziet het anders (klikken voor meer).Wil je graag ’s tijdreizen door Gent? Klik dan zeker hier

Lees verder “OVER GOD &VAN GOGH (10): de driehoek”

Max spreekt!

Luister hier naar het volledige interview. Met dank aan #radio2 & #wouterlanduyt

Heaven or Hell?

Een ontelbaar aantal keren heb ik het gehoord…”Van Hemel?”…”Dat is wel ne schone naam hé” 🙂

Ik antwoord dan meestal laconiek iets in de stijl van “Van Duvel” smaakt wel beter 😉

Al een tijdje denk ik na over wat dan wel een bestaande tegenpool zou kunnen zijn van “Van Hemel”. Ik kom meestal uit bij Van Helsing de vampierenjager. Maar veel valt daar niet over te vertellen. Wie Van Helsing niet kent, kijkt gewoon naar de (slechte) film die ondanks alles toch nog een 6,0 kreeg op IMDB. Vermoedelijk ligt deze behoorlijke score bij de hoofdrollen opgenomen door Hugh Jackman en Kate – #ikbenfan – Beckinsale.

Een meer waardige opponent kwam ik onlangs tegen bij het lezen van een artikel over de Venusovergang. Huh? De watte? Ik leg het u uit: Venus werd oud en zodoende kwam ze in “den overgang”…HAHAHAHA…nope, dat is het niet.

De Venusovergang is iets complexer dan dat. Een Venusovergang (of transit van Venus) is het verschijnsel dat vanaf de aarde gezien de planeet Venus voor de zon langs schuift. Een overgang valt alleen waar te nemen bij binnenplaneten, dat wil zeggen planeten die hun banen hebben tussen de aarde en de zon; dat zijn Mercurius (zie Mercuriusovergang) en Venus. Ook de maan schuift soms voor de zon, men spreekt in dat geval van een (totale of gedeeltelijke) zonsverduistering. Dixit Wikipedia.

Ok, wat is daar nu zo speciaal aan? Een zonsverduistering is stukken specialer toch? Jup, dat klopt. Maar aan de hand van de Venusovergang trachtte men al van in de jaren 1600 de afstand tussen de aarde en de zon te berekenen. Dat kan perfect wanneer je het fenomeen vanuit verschillende invalshoeken van op de aarde gaat bekijken. Met dan wat sinus, cosinus en tangensgedoe, kan je, met een goede bepaling van de hoeken, de afstanden berekenen.

Eén van de wetenschappers die in het clubje van de Venusgangers zat was Rudolf Maximilian Höll. Maar met een naam zo groot als het achterste van Pluto kom je niet ver als je Venus en de zon wil bestuderen. Dus veranderde Höll zijn naam naar iets creatiefs…Hell…

’t Is te zeggen, hij nam gewoon de familienaam van zijn vader aan: Hell. Waarom er van Hell eerst Höll werd gemaakt is mij niet helemaal duidelijk maar het werd dus finaal Maximiliaan Hell. Wat zijn de kansen dat ik zo’n prachtige tegenpool vind?

Max Hell is de derde zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader. Zijn moeder was Julianna Staindl. Ze kregen samen…zet u efkes…22 kinderen!

Hell, jezuïet, werd directeur van het Weense Observatorium in 1756 en zodoende was hij goed geplaatst om deel te nemen aan de observaties van de volgende Venusovergang. Hell zat op dat moment ergens in Noorwegen om gegevens over de poolgebieden te verzamelen. En dan komt het…

Hell legde de duur van de Venusovergang met grote precisie vast, maar om onduidelijke redenen wilde hij zijn gegevens niet openbaar maken.

Collega-astronomen kregen steeds nul op het rekest, en na verloop van tijd ging het gerucht dat Hell de informatie achterhield omdat hij zijn cijfers vóór publicatie met die van anderen wilde vergelijken.

Zelfs nadat het Deense wetenschappelijke genootschap zijn observaties had uitgegeven, bleef de verdenking tegen hem bestaan. Toen Karl Ludvig Littrow, directeur van het observatorium in Wenen, in 1835 Hells originele aantekeningen aan een onderzoek onderwierp, ontdekte hij inderdaad een aantal doorhalingen en correcties met wat een andere kleur inkt leek.

Daarmee was de reputatie van Hell naar de maan, maar in 1883 dook de Amerikaanse sterrenkundige Simon Newcomb in de zaak. Hij ontdekte dat Hell inderdaad correcties had aangebracht in de documenten, maar dat was al gebeurd voordat de oorspronkelijke inkt opgedroogd was, en bovendien met dezelfde pen. Hell was ten onrechte beschuldigd van wetenschappelijke fraude.

Het probleem lag ergens anders, stelde Newcomb vast. Littrow was kleurenblind en had per abuis aangenomen dat de notities met twee verschillende kleuren inkt waren geschreven. Het waren echter tinten van dezelfde inkt. (bron Historia)

De “vrijspraak” van fraude voor Hell kwam er echter pas een eeuw na zijn dood. Die jezuïeten toch… Maar Hell heeft wel ferm een krater op de maan naar hem vernoemd gekregen. Ik vraag mij af of er ook een Marsput “Van Hemel” komt 😉

meer over de Venusovergang, Maximiliaan Hell en andere cornuiten kan je lezen in het Historia-artikel via deze link.

Max kunst de zomer in…

Terwijl de blogs lopen wordt achter de schermen hard gewerkt. OK, daar ben je als lezer niet veel verder mee, maar helaas. Veel kan ik niet tonen omdat het allemaal in mijn hoofd zit, soms in mijn schetsboek.

Ik kan wel al meerdere tipjes van die vele sluiers lichten. Er is namelijk wel een goede reden waarom de tekening van God & Van Gogh niet verder geraakt. Natuurlijk was er tussentijds de tekening van professor Kerre. Die komt er niet vanzelf. Maar er loopt, terwijl ik dit blog, ook nog de expo van het Kunstsalon. Bij de publicatie van deze blog is dat Kunstsalon al achter de rug en staat er al een nieuwe expo in Zulte te popelen. Die start begin juli.

tijdens het Kunstsalon ging de #stadswacht in première voor groot publiek. Eindelijk een degelijke foto kunnen maken.

Op deze expo zal ik een reeks tekeningen uit het “nieuwe” gamma #rippingtheclassics tonen én ik zal er ook weer ter plekke tekenen. De organisator van deze expo, José Sintobin, had mij vorig jaar zien werken aan de #stadswacht en was danig onder de indruk dat hij mij graag in zijn organisatie had en dit liefst terwijl ik werk aan een nieuw werk. Na de expo in Zulte (bij Deinze) volgt nog een kunstwandeling in het Brabantse Herne.

Dat nieuwe werk zal één van de 3 tekeningen zijn die ik plan op Kunst in het Dorp 2023 te tonen. Dus dit jaar wordt veel nieuw werk getoond en dat was helemaal mijn bedoeling. Een beetje minder exposeren en organiseren, meer tekenen. De 3 tekeningen vertellen opnieuw over LILITH. Ken je ze nog? Onze rebelse juffrouw uit het aards paradijs. Het is een ander verhaal dan dat wat ik bracht tussen 2008-2016. Deze keer gaat het verhaal van de tekeningen samen met de voorstelling van een Lilith-juweel door Bieke Caluwier. De rebelse Lilith blijft centraal maar bij deze komen Adam en Eva ook mee(r) in beeld + een prominente rol voor Dooie Pol, mijn schedelgezelschap. Enfin, je leest, ziet of hoort het wel als het zo ver is. Deze tekeningen worden de zomertekening(en) 2023.

En parallel werk ik aan de nieuwe triptiek. Ik zou ze deze zomer tekenen maar dat was wat te hoog gegrepen. Daarom verschoof ik het project naar het najaar en zal ze gepresenteerd worden in 2024. Dat is ook prima. Er staan meer dan 50 personen op de set. Dat vraagt heel wat coördinatie en voorbereiding. Ik ben al meer dan 2 jaar bezig met dit project uit te werken. Het is pas nu dat de ijsberg boven water komt en het allemaal wat concreter en meer zichtbaar wordt. Hieronder al enig grof schetswerk waarvan een aantal ontwerpen de uitvoeringsfase niet hebben gehaald…

OVER GOD &VAN GOGH: vingerdingen (09)

Deze blog schrijf ik op zondag, zoals meerdere blogs, ze worden “gepland” en op een gepast tijdstip uitgezonden. Het is nu 10u57 en ik heb er al 2 documentaires op zitten, een schets, een agenda-organisatie voor een tekening die ik deze winter plan te maken,…terwijl probeer ik wat streepjes Depré-historie op Radio 2 mee te pikken. Normaal is dit zo het uur waarop mijn moeder eens belt. Beetje updaten en deze jongen uit zijn cultuurpatroon trekken. Al combineer ik de laatste tijd dikwijls beide. Terwijl ik aan het werk ben, verbind ik mijn hoofdtelefoon met de GSM en zodoende kan ik bellen en tegelijk tekenen.

Ik keer effe terug naar de tekening Over God & Van Gogh. Wat mij al een tijdje bezighoudt tijdens het tekenen is de handbeweging die de figuur maakt. Ik zie het als een symbool van zegening maar misschien is dat helemaal niet zo. Een goede reden om dat uit te spitten en na te gaan wat dat gebaar precies wil zeggen en welke gebaren we zo nogal kennen… Google geeft me al wat opties, ein bisschen Fingerspitzengefühl… Ik sla die fameuze handbeweging van God naar Adam (zie Michelangelo) over, ge hebt die al genoeg gezien.

Die laatste is best grappig want gebruiken we die vandaag niet bij heavy-rockconcerten? God is ne metalfan ofwa? Het wordt met de minuut interessanter…

Maar tijdens de mis open de priester al eens beide handen, naar de hemel gericht…Het is vergelijkbaar met wat de moslims doen maar de katholieken doen het iets breder. Dat gebaar staat universeel voor “biddend”. OK, zo ver zijn we dan al. Nog andere geloofsovertuigingen zoals de Orthodoxen doen dit.

Dit symbool, ik moest me toch effe concentreren, toont 2 opstaande vingers (wijs en middenvinger) en verbindt de ringvinger, pink en duim.

Dit gebaar staat symbool voor spreker.

Maar als ik eerlijk ben, de vraag rond de uitleg van de symbolen staat zo vast als een lucifer in ’t midden van een berg jelly pudding.

Van een andere site (Aleteia) pluk ik deze uitleg voor een andere vingerhouding: In Greek Orthodox iconography, as also in early Christian iconography, the gesture of the blessing hand actually shapes the letters IC XC, an abbreviation for the Greek words Jesus (IHCOYC) Christ (XPICTOC) which includes the first and last letter of each word. The hand that blesses reproduces, with gestures, the Name of Jesus, the “Name above every name.”

En idd met een beetje fantasie zie je de letters in de vingers van de hand verschijnen. Met wat licht erop kan het misschien wel een konijn met lange oren worden, wie weet…

Maar terug serieus: de 3 opgerichte vingers kunnen ook symbool staan voor de goddelijke drie-eenheid en moet nu toch lukken dat we die discussie al bij eerdere blogs hebben gevoerd.

Het symbool dat “onze” God toont: 2 vingers opwaards, 2 vingers ontspannen en een duim zonder veel waarde komen meer voor. Je ziet deze beweging ook regelmatig als handbeweging voor de kindversie van Jezus. Het is de meeste voor de hand liggende betekenis: een zegening, wat zich in het Latijn vertaalt als “spreek goed”. Het wordt door de priester ook bij het einde van de mis gebruikt bij het maken van het kruis ter zegening van iedereen die de plechtigheid heeft gevolgd.

We weten intussen dat Katholieken niet vies waren/zijn om zich heidense gebruiken eigen te maken om zodoende zieltjes te winnen. Kerstmis en carnaval zijn daar schone voorbeelden van. In de handlijnkunde vinden we een associatie van de planeten met vingers.

Zoals we in dit diagram kunnen zien, staat de duim bekend als Venus, de wijsvinger – Jupiter, de middelvinger – Saturnus, de ringvinger – Apollo, de pink – Mercurius. We kunnen ons begrip van de Romeinse goden gebruiken om te begrijpen waarom christenen dit specifieke handgebaar gebruiken. Ik veronderstel dat de ironie hier is dat we heidendom gebruiken om het christendom uit te leggen, deze interpretatie is correct als deze handkaart ouder is dan toen het christendom het teken van zegening begon te gebruiken. Let op de vingers die voor dit handgebaar worden gebruikt en let op de hand die wordt gebruikt. De rechterhand, het is altijd de rechterhand. Waarom? hoor ik je vragen. De oude Grieken waren bijzonder bijgelovig met betrekking tot de linkerhand en in het algemeen alles wat aan de linkerkant was. Dit verspreidde zich door het hele Romeinse rijk, aangezien de Romeinen zwaar leenden van de Grieken voor hun cultuur. Daarbij kwam de linkshandige vooringenomenheid. daarom ‘recht’, van links naar rechts, als we gelijk hebben hebben we ‘het recht’.

Ons gevoel van lijntijd is van links naar rechts. Het recht is in de toekomst, het maakt deel uit van ons cultureel erfgoed als een teken van vooruitgang. Links is het verleden, het is achterlijk en onderontwikkeld. Dit is waarom de rechterhand wordt gebruikt en waarom bij het zegenen van links naar rechts met de rechterhand.

Bron tekst

En wat met dat hardrock-symbool? Dit symbool werd gebruikt door klassieke sprekers om te wijzen op een specifiek stuk tekst. Het gebaar wordt daarom bij schilderijen meestal gebruikt in combinatie met een open boek waarbij het de bedoeling is aandacht te vestigen op de tekst. In Italië wordt het symbool gebruikt om mannen wier vrouw ontrouw is geweest mee te bespotten. Het is ook wel als het symbool van de duivel voorgesteld omdat je er een duivelsgezicht kan in zien.

Misschien het meest leuke en nuttige symbool (wat de meeste mensen niet zullen kennen) is dit… 🙂 Niet te verwarren met bovenstaand gebaar 😉

Wil je nog meer over gebaren met de handen? Dan vind je hieronder nog enkele leuke links:

De betekenis van handgebaren in de Orthodoxe iconografie in 9 slides

Hand- en vingersymbolen – van ‘Oké’ tot ‘Grijze Wolven’

Gekruiste vingers

Expo Galerij De Leeuw (Zulte)

Dit jaar neem ik voor de 3e keer deel aan de Kunstzomer Leiestreek. Kunstzomer Leiestreek is een reeks expo’s doorheen de hele zomer en op verschillende locaties langs de Leie.

Met een expo in galerij “Huis De Leeuw” (Zulte) pakken 8 kunstenaars uit met hun werken. Een ideaal moment voor een kennismakingsrondje waarna je jouw favoriet(en) verder kan volgen.

Een expo is voor mij geen expo als ik er niet zelf aan het werk ben of kan vertellen. En bij deze zal ik zeker beide gaan doen. Ten eerste is er alweer een première: het portret van professor Kerre zal er voor het eerst te zien zijn voor publiek. Ik presenteer er de #stadswacht nog een keertje en allicht ook het portret van de treinbegeleider. MAAR ik werk er ter plekke ook aan mijn nieuw project “Lilith 23”. Daarover later meer.

Wie, wat en wanneer vind je hieronder. Tekst en beeldbron: streekgenoot.be Tip: je kan deze uitstap combineren met een bezoekje aan Huis Meheus (3,7km) en het Raveelmuseum dat er op 50m van ligt. Huis De Leeuw vind je aan Machelen Dorp 7, 9870 Zulte. Parkeren kan gratis in de directe omgeving van de galerij. Parkeerplaatsen zijn onder meer te vinden in de Kloosterstraat, de parkeerpleinen aan Emmaüs en verderop de Leihoekstraat en de Petegemstraat.

Van 2 tot 16 juli kan je met Kunstzomer de streek van Zulte verkennen. In Huis De Leeuw stellen Linda Lacombe, Brigitte Goethals, Nico Sabbe, Petra Vandekerckhove, Max Van Hemel, Rita Bracke en Katleen Van Huffel tentoon. De expo in Huis De Leeuw is te bezichtigen op zondagen 2,9,16 juli en (extra dagen) zaterdagen 8,15 juli telkens van 14u-18u.

Dan heb je toch wel wat gemist…

Na het Hemelvaartweekend vol kunst zit ook het Pinksterweekend vol kunsttentoonstellingen. In tegenstelling tot de 4-daagse van Hemelvaart had ik dit weekend vrij gehouden (zie eerdere blogs, ik ga er niet opnieuw over beginnen 😉 ) En dus werd de agenda weer lekker vol gepland.

Zondag 28.5 naar Nerdland. Zalig kuieren onder nerdies waarbij een gepaste T-shirt een must is. Wij kozen voor een paar voorstellingen maar gingen vooral voor de spellen en puzzels. De tenten met meer uitleg over archeologie, natuur & bos (met dierenexpo) en alles rond ruimtevaart hebben we niet overgeslaan. Te veel om goed te zijn en in de diepte te kunnen gaan. Daar moeten we ons nog ’s over bezinnen. Dat we volgend jaar gaan, dat staat nu al vast.

Toch is Nerdland geen kunst, wél cultuur en “a way of life” 🙂 Je bent ’t of je bent ’t niet…

Op een mooie Pinksterdag is vader er niet alleen voor het geld maar kruipt hij ook vroeg uit de veren om naar 2 expo’s te gaan. Een lokale in het centrum van Gent in een organisatie van de vrienden van het Cultuurplatform van Wondelgem, een andere al een stuk verder. Danny O., Dieter Verspeelt en Anneke Vincke konden er op de meikermis niet bij zijn. Nogal wiedes, organiseren én tegelijk nog ’s aanwezig zijn op de expo…dat is zeer moeilijk. Dus organiseerden ze zelf iets. Abstract, conceptueel 2D-werk in combinatie met de bronzen beelden van Danny telkens opgebouwd rond een ei.

Daarna terug naar huis om snel te lunchen en terug de baan op richting Gaasbeek. AAAAH zalig thuiskomen. Met de auto door Vlezenbeek zo naar de parking van het kasteel. Het kasteel is nog in finale fase van renovatie. Het gaat pas open op 1 juli, maar de tuin van het kasteel (niet te verwarren met het park/bos) is wel open. Daar had ART VALLEY zijn laatste dag openluchtexpo met Belgische en Nederlandse kunstenaars van hoog niveau geprogrammeerd. Enkele kunstenaars kende ik al (persoonlijk) en dus ging ik ’s kijken naar nieuw of ander werk van de vrienden. Anderzijds kwam ik toch ’s “prospecteren” want een aantal kunstenaars zullen ook te zien zijn op “Kunst in het dorp” te Bellingen. Een grote diversiteit aan beelden superknap opgezet tussen de vele bloemen, struiken en fruitbomen. Perfect!

Deelnemers aan de expo te Gaasbeek hieronder: Ahmet Akay – Mia America (NL) – Jean Pierre Belaen – Martine Bossuyt – Christophe Cayla (FR) – Jan Clement –  Patricia Coenraets – Isabelle de Bellefroid – Raphäel De Bois – Kris Demuelenaere – Lebuïn D’Haese – Christien Dutoit – Francis Geeroms – Kaatje Grauls – Nathalie Hendrickx – Patrick Jacquemijns -Dirk Lamote – Joachim Louis – Ina Marcus (NL) –  Francis Méan – Morgan (FR) – Stacy Ons – Els Pleysier – Véronique Roland – William Roobrouck – Jeannine Rosseel – Chris Rul –  Geert van Acker – Patrick Van Craenenbroeck – Liliane Van der Elst – Jan van Strien (NL) – Marnik Vander Heyden – Veerle Verhoeven – Jenny Verplanke – Jehan Versluys – ​Maité Wagemans – Martha Waijop (NL) – Bea Willems

In mei legt iedereen een ei

De dagen van Atelier in Beeld in Wondelgem zijn nog maar net achter de rug en ik werk al aan de volgende expo. Dat is meimaand: druk druk druk. Niet alleen de expo’s maar ook moederdag, moeder-verjaardag en junoir²-verjaardag passeren de revue in mei. Gelukkig zijn er nog wat verlengde weekends om het haalbaar te houden.

Maar al die events vragen toch wel wat planning. Al staan een aantal zaken wel vast in de agenda. Een lekker ontbijt of etentje voor de moeder(s)dag wat altijd een leuk samenzijn is. Want moeders zijn belangrijk. Of althans alle mensen die bemoederen maar – zoals de kapitein het zingt – vooral de mijne. Ik heb zo’n moeder die mij pusht naar “altijd beter”, tegelijk mijn grootste apostel is naast mijn schoonmoeder maar van wie ge zelf nooit hoort dat er iets fout loopt. Dat wordt gedragen in de stilte van de spreuk die misschien ooit in Delfts blauw op het witte bord boven de stoof stond.

Toch ligt een stuk van de dagelijkse focus in mei ook op de expo in Drongen. Het Kunstsalon in De Campagne, mijn thuisbasis, wordt weer een spetterende editie. Hier geen demo’s maar wel veel kunst met enkele namen die je nu al bekend in de oren zouden moeten klinken.

Azeddine Bennemer – Baeke Geert – Bijl Rita – Brygida Niewiadomska – Caluwier Carlos – Camps Peter – Catrie Chris – De Boever Yolande – De Dapper Liliane – De Graeve Sara – De Pourcq Stijn – De Puydt Anne-Marie – De Wolf Martine – Depeyper Magda – Everaerd Annie – Fassin Nadine – Festjens Tine – Lallana Miguel – Lenssens Raf-RAFA – Maes Anne-Marie – Maes Jean-Marie – màri – Meyer Jan M. – Mestdag Chantal – Micon Jacques – Moens Alex & Max – Molema Andra – Noens Gertrude – Putman Vera – Roggeman Marilou – Schilderskwastet – Sergeant Evelien – Sonck Hadewych – Stevesyns Armin – Suttels Sarah – Sweeck Sien – Tollenaere Annie – Van de Velde Mieke – Van Den Berghe Ann – Van Hecke Frank – Van Hecke Nele – Van Hemel MaxVan Huffel Katleen – Van Kerrebroeck Bernadette – Van Ooteghem Jeanine – Van Ooteghem Karin – Vanderstraeten Ar-mand – Vangansbeke Julien – Vangansbeke Nicolas – Verlinden Yves – Vermeiren Mag – Voncke Jacques

En daar moest ik nog iets kleins voor voorbereiden. De #Stadswacht gaat er in première, de megatekening waar ik maanden aan werkte en een groep medewerkers van Stad Gent en aanverwanten toont klaar om de handen uit de mouwen te steken, op stap naar de burger toe. Het werk is gelamineerd maar er hingen nog geen ophangsleuven aan. Die heb er deze ochtend aan gekleefd. Ziet het er slordig uit? Kan zijn maar, om het met andermans woorden te zeggen, het is “een ingenieursoplossing”. En deze werkt! Mijn ervaring met zo van die kleefplaten op de rug van een dibond zijn niet positief. Ze durven al eens te lossen, de beloofde kleefkracht wordt niet gehaald. En dan valt de boel de grond op. Dat risico kan ik niet nemen. Dus de ingenieur (ofte de kwak TEC7) bepaalt hoe het moet HAHAHAHA… Voor mocht je de link hierboven gemist hebben, je kan nu al meer lezen over de #stadswacht via deze link.

Voor wie mij daar graag wil zien; ik ben op De Campagne op donderdag, zaterdag en zondagnamiddag.

OVER GOD &VAN GOGH: DIAMONDS & PEARLS (08)

We naderen de zone van het “sluitstuk”, de brioche zoals ons grootmoeder het zou zeggen, van de mantel van God. Als een appeltaart vol brokjes sierraden bevindt deze zich in centraal op de borst. Ook hier de optische illusie van soorten edelstenen, parels “op een bedje van” goud.

En laat dat nu net alweer het genie, de kunst, van Van Eyck tonen. Het goud dat je ziet is helemaal geen goud. In tegenstelling tot wat men al eens in middeleeuwse schilderijen kon zien of bvb een paar eeuwen later, gebruikte Van Eyck geen goud!

Goud (of bladgoud) geeft altijd wel een uitstraling. In de middeleeuwen zag men goud niet alleen als een soort reflectie door de zon maar ook als iets goddelijks. Of nog liever: iets/iemand die graag dichtbij de goderijen zou geraken, vooral na de dood 😉 Klimt zijn benadering is lichtjes anders maar geef toe, het valt wel op en voor Klimt is het duidelijk “een merk”.

Nog effe deze bijkomende duiding die ik pluk van de website van het museum Booijmans van Beuningen:

Veel vroege schilderijen vanaf de Oudheid tot 1500 hebben een gouden achtergrond. Vaak gaat het om religieuze onderwerpen. Deze gouden panelen moeten overkomen als puur goud. Omdat het bladgoud kwetsbaar is moeten de oppervlakken van de panelen glad zijn. Onder de laagjes bladgoud wordt een oranje of roodbruine zachte, vette klei aangebracht om het bladgoud te laten hechten aan het paneel. De kleur van de klei geeft het goud een warme gloed. Als bladgoud direct op een witte ondergrond wordt aangebracht, krijgt het een koude, groene kleur.

Volgens Cennini kunnen er 145 blaadjes bladgoud uit één gouden munt geslagen worden. Hij raadt echter aan om niet meer dan honderd blaadjes uit een munt te slaan, zodat het bladgoud wat dikker is.

Maar dus voor de duidelijkheid: “ceci n’est pas de l’or” dus 😉 Je denkt het alleen maar. Het is een illusie! Van Eyck combineert geel, rood, wit, bruin,…op zo’n wijze dat we het helemaal aanvaarden alsof we goud zien. Door verder te perfectioneren in de toepassing van olieverf en vooral de transluminescente eigenschap uit te buiten, kan je nog meer de uitstraling en de reflectie van echt goud gaan benaderen.

Ik probeer in mijn tekening dit te benaderen. Potloden zijn hiervoor geen ideaal medium. Ik zou eerder de combinatie van was/oliegebonden potloden met aquarelpotloden moeten maken. Daarbij de aquarellen oplossen met water waardoor er een transparante film ontstaat. Niet zeker of het werkt maar het zou wel eens “resultaat” kunnen hebben. Maar eerlijk gezegd, ik wil het risico niet lopen en om proeven te doen heb ik helaas geen tijd. Ik zet het op mijn bucketlist 😉

Het gaat natuurlijk allemaal over licht en kleur. En ik mis binnen de potloden “loodwit” heel hard. Dat mooie stralende wit. OK, het was geen zuiver spul maar het resultaat is toch wel verbluffend (net als loodgeel trouwens).

Merk op dat ik, naast de appeltaart ook een aanzet naar de stelen van de zonnebloemen heb gemaakt 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: God is een West-Vlaming (07)

In de naweeën van een soort griepachtige toestand heb ik de laatste week niet getekend. Dat na het KMSKA-avontuur is het al bijna een maand geleden dat ik nog echt bezig was om die God-figuur in de kleuren. Het heeft niet echt belet om mij te verdiepen in de bijbelse figuur, apocriefe evangeliën en andere randverhalen. Ondanks dat ik niet geloof in leven na de dood, vind ik het hele ontstaan van de cultus rond een geloof altijd best boeiend. Wetenschappen die parallellen aantonen, historische vermenging of zelfs het overnemen van het gedachtengoed van een ander om toch maar tot een vergelijk te komen. Allemaal boeiende materie. Het gonst dan in mijn gedachten aan andere parallellen zoals het Vlaams Belang de 1 mei viering aangrijpt als eigen “feestdag”. Er zit wel wat in aan strategie als je maar effe de tijd neemt om de ballon van de agressor te doorprikken.

En terwijl wordt in Gent keihard bespaard en gesnoeid in activiteiten, middelen en personeel. Zolang het “grootse centrum” niet betreft. De invloed van de schaalvergroting wordt alsmaar meer duidelijk. Het landelijke dorpsgevoel van de deelgemeenten verdwijnt…of beter het wordt vernietigd. De deelgemeenten dragen bij aan de grote stad, ze maken nu eenmaal gebruik van de schaalvergroting. Echter een stad is maar groots wanneer ze (internationaal) kan uitstralen. En geef nu toe, welke toerist heeft interesse in de randstad? Je gaat ook niet naar Parijs om een banlieue te bezoeken? De uitstraling van de stad ligt in een historische kern, grote toeristische trekpleisters en de omzet van de horeca.

Mariakerke blijft zeker niet gespaard van deze inkrimpende (of was het toch bekrompen) visie. Het is sowieso al een door waterstromen een opgedeelde deelgemeente waardoor de cohesie onder bewoners onderhouden niet altijd evident is. Het valt tegelijk ook op dat investeringen in andere deelgemeenten als Wondelgem en Drongen veel hoger ligt. Het is hun gegund al ben ik er van overtuigd dat het wel eens een “verdeel en heers“-politiek van het centrale bestuur betreft. De ontbrekende werking van de wijkregisseur spreekt boekdelen. Een nieuwe wijkregisseur probeert nog wat stukken brandend hout uit het vuur te redden maar het zal moeten beginnen bij het heropbouwen van de gemeenschap.

Ach ja…choose your battles, Max. ’t Is dat God het zo gewild heeft. En God in Gent is dat meestal een West-Vlaming LOL Ik geef “SABAWT” intussen wel wat kleur.

Zonder God of Van Gogh

Deze week geen blog over “God en Van Gogh”. Door de expo in het KMSKA was ik 4 weekenddagen aanwezig in de expozaal. Ik heb daar getekend aan nieuwe ontwerpen. Ja hoor, onderstaande tekeningen zijn “ontwerpen”. Je zal ze dus over een tijd zien in een andere versie. Ik ga nog niet verklappen welke, je mag wel al beginnen raden naar wat de inspiratie is. Allemaal binnen mijn project waarbij ik nieuwe werken maak geïnspireerd op bestaande kunstwerken.

Bij deze blogs zit je dus in de VIP-stoel, “the golden circle”, op de eerste rij om mee in mijn atelier te kijken naar wat er leeft en wat er groeit. Waar en wanneer er geëxposeerd zal worden is nog niet zeker. Ik heb me voorgenomen om in 2023 in te zetten op productie maar dan weer zijn er die aanstekelijke vrienden die me ook inspireren en aanzetten om toch ergens nog aan een expo deel te nemen. De eerste in rij is waarschijnlijk het Kunstsalon te Drongen. Ook een expo te Deinze (met tekendemo’s) staat op het programma. En er worden toch weer zaadjes gepland om mee te doen aan Kunst in het Dorp (Bellingen). Ben je trouwens zelf kunstenaar en wil je exposeren; stel je dan zeker kandidaat-deelnemer voor Kunst in het Dorp via de website.

Dit 4e portret maakte ik ook in het KMSKA maar is geen deel van het project. Soms tekent ne mens al eens iemand gewoon uit sympathie 🙂

OVER GOD &VAN GOGH: de glazen bol (06)

Over Van Eyck weten we niet veel maar er is wel al veel geschreven over zijn/hun kunnen. Eén van die dikke kloefers van boeken is de catalogus van de expo “Van Eyck – Een optische revolutie“. Heb je de expo gemist of had je net een ticket in de coronaperiode dan heb je toch wel wat gemist. Maar anderzijds is het een goede reden om eens naar Gent, Brugge of Antwerpen af te zakken. De werken (het totaal aan werken dan) is zo wat verspreid over de hele wereld maar dit is toch al iets dichter bij huis 😉 Kijk hier naar een paar clips over de voorbije expo.

In die expo/catalogus leer je al snel dat Van Eyck niet de uitvinder was van de olieverf. Dat was iemand anders. Wat Jan Van Eyck zeker wel op zijn naam mag zetten is het verder uitdiepen van licht- en kleurinvloeden door reflectie. Niet dat hij de enige was die er mee bezig was maar vanuit onze tijd gezien was hij zeker een ambassadeur van de toepassing.

In de tekening van God zijn vele parels te zien. Allen hebben een invloed van licht/donker, van de richting van de lichtinval en van de kleuren die hen omgeven. Maar vergis je niet, het zijn niet alles parels wat de klok slaat. In de onderstaande reeks zie je enkel parels. Licht komende van rechtsboven (vanuit ons perspectief gezien). Telkens een sikkel aan donkergroene reflectie. Echter in het beeld rechts (een detail net onder de SABAWT-tekst) zie je een mengeling van parels met duidelijk erg doorzichtige glazen bollen. Die vallen op het eerste zicht en in de overdaad aan versieringen niet op maar ze zijn er wel en maken degelijk een verschil.

De inkleuring van de glazen parels ten opzichte van de echte is helemaal anders. De reflectie van het licht is anders maar ook de kleur. De glazen parels laten het daglicht door en hebben daardoor een meer gele sikkel door het zonlicht. De echte parels hebben eerder een zacht, gebroken witte/licht groene sikkel.

Net zoals in mijn foto van glasparels boven is Van Eyck gekend voor het correct weergeven van de lichtinval in functie van waar het schilderij finaal zou komen te hangen. Het summum van die praktijk vinden we terug in “het portret van het echtpaar Arnolfini” alwaar Van Eyck zichzelf schildert in de reflectie van de spiegel op de achtergrond. Dezelfde reflecties vinden we terug in het schilderij “Madonna met kannunik Van der Paele” of in het paneel van de musicerende engelen (onderdeel van het retabel van het Lam Gods). Hieronder enkele details van de reflecties.

En hieronder de tussentijdse vorderingen. Ik word haast knettergek van het inkleuren van al die bolletjes 😉 Weet je aan wat die centrale juwelenplaat mij soms doet denken? Klik dan hier…

KMSKA: Nationale Expo – Laatste weekend!

Terwijl we naar het laatste weekend van de Nationale Expo in het KMSKA toe gaan, wil ik je bij deze toch nog enkele goede redenen geven om naar dat museum af te zakken. Niet alleen krijg je er deze unieke expo bovenop, je kan er uren genieten van oude en recentere meesters. Ik ben er zaterdag om u te verblijden met een woordje uitleg als je dat wil.

Ik deed dit weekend nog ’s een stukje de ronde en geef je hieronder een andere blik op de collectie. Met enkele details die je misschien niet direct ziet (of maak er ineens een eigen persoonlijke zoektocht van om deze te vinden 😉 ) Al meteen een eigen kwisvraag (voor wie mij al lang volgt kan het geen probleem zijn): welk schilderij uit deze reeks heb ik ooit ’s nagetekend?

O ja, voor de kinderen is er ook een zoektocht doorheen het museum en hier en daar nog een leuke attractie.

Nog ’s pro memorie: de inkom is “gratis” voor houders van een museumpass. Heb je geen museumpass dan koop je die best al op voorhand want ter plekke kan je geen museumpass kopen.

Over God &Van Gogh: GodΩe (05)

Voor wie de blogs via de website volgt heb ik een aparte, rechtstreekse link naar deze reeks in het menu geplaatst. Je ziet ‘m links op het scherm onderaan het keuzemenu 🙂

Bij de vorige blog had ik het over de kwestie of deze figuur nu dan wel God is, dan wel Jezus. Ik ben tegelijk ook bezig met het tekenen van de geborduurde band over de borst van…jah…van wie hé 😉 De mystieke figuur. Maar misschien kan ik met de woorden van John Lennon het hele probleem oplossen: “God is a concept” en dan zijn we er meteen uit. Hij Het is een DJ!

Terug focus op de tekening/het schilderij. Er staat eigenlijk veel tekst op de kledij maar de meeste tekst valt buiten het beeld dat ik teken. Onderaan het rode kleed valt bijna een hele gazet te lezen. Op de borst staat echter een rare tekst. Op het eerste zicht lijkt het SABAWT te zijn.

Quid dixis? SABAWT? Dat vroeg toch wel wat opzoekingswerk. In het dikke naslagwerk “Van Eyck een optische illusie” vind ik dat Van Eyck naar “sabaΩt” verwijst. Dat is toch al helemaal iets anders van Sabawt. Hoe zet je een “omega” om tot een “w”? Enfin…verder zoeken is de boodschap. Na veel vijven en zessen bots ik op “Sabaoth” wat dan toch wel iets dichter bij de “ohm” ligt dan een “w”. Maar misschien had ik daarvoor Grieks of langer Latijn moeten studeren. Al durf ik toe te geven dat de jaren Latijn en “studeren” beter niet in 1 zin worden gebruikt. Pater Theo draait zich allicht nog ’s om in zijn graf.

Sabaoth dus. De naam Sabaoth komt in het Oude Testament voor als verwijzing naar een leger. In het eerste boek van Samuël wordt de naam gebruikt als een naam van God . In gnostische teksten zou de naam duidelijk moeten worden weergegeven als “over alle krachten (van chaos)”. Voila. Dat weten we dan ook weer. Tjah…dat brengt ons toch wel iets dichter bij God dan bij Jezus. Al kan met het opschrift ook verwezen worden naar de ridders op het paneel links onder.

Wil je er toch nog meer over te weten komen, dan kan je best deze Wikipediapagina lezen. Ik kleur gezapig verder aan de groene stola rond de nek en probeer de vele pareltjes zo helder mogelijk te maken (voor wie nu pas inspringt: de drager is een grijs karton, wit moet dus worden gemaakt, het is niet het wit van het blad).

Over God &Van Gogh: God of Jezus? (04)

Deze week kreeg ik in een reactie op Facebook de terechte opmerking van Dany Hendrickx of ik nu dan wel God of Jezus aan het tekenen ben. Dany is bekend stadsgids in Gent. Onder andere reïncarneert hij tijdens de Gentse Feesten Lieven Bauwens of Edward Anseele. Dany brengt nog vele Gentse figuren tot leven en zodoende kent hij de Gentse geschiedenis op zijn duimpje.

Toevallig was ik vorige week nog in mijn archieven gedoken en ergens gekneld tussen 2 dikke boeken zat nog het boekje van Alfons Lieven Dierick “Het Lam Gods” verborgen. Ik kocht het boekje ook al in mijn illusie het verdwenen paneel ooit terug te vinden. Het boekje geeft op zich wel een snel en goed overzicht waarom je – als je in Gent bent – zeker ’s naar dat retabel moet gaan kijken. Het is gelijk Manneke Pis, het Atomium of Historium bezoeken maar dan beter 😉 Het boekje heeft het ook over de kwestie die Dany aankaart…

De godsfiguur boven de aanbidding van het Lam stelt de kunst-historici voor een moeilijke vraag: is ze een voorstelling van Christus in majesteit, of een afbeelding van de Vader? Voor de eerste opvatting pleiten ongetwijfeld de gelijkenis met de “Deësis“-compositie en het wijzend gebaar van Sint-Jan dat, vooral in deze retabel, de zinvolle begeleiding kan zijn van zijn uitspraak: ziedaar het Lam Gods. De herhalingsmotieven op het rugtapijt van de troon – druiventrossen en wijnranken, een pelikaan die zijn jongen voedt – vormen duidelijke symbolen: de naam Jezus Christus staat er trouwens bij vermeld. Opmerkenswaardig is nog dat de kruisvaarders op het linker zijpaneel, volgens een origineel onderschrift*, strijders voor Christus genoemd.

* het volledige opschrift is pas na de restauratie volledig zichtbaar geworden

Voor de Vader-hypothes argumenteert men met de teksten op de mantel en in de bogen van de troonhemel, met iconografisch belangrijke details zoals het schoeisel aan de voeten en vooral met de vertoning door de rederijkers, vijfentwintig jaar na de inhuldiging van het veelluik, waarbij de centrale figuur onbetwistbaar als de Vader werd voorgesteld.

Uit het voorgaande moeten we wellicht besluiten dat zowel de inspirator als de schilder iconografische elementen voor beide personen heeft samengebracht.

God verschijnt ons in een dieprood, hogepriesterlijk gewaad. Hij draagt een tiara met drie gouden banden die rijkelijk met amethist, topaas en saffier zijn opgesmukt. Ook de scepter van rotskristal is een werkstuk van juwelierskunst, zowel als de agraaf op de mantel. De vlammende rode kleur is door Van Eyck in het centrum van zijn schilderij geplaatst, tussen het blauw van de Madonna en het groen bij Sint-Jan. Toch zijn de drie hoofdkleuren op elk van die panelen aanwezig: het groen in de tiaraslippen en het diepblauw in het rugtapijt. De strakke frontale houding waarin God is voorgesteld, wordt verzacht door de lichtval uit de rechtsliggende venster: het licht geeft ronding en ruimte aan de tiara, aan de warme mantelplooien en aan de harde edelstenen.

OVER GOD & VAN GOGH: SCHETS(03)

De schets voor de tekening “Over God & Van Gogh”, ofte een optische illusie op het punt waar Van Eyck en Van Gogh mekaar spiritueel hadden kunnen ontmoeten is in de maak.

Van Gogh is zonder twijfel de man die voor altijd zal verbonden blijven met de zonnebloemen. Opvallend is dat die zonnebloemen feitelijk maar voor een korte periode in zijn carrière te zien zijn. Van Gogh schilderde jaren aan een stuk mensen. Mensen in hun dagelijkse doen (denk maar bvb aan de aardappeleters). Het is pas nadat hij Nederland, Vlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk achter zich liet dat hij ergens in de Provence aan die zonnebloemen begon.

Vermoedelijk gefascineerd door het zonlicht, de felle kleuren die we in het zuiden herkennen en dat in contrast met de donkerste nachten, toen nog zonder al te veel lichtvervuiling. Het moet hem wel aangesproken hebben.

Van Gogh maakte de zonnebloemen in Arles, in Zuid-Frankrijk, in 1888 en 1889. In totaal schilderde hij vijf grote doeken van zonnebloemen in een vaas, met drie tinten geel ‘en anders niets’. Zo liet hij zien dat het mogelijk was een voorstelling te maken met veel varianten van één kleur zonder aan zeggingskracht in te boeten.

Voor Van Gogh hadden zijn schilderijen van zonnebloemen speciale betekenis. Ze drukten ‘dankbaarheid’ uit, schreef hij. De eerste twee hing hij in de kamer van zijn vriend Paul Gauguin, de schilder die een tijdje bij hem kwam wonen in het Gele Huis. Gauguin was onder de indruk van de zonnebloemen, die volgens hem ‘helemaal Vincent’ waren. Van Gogh had tijdens het verblijf van zijn vriend al een nieuwe versie geschilderd en later vroeg Gauguin er een cadeau. Daar voelde Van Gogh niet veel voor. Wel maakte hij nog twee vrije herhalingen, waarvan er één in het Van Gogh Museum hangt. (bron)

Opvallend is dat Vincent geen gedroogde zonnebloemen schilderde, iets wat ik bij deze tekening wél zal doen. Al schilder ik niet, maar goed, dat is geen nieuws 😉

De schets toont het portret van God met daarop 2 gedroogde zonnebloemen als centraal beeld. Hieronder de evolutie van de schets. Tussen start en einde schets 15uur werken…